We spraken Julio Cruz over zijn politieke carrière en de titel van Feyenoord

FYI.

This story is over 5 years old.

Sport

We spraken Julio Cruz over zijn politieke carrière en de titel van Feyenoord

Julio Ricardo Cruz is Feyenoord en Rotterdam nog lang niet vergeten.

Nadat hij Feyenoord in 1999 met vijftien goals aan de titel hielp, speelde hij nog voor Bologna, Internazionale en Lazio. Maar zijn Europese carrière begon bij Feyenoord, dat gisteren voor het eerst sindsdien weer de schaal omhoog mocht houden. VICE Sports ging daarom op bezoek bij Julio in de Argentijnse hoofdstad Buenos Aires.

Julio Cruz – opvallend groot voor een Argentijn – verwelkomt me bij het hek van een chic appartementencomplex. We zijn in Puerto Madero, een van de duurste wijken van de stad. De bewoners hebben een luxe die maar weinig andere inwoners van Buenos Aires kennen: een tuin.

Advertentie

VICE Sports: Julio, nu we hier toch in de tuin zitten, waarom was jouw bijnaam ‘El Jardinero’, de tuinman?
Julio Ricardo Cruz: In Argentinië krijgt iedere speler een bijnaam. Als speler van Banfield maakte ik mijn eerste goal tegen Boca Juniors in hun eigen stadion. Iedereen wilde toen weten die dat joch van Banfield was. Tijdens mijn jeugdopleiding bij die club had een journalist me ooit toevallig een keer zien klooien met een grasmaaier. Dus sindsdien was ik ‘de tuinman van Banfield’. En tja, als je eenmaal een bijnaam hebt kom je er hier nooit meer vanaf.

We zijn hier natuurlijk om over Feyenoord te praten. Wat kan jij je nog herinneren van het kampioensfeest van Feyenoord in 1999?
De laatste wedstrijd was echt loodzwaar. Ik zat er zowel mentaal als fysiek he-le-maal doorheen. Als ik nu weer aan die dag terugdenk…

Ik zie dat dit je raakt.
Ja, ik scoorde de tweede goal tegen NAC, waardoor we kampioen werden. Dat was een erg emotioneel moment. Maar ook de scène op het bordes van het stadhuis, de Coolsingel met misschien wel 250.000 uitzinnige fans. Zoiets had ik nog nooit meegemaakt, zelfs niet bij River Plate.

Toen op Twitter werd gevraagd wie de kampioensschaal dit jaar zou moeten uitreiken, werd jouw naam opvallend vaak genoemd. Had je er niet zelf bij willen zijn?
Ik ben zeer vereerd dat de fans na al die tijd nog steeds aan mij denken. Ook de club is me niet vergeten: Feyenoord had me namelijk uitgenodigd voor de huldiging, maar vanwege persoonlijke omstandigheden moest ik helaas afzeggen. Ik hoop dat dit het begin van de wederopstanding van Feyenoord is. En dat er nog veel successen zullen volgen, zowel in Nederland als in Europa.

Advertentie

Cruz in de Kuip. (Foto: Proshots)

Je had in 1997, toen je nog voor River Plate speelde, een aantal aanbiedingen uit Italië. Waarom koos je toen voor de stap naar Nederland?
Italië was voor mij de bakermat van het voetbal, maar de Nederlandse competitie leek me op dat moment beter voor mijn ontwikkeling. Wereldspelers zoals Romário, Ronaldo en de broertjes De Boer zijn groot geworden in Nederland. Ik wilde in hun voetsporen treden.

Wat sprak je aan in Feyenoord?
Ondanks dat Feyenoord een grote club was, lukte het maar niet om kampioen te worden. Ze vroegen of ik geschiedenis met ze wilde schrijven – het doel van de club werd ook een persoonlijke uitdaging voor mij. Toen ik eenmaal in Rotterdam was, viel het me op hoe hecht de club was. Iedereen deed zijn best om er voor te zorgen dat ik me thuis voelde, van de voorzitter tot de koffiejuffrouw. Dat heeft me enorm geholpen.

Toch was je start niet al te best.
Ik was erg jong toen ik bij Feyenoord speelde, maar voelde alsnog de druk om het team op sleeptouw te nemen. Als profvoetballer moet je daar mee om kunnen gaan. De taal, cultuur, maar vooral de manier van spelen had ik niet meteen door. In mijn hoofd speelde ik nog het Zuid-Amerikaanse spelletje. De eerste vier maanden waren daardoor echt zwaar.

De fans verweten je soms wat lui te zijn.
De komst van Leo Beenhakker is enorm belangrijk voor me geweest. Doordat hij Spaans met me sprak, snapte ik veel beter wat er van mij werd verwacht. Ook kon ik daardoor makkelijker zelf instructies geven aan mijn teamgenoten. Ik ging beter spelen en begon vaker scoren. Leo heeft in het tweede seizoen echt een hecht team gevormd, met spelers zoals Paul Bosvelt, Kees van Wonderen, Jean-Paul van Gastel en Giovanni van Bronckhorst. Alles moest wijken voor het kampioenschap.

Advertentie

Ondanks de fijne tijd bij Feyenoord vertrok je in 2000 naar Bologna. Waarom?
Na de winst van het kampioenschap én de Johan Cruijff Schaal (3-2 winst op Ajax in de Amsterdam Arena, red.) had ik mijn persoonlijke doelen bereikt. Ik had altijd al in Italië willen spelen en dat moment was toen aangebroken.

In 2006 zou je misschien van Internazionale terugkeren naar Feyenoord. Waarom ging dat niet door?
Ik vond het heel fijn dat de club mij terug wilde, maar ik zag op dat moment geen project bij Feyenoord waar ik me als speler in kon vinden. Hetzelfde gebeurde met River Plate. De fans wilden de Julio Cruz van 1996 terug, maar dat was ik niet meer. Ik kon de club en de fans onmogelijk geven wat ze van me vroegen.

Feyenoord met de Johan Cruijff Schaal in 1999. (Foto: Proshots)

Toen je bij Inter op een zijspoor kwam, vertrok je in 2009 naar Lazio. Waarom zette je na één seizoen daar al een punt achter je carrière?
Ik merkte dat ik de passie voor het spelletje was kwijtgeraakt. Ik kon het niet meer opbrengen om te trainen.

Wat trof je aan toen je daarna terugkeerde in Argentinië? Het land verkeerde toen in een diepe economische crisis, waar het land nog steeds onder lijdt.
Voor Nederlanders is het misschien lastig voor te stellen, maar veel mensen hebben hier geen schoon drinkwater en veel wegen zijn onverhard. Men werkt hard, maar komt niet vooruit. En ondertussen hoorde ik de regering steeds over gelijkheid praten. Het waren leugens. De wijk waar we nu zijn is niet het echte Argentinië. Dit is een Europese zeepbel. Maar daarbuiten wonen ontzettend veel mensen die het moeilijk hebben.

Advertentie

Het is ongelofelijk hoe jullie in Nederland op zo’n klein stukje en met zoveel inwoners alles zo goed georganiseerd hebben. Jullie Nederlanders denken aan het algemeen belang. Hier is men vooral met zichzelf bezig. Dat doet me veel pijn, en daar wilde ik wat aan veranderen.

Een van de laatste berichten die we in Nederland doorkregen was dat jij de lokale politiek van Buenos Aires in wilde. Hoe kwam dat zo?
In 2011 nodigde Mauricio Macri (oud-voorzitter van Boca Juniors, destijds burgemeester van Buenos Aires, red.) me uit voor een barbecue. Hij stelde voor om samen te werken, omdat we het beiden oneens waren met de koers van de toenmalige regering

Je moet de mensen op weg helpen, zodat ze hun eigen kostje kunnen verdienen. Geld is in die zin belangrijk, maar niet alles. Want je kunt nog zo rijk zijn – als de rest van de samenleving niets heeft, dan zullen ze het vroeg of laat wel komen halen. Ik denk dat dat de belangrijkste les is die ik in Nederland heb geleerd.

Niemand hield er toen rekening mee dat Macri president zou kunnen worden. Ik heb hem meegenomen naar de zuidelijke buitenwijken waar ik ben opgegroeid, om samen een team op te bouwen met mensen die juist van buiten de politiek kwamen. Dat heb ik vier jaar lang voor de partij van Macri gedaan.

Cruz na een doelpunt voor Internazionale tegen Juventus in 2003. (Foto: Proshots)

Jouw kandidaatschap om burgemeester te worden van een van de buitenwijken van Buenos Aires kwam niet echt van de grond.
Nee, maar ik kijk toch met een goed gevoel terug op mijn samenwerking met Macri. Het helpt dat Macri uit de voetbalwereld komt. Hij is de Leo Beenhakker van de Argentijnse politiek: hij weet precies welke spelers hij nodig heeft voor zijn team. Zelf was ik gewoon nog te onervaren. Het was niet het juiste moment om mijn leven aan de politiek te wijden. Maar ach, ik ben nog jong. Wie weet keer ik nog terug in de politiek.

Advertentie

Wat doe je op dit moment?
Hier in Argentinië heb ik flink wat geïnvesteerd. Dankzij alle grondstoffen is het een rijk land. Maar het gaat verder dan dat, ik denk dat Argentinië een gouden toekomst heeft.

Aan voetbaltalent is in Argentinië in ieder geval geen gebrek.
Ik begeleid ook spelers die de stap naar Europa willen maken. Daarom ga ik regelmatig wedstrijden van talenten bekijken, en deel ik mijn ervaringen met de jongens. Het voetbal kan veel geven, maar ook nemen. Het wereldje wordt steeds harder. Dat moeten deze jonge spelers nog leren, zodat ze met beide benen op de grond blijven staan. Ik probeer ze daarbij te helpen.

Wil je geen trainer worden?
Nee, die ambitie heb ik voorlopig laten varen. Je moet dan minstens net zo toegewijd zijn als de spelers, en bent veel onderweg. Dat kan ik niet combineren met mijn werk en gezinsleven.

Dus we hoeven je binnenkort niet als coach bij Feyenoord te verwachten?
Haha, nee. Maar ik vind het natuurlijk wel prachtig wat Giovanni en Jean-Paul nu bij Feyenoord doen. Het is geweldig dat uitgerekend zij Feyenoord nu weer aan een titel hebben geholpen.

Dit is een interview uit de serie Het Nieuwe Leven, waarin gestopte profvoetballers vertellen over hun nieuwe carrières. Zie hier alle verhalen uit deze serie.

Mis niets! Like VICE Sports Nederland voor je dagelijkse dosis ijzersterke sportverhalen.