FYI.

This story is over 5 years old.

Muziek

Hoe een vlammenwerpende, met dildo's zwaaiende band een wereldwijd succes werd

De documentaire ‘Rammstein in Amerika’ gaat over hoe zes rare gasten met hun a-typische muziek toch miljoenen platen wisten te verkopen.

“Het gaat nooit werken.”

Dat zei promotor Michael Arfin tegen Rammstein toen ze in 1997 voor het eerst naar Amerika gingen. Zes in leer geklede Duitsers die slingeren met vlammenwerpers en liedjes grommen over seks, de dood en geweld. Niet dat niet-Duitsers over andere onderwerpen zingen, maar het klinkt niet als een recept voor trans-Atlantisch succes of voor populariteit buiten de Duitse alternatieve scene. En toch, iets van al die vlammende pracht en praal maakt dat ze juist perfect passen bij een David Lynch-soundtrack of op het podium van Madison Square Garden (uitverkocht binnen een halfuur). Tegen alle verwachtingen in lukte het Rammstein een cultureel fenomeen te worden met mainstream succes.

Advertentie

Samen met Nine Inch Nails en Marilyn Manson functioneren ze als een soort toegangspoort-band naar de vreemdere kant van rock. Luisteren naar Rammstein is een overgangsritueel voor elke tiener die net een beetje plezier begint te beleven aan alternatieve muziek en cultuur. Ze hebben de tand des tijds doorstaan en worden met gemak in één adem genoemd met welke Amerikaanse rockgigant dan ook, als het gaat om bands die hun stempel hebben gedrukt op het genre in de breedste zin van het woord.

Er zijn twee dingen die ze op een bepaalde manier nog bijzonderder maken dan Manson of zelfs Metallica: de line-up is tijdens hun hele carrière geen enkele keer veranderd, en ook al zingen ze zelden in het Engels, het is ze toch gelukt de rockwereld te veroveren.

Rammstein in Amerika is een documentaire over deze zes vreemde snuiters uit Berlijn, over het maken van spannende muziek met weinig geld tot aan de Duitse grootmachten die ze nu zijn. Ook wordt in de film onderzocht wat de aantrekkingskracht is van de band. De succesformule zit ‘m niet in één aspect van hun bestaan, zoals hun teksten of vlammenkunsten; het is Rammstein gelukt om in de afgelopen 21 jaar al deze dingen met elkaar te verbinden, en ze ook nog eens te combineren met hun intelligentie, humor en creativiteit. En het resultaat is noch vervreemdend of gekunsteld, het is nooit een gimmick geworden. Het is een band die constant entertaint en grenzen opzoekt, zonder dat ze hiervoor hun originele gedachtegoed en smaak hebben hoeven opgeven.

Advertentie

Natuurlijk heeft hun imago ze gedeeltelijk geholpen om in het sterrendom te kruipen. De op BDSM geïnspireerde riemen en gespen, bloed, zwarte lippenstift, vuur en natuurlijk de man om wie het allemaal draait: frontman Till Lindemann. De dreigende en indrukwekkend gespierde Lindemann heeft een unieke sexappeal. Hij ziet er niet traditioneel goed uit, maar belichaamt de honger van een tiener-goth naar het ongebruikelijke. Het is een man die het podium omver blaast, gekleed in leer met studs, en brullend over kannibalistische en moordzuchtige lust. Maar in een interview beweert hij met een stalen gezicht en zijdezachte stem dat zijn liedjes onbegrepen liefdesliedjes zijn. Hij is de duivel die een puppy knuffelt; Goliath in een pluizige nachtjapon. Dit extreem mannelijke en tegelijk zachte beest van een man, die het publiek onderspuit met drank uit een squirtende dildo en de wenkbrauwen van het publiek eraf brandt met een vlammenwerper, laat James Hetfield en Kerry King er uitzien als doodnormale jongens. Bij Lindemann snijdt het mes aan twee kanten; rauwe seksualiteit én emotionele intelligentie, gecombineerd met een vleugje humor. En hij is een van de redenen dat Rammstein zo intrigerend is. De vlammenact op het podium had makkelijk gezien kunnen worden als aandachttrekkerij, maar in plaats daarvan lijkt het vuur een noodzakelijk onderdeel te zijn geworden van de persoonlijkheid van Lindemann.

Advertentie

Al vanaf het allereerste begin is de agressieve show onderdeel van de identiteit van Rammstein. In de nieuwe documentaire herinnert drummer Christoph Schneider zich dat keyboardspeler Flake Lorenz bij een van de vroegere acts Lindemann berijdt als een paard, terwijl hij hem meerdere keren afranselt met een neon-lichtstaaf totdat deze is verpulverd. De eerste keer dat ze zo’n truc probeerde in Amerika, kwamen ze erachter dat Amerikaanse lichtstaven steviger zijn dan Duitse. Hij verpulverde niet maar brak in tweeën – een gedeelte wurmde zich in de schouder van Lindemann en de andere helft vloog over het podium en spietste Schneider. “We gingen naar buiten en bloedden als een rund,” zegt hij met een enorme grijns op zijn gezicht. Marilyn Manson, die niet vies is van bizar podiumgedrag en ooit met zijn naakte balzak over het hoofd van een bewaker wreef, was verrast toen hij Lindermann voor het eerst ontmoette. “Hij stond letterlijk in brand,” zegt hij. “Hij liep omgeven door vuur mijn kleedkamer binnen.”

Dante Bonutto, de manager van Universal in de UK – dochtermaatschappij van Spinefarm Records – zag onmiddellijk potentie in de band en haalde ze naar Engeland. “Een van mijn taken bij Universal was om bands te zoeken die groot konden worden over de hele wereld. Rammstein was de eerste band waar ik aan dacht. Wat ze doen is geweldig, en ik wilde kijken hoe ik ze internationaal kon ontwikkelen, inclusief in de UK.”

Advertentie

Anders dan de Amerikaanse managers die de band benaderden op hun eerste trip naar de States, had Bonutto nooit problemen met de taalbarrière. “Dat ze niet in het Engels zingen, is juist het hele punt,” zegt hij. “Ze brachten een nieuwe traditie en cultuur met zich mee. Het was nieuw en spannend en dat vond ik iets goeds.” Ook hun unieke identiteit maakte indruk op hem. Het was geen glamrock, en vooral geen trash; het was een groep die niet in een hokje paste. Rond de release van het derde album Mutter in 2001, labelde tijdschrift Kerrang! ze als “de meest perverse band van de wereld”. Ze deden toen hun eerste UK-covershoot met als thema ‘bondage’ (zie hieronder). Volgens Bonutto wilden de bandleden voor de shoot eigenlijk lederhosen dragen en hun haar invlechten: “De manier waarop ze zichzelf verpakken is heel artistiek. Er zijn geen rock ’n roll-clichés, dat zuigen ze er allemaal uit. Ze zijn net een kunstinstallatie.”

Maar hun succes in de UK was er bijna niet geweest. Bonutto legt uit dat hij in 2001, vijf jaar na hun eerste bezoek, een tweede Engelse show had geboekt in de Astoria. Maar de promotor had een last-minute paniekaanval door de pyrotechnieken, ondanks dat de band expliciet had aangegeven dat ze veertig special effects zouden doen. “De locatie bestond vooral uit hout, en ze mochten nog maar één act doen,” vertelt hij. “Ze stonden allemaal klaar om de show te doen, en dat wilden ze ook, maar ze besloten om het niet te doen zonder de effecten. En daar was ik het mee eens. Als ze zouden spelen zonder de vlammen en het gebruikelijke spektakel, zouden mensen teleurgesteld zijn. Er stonden buiten tweeduizend mensen te wachten in de rij. Dus ze gingen erheen en legden uit waarom ze zich terug moesten trekken.”

Advertentie

Het had makkelijk het einde kunnen zijn van hun Engelse droom, maar Bonutto was zo zeker dat Rammstein de UK in vuur en vlam kon zetten, dat hij zes maanden na Astoria een show boekte in The Brixton Academy. Het was weer uitverkocht en ze hadden nu volledig groen licht gekregen om alle vlammenacts uit te mogen voeren. “Het moment dat ze het podium opliepen, gaven de manager en ik elkaar spontaan een knuffel. Dat gebeurt nooit in de rockscene,” vertelt Bonutto. “We waren zo emotioneel; het niet-spelen in Astoria was het keerpunt, en nu waren we op een grotere locatie en konden we de fans een complete show geven.” Vanaf dat moment heeft de band nog drie keer in The Brixton Academy gestaan, in de O2 Arena, Wembley en in Sonisphere. De visuals verliezen na al die tijd geen kracht, maar zorgen juist dat het publiek terug blijft komen. Zoals Bonutto zegt: “Ik kan me hun muziek niet voorstellen zonder vuur.”

Rammstein in de rockscene van de UK ging relatief geleidelijk. Amerika was een ander verhaal. CJ Ramone vertelt in de documentaire Rammstein in Amerika dat Amerika nog steeds een “erg conservatief land is; wat nogal ironisch is, want het is de pornohoofdstad van de wereld. En toch zijn we heel conservatief.” Lindemann en Lorenz moeten lachen als ze het over het moment hebben waarop ze gearresteerd werden voor hun onfatsoenlijke gedrag in Massachusetts, nadat ze hun beroemde anale sekssimulatie deden op het podium tijdens Bück Dich (dat verrassend genoeg vertaald wordt als ‘bukken’). En in Salt Lake City werd hun vuurshow gedwarsboomd omdat ze van de autoriteiten hun optreden moesten beginnen en eindigen in daglicht. Maar ze wisten, ondanks de bureaucratie, dezelfde of zelfs een grotere populariteit te bereiken in Amerika dan in de UK. Trent Reznor koos hun muziek voor de soundtrack van David Lynch’ film Lost Highway (1997). In een artikel van Billboard uit 1999 wordt dit genoemd als de introductie van Rammstein bij een internationaal publiek. Hierin wordt geclaimd dat de film, samen met andere Amerikaanse indie-producties, “erg heeft geholpen bij het lanceren van Rammstein in rockclubs over de hele wereld.” Maar zoals hun triomfconcert in 2010 op Madison Square Garden bewijst, was dit succes niet van korte duur.

De teksten van Slayer gaan vaak over lichtvoetige onderwerpen als Auschwitz en jihad, maar van Rammstein is het nooit de intentie geweest om te shockeren of mensen bang te maken. Toch is dit ze al vaak uitstekend gelukt. “Het is niet hun intentie om mensen te beledigen,” zegt Bonutto. “Ze hebben een heel goed gevoel voor humor en begrijpen niet waarom mensen boos worden. Till vindt het gewoon grappig om het podium op gaat met zijn dildo.” Deze nonchalante houding en het feit dat ze zich niet verontschuldigen voor hun kunst, kan je als agressief opvatten, maar het is meer zo dat de band gewoon zichzelf is, z’n eigen ding doet en een sceptische Duitse wenkbrauw optrekt naar iedereen die het té serieus neemt.

In dat opzicht is het Rammstein gelukt om een delicaat evenwicht te vinden tussen het enorm serieus nemen van hun eigen kunst en het worden van een parodie van zichzelf. Andere bands hebben hier de afgelopen jaren enorm in gefaald, zoals iedereen die onlangs nog iets heeft gezien van Kiss (wat ironisch genoeg de meest favoriete band is van gitarist Richard Kruspe) of Mötley Crüe. Terwijl de ooit zo grote Amerikaanse stadionrockers nu verzanden in dikke karikaturen van zichzelf, blijft Rammstein trouw aan de formule ‘een beetje vreemd, maar wel lekker’: bijzonder maar niet hysterisch. Dit lukt ze vooral doordat ze elk rock ’n roll-cliché blijven vermijden: er zitten geen tieten in de show, geen liedjes over snelle auto’s, drank, motoren of een beetje alleen staan op een lege boulevard. Het helpt ook dat veel Engelstalige fans geen idee hebben waar ze over zingen; het is lastig om verveeld te raken van teksten die je niet begrijpt.

We kunnen wel stellen dat Rammsteins succesformule en eindeloze populariteit te danken is aan het feit dat ze trouw blijven aan hun identiteit. Madison Square Garden uitverkopen na tien jaar afwezigheid in Amerika, is een bewijs van hun talent – ook voor een eventuele volgende stadionshow zullen ze geen probleem hebben om een groot publiek aan te trekken. De wereld, en metalfans in het bijzonder, houdt van gekkigheid, en Rammstein heeft een carrière weten te maken van de morbide nieuwsgierigheid van de mens. Michael Arfin, de man die ooit beweerde dat het nooit zou werken, heeft zijn worden ingeslikt en is nu hun promotor in de VS. Het werkt, en het werkt verdomde goed. Lang lebe Rammstein! Rammstein in Amerika is nu uit op DVD en Blu Ray.