Zo is het om te koken in een Syrisch vluchtelingenkamp

FYI.

This story is over 5 years old.

Eten

Zo is het om te koken in een Syrisch vluchtelingenkamp

In het Turkse Kahramanmaras-kamp zijn Syrische vluchtelingen in staat om een stukje thuis mee te nemen, door typisch eten uit Syrië te koken. Ze danken de voucherbonnen en supermarkt aan een het Wereldvoedselprogramma.

"In mijn dromen wonen we gewoon nog in onze huizen en dorpen", zegt Refika, een 50-jarige Syrische vrouw in het Kahramanmaras-vluchtelingenkamp in Turkije. "Thuis hadden we alles. Mijn moeder was oud en stierf toen ik hier zat – ik heb haar niet meer gezien. Mijn zussen, broers en vader zijn nog altijd daar. Ik huil elke dag om ze."

Als moeder van drie vluchtte Refika drie jaar geleden uit haar dorp Lazkiye, toen de burgeroorlog in Syrië te gevaarlijk werd. "We vluchtten naar andere dorpen, op zoek naar veiligheid, maar die vonden we pas in Turkije. Mijn echtgenoot bracht mijn jongste zoon en mij naar de grens, en bleef daar achter met onze twee andere zonen", vertelt ze. "We hebben urenlang gelopen. Mijn jurk zat onder het stof en mijn slippers waren helemaal kapot gescheurd. Tijdens het lopen kon ik niet stoppen met huilen."

Advertentie
wfp_nesrin_IMG_7438

Nesrin bereidt haar tebbuli. Foto door WFP.

In het Kahramanmaras-kamp vond Refika iets wat lijkt op vrede, ook al heeft het niks meer te maken met haar leven voor de oorlog. "Goddank ben ik met mijn familie op een veilige plek. Ook al word ik hier door niemand geholpen, ik ben de mensen dankbaar dat ze ons binnenlieten. We zijn nu ver van de bommen."

Het mag dan een veilige plek zijn, een tent biedt niet dezelfde mogelijkheden als een huis. Daarom introduceerde het Wereldvoedselprogramma (WFP, een tak van de VN die zich bezighoudt met voedsel) een programma waarin rantsoendozen vervangen zijn door cashgeld en elektronische voucherbonnen waarmee vluchtelingen zelf kunnen bepalen wat ze kopen. Onlangs lanceerde het WFP een verzameling recepten onder de naam VoucherChef. Hierin staan de recepten die de vluchtelingen koesteren en mee hebben genomen uit de oorlog.

wfp_nesrin_IMG_7472

Refika schilt aubergines voor de maklube.

"We zijn het project begonnen om aan de buitenwereld duidelijk te maken hoe het e-food card programma de levens van de vluchtelingen weer een beetje waardigheid kan geven", zegt Berna Cetin, leidinggevende bij de communicatie van WFP Turkije en hoofd van het VoucherChef-project. "In plaats van het ontvangen van hulp door middel van warme maaltijden of rantsoenen, hebben ze de mogelijkheid om zelf te kiezen wat ze kopen en hun eigen maaltijden te bereiden."

Met de e-food cards kunnen vluchtelingen naar de supermarkten in de kampen gaan om de ingrediënten voor hun maaltijden te kopen. "Eerst werd er eten gebracht dat we niet konden eten, omdat het heel anders smaakte dan wat we gewend waren", vertelt Nesrin, een 20-jarige vluchteling die ook uit Lazkiye vluchtte. "Gelukkig werden er op een gegeven moment supermarkten gebouwd en kregen we e-food cards. Nu kookt iedereen wat hij zelf wil, in z'n eigen tent."

Advertentie
wfp_nesrin_IMG_7488

Volgens Cetin merkt op dat boodschappen doen in een supermarkt niet alleen keuzemogelijkheid biedt, maar dat het vooral ook een sociale bezigheid is. "Vrouwen gaan naar de winkel en schaffen aan wat ze nodig hebben. 's Middags zoeken ze elkaar op en helpen ze elkaar met het bereiden van de maaltijden", vertelt ze. "Het heeft bovendien een positieve invloed op de lokale economie, omdat de supermarkten gerund worden door lokale mensen."

Maar natuurlijk zijn er ook de nodige beperkingen in een vluchtelingenkamp. "De vergoeding die we krijgen is genoeg voor drie personen. We proberen het slim in te zetten", zegt Refika. "Ik ga elke dag naar de supermarkt om aan de benodigde spullen te komen. De koelkast is te klein, ik wil geen eten verspillen dat ik niet kan bewaren. In deze supermarkten hebben ze alles, maar ik vind dat de groente en fruit in Syrië beter smaakt."

"Ik doe elke dag boodschappen, en koop dan de items die ik nodig heb voor die dag", zegt Nesrin. "Ze hebben alles, maar het is duurder dan in Syrië. Soms zijn onze toeslagen niet genoeg."

Cetin geeft toe dat sommige vluchtelingen moeite hebben om hun boodschappenlijstje aan te passen, omdat ze gewend zijn dat de ingrediënten in Syrië goedkoper zijn. "De grootste uitdaging zit in de prijs van het eten. Syrië heeft een geweldige landbouw, daarom is het eten er goedkoop. De Turkse prijzen liggen dus hoog voor deze vluchtelingen." Sinds de oorlog zijn de voedselprijzen ook in Syrië omhoog geschoten, legt Cetin uit. In sommige gebieden, waaronder de belegerde steden, zijn enorme voedseltekorten.

Advertentie
wfp_maklubeIMG_7313

Twee miljoen vluchtelingen voorzien van eten met voucherbonnen eist z'n financiële tol bij het WFP. In december liet de organisatie weten dat het budget opraakte, waardoor de hulp misschien opgeschort moest worden. Ze begonnen een campagne op social media en daardoor houden ze voorlopig het hoofd boven water.

VoucherChef en andere vergelijkbare programma's worden ingezet om meer bewustzijn te creëren van over de onzekere voedselvoorzieningen bij vluchtelingen. Toch is het meer dan een PR-middel van WFP. Het oorspronkelijke idee was het schrijven van een kookboek met de gerechten die in de Turkse kampen gemaakt worden, zegt Cetin, maar als snel kwam ze er met haar collega's achter dat er teveel verhalen waren van over de hele wereld die verteld moeten worden.

wfp_maklubeIMG_7319

Um Sayid, een Syrische moeder van vier, deelde haar verhaal over haar reis naar het Zaatari-kamp in Jordanië, waar ze haar recept voor gefrituurde kubbeh mee naartoe nam. Najla, afkomstig uit Idleb in Syrië, stelde haar recept voor kabsa beschikbaar vanuit haar tijdelijke thuis in het Boynuyogun kamp in Turkijke. Dat gerecht lijkt op biryani.

"Mijn werk bestaat uit meer dan het bieden van hulp als het op eten aankomt", zegt Cetin. "Het geeft de vluchtelingen steun en het gevoel dat ze een redelijk normaal leven kunnen leiden. Bovendien ontstaat er binnen de kampen een gevoel van saamhorigheid. Ik denk dat de vluchtelingen daar veel hoop uit putten. In zo'n moeilijke situatie kun je beter met tegenslagen omgaan als je weet dat er mensen zijn die aan je denken."

Advertentie
wfp_maklubeIMG_7332

In Kahramanmaras zijn Refika en Nesrin druk bezig met hun eigen gerechten, terwijl Cetin ze in de gaten houdt. "Wij gaan samen naar de supermarkt in het kamp, we kopen de spullen die we nodig hebben voor onze maaltijden, we komen terug en we bereiden het eten", zegt Cetin. Ze maakt foto's van elke stap in het proces en verzamelt enkele verhalen in het proces. "Ze delen niet alleen een recept, ze delen ook de herinneringen die bij het recept horen. Ze herinneren zich de laatste keer dat ze het gemaakt hebben, of waar ze hun spulletjes in Syrië kochten. Dus ze delen ook hun angst en zorgen voor hun naasten die nog steeds daar leven."

Refika's recept voor maklube – een rijstgerecht waarvan de naam Arabisch is voor 'ondersteboven' – loopt over van zulke herinneringen. "We maken het vaak tijdens Ramadan", vertelt ze. "Mijn moeder werkte in een tabakfabriek toen ik klein was. Na school ging ik naar de buren, en hielp ik ze met koken. Ik heb vijf broers en zussen, dus voor hen kookte ik ook."

wfp_maklubeIMG_7533

Nesrin's tebbuli is rijker aan vezels. "Ik leerde het van mijn moeder, maar in Syrië kent elke vrouw dit recept", zegt ze. "Het is een soort snack, een bijgerecht of een salade. Iedereen maakt het exact hetzelfde."

Maar zonder de supermarkten en e-food cards wordt het een stuk lastiger om tebbuli en maklube te maken. (In het Bab Al-Salam kamp, beheerd door de IHH Humanitarian Relief Foundation op de grens van Syrië en Turkije, krijgen de vluchtelingen alleen gekookt vlees en melk. "Dankzij God leven we nog, en blijven we leven", zegt Refika. "Het maakt mij niet uit of we in een tentje leven – zolang we maar niet in de buurt van de bombardementen zijn."

"Als ik de verhalen hoor over hoe ze de oorlog ontvlucht zijn, hoe dankbaar ze zijn met alle kleine beetjes die ze hebben en hoe ze hoop houden op een terugkeer, dan word ik altijd verdrietig. Maar ik bewonder hun kracht, na alles wat ze hebben meegemaakt", zegt Cetin.

En inderdaad, die hoop is moeilijk klein te krijgen. "Mijn echtgenoot en ik droomden over ons huis toen we verloofd waren, maar dat huis is er nooit gekomen", zegt Nesrin. "Ik trouwde hier, en we kregen een eigen tent. Als ik terugga, verkoop ik alles wat ik heb en bouw ik ons huis opnieuw. Samen met mijn man, want ik wil dat mijn zoon en mijn baby daarin kunnen wonen."

Doneren aan het WFP kan hier.