Mads Nissen is een Deense documentair fotograaf, die meerdere conflicten over de hele wereld heeft vastgelegd, zoals de recente oorlogen in Libië en Afghanistan. In 2015 won de 38-jarige fotograaf de World Press Photo of the Year, voor zijn foto over het leven van een homostel in Rusland.
Een jaar later kreeg Mads een baan bij het Nobel Peace Center om aan een fotoserie te werken over de Colombiaanse president Juan Manuel Santos. De overheid daar onderhandelde over een vredesverdrag dat een einde moest brengen aan de al vijftig jaar durende oorlog met de revolutionaire FARC – het guerrillaleger dat grotendeels met drugsgeld werd gefinancierd.
Videos by VICE
Al snel realiseerde Mads zich dat als hij een echt en volledig beeld wilde laten zien, hij beide kanten moest belichten. Dus voordat hij het wist, stond hij diep in de Colombiaanse jungle foto’s te maken van boeren die cocaïne maakten tussen de giftige dampen.
Dit werk resulteerde in zijn laatste boek, We are Indestructible. Ik sprak onlangs met Mads over zijn fotoserie, hoe het is om het vertrouwen te winnen van een guerrillaleger, en over de toekomst van de Colombiaanse drugswereld.
VICE: Hoi, Mads! Waarom heb je niet gewoon alleen foto’s gemaakt van de president, zoals in eerste instantie het idee was?
Mads: Ik wilde beide kanten van het verhaal zien, zodat ik meer van het land zou snappen. Ik wilde begrijpen wat en wie de FARC was en de armoede en ongelijkheid in Colombia zien.
Hoe ben je in die wereld terechtgekomen?
Laten we zeggen dat ik door mijn internationale werk een groot netwerk heb opgebouwd. Ik heb wat jonge mensen ontmoet die geld verdienen met het plukken van cocabladeren en zij lieten mij m’n gang gaan met de camera.
Zij brachten de bladeren naar een lab in de jungle en daar mocht ik foto’s maken, als hun gezichten maar niet in beeld waren. Maar na een paar uur werden ze al wat opener, en lieten ze mij ook hun gezichten fotograferen. Als je eenmaal bij een lab bent binnengelaten, is het makkelijker om ook bij anderen te komen.
Wat heb je geleerd over het productieproces?
De jongens die ik heb ontmoet verdienen twee keer zo veel met het plukken van cocabladeren als met koffiebonen, dus logischerwijs kiezen de meeste jongens dat eerste. Maar ze gebruiken de drugs niet zelf, ze houden meer van drank. De jongens leveren de bladeren af bij een man, André. Hij runt het lab in de jungle, verstopt onder een zonnescherm. Dat is noodzakelijk, want zo is het lab niet te zien vanuit de lucht. Hij verplettert de bladeren met een soort tuinschepje en dompelt ze daarna onder in chemicaliën. Hij gebruikt dieselolie, bijtende soda en cement, en laat het een tijdje liggen om de ingrediënten te concentreren. Het hele proces duurt een dag. Het stinkt verschrikkelijk, je wordt al bijna high van de geur alleen.
Hoe veel mensen zijn er betrokken bij het productieproces?
Er wordt meer cocaïne gemaakt in Colombia dan ooit. Je ziet sporadisch wat velden op het platteland, maar als je meer landinwaarts gaat zijn ze overal. Ik ben een keer naar een gebied geweest dat vlakbij de stad Cali lag. Je zag daar niets anders dan cocaïne- en marihuanavelden. Iedereen die daar woonde bleek betrokken te zijn in de productie of verkoop van cannabis en cocaïne. Maar niemand gebruikt zelf, zelfs André niet. Zijn droom is om piloot te worden, dus hij spaart hiermee voor z’n certificaat.
Was het moeilijk om hun vertrouwen te winnen?
Ja, natuurlijk. De mensen daar vertrouwen de media over het algemeen niet, en dat is ook wel terecht. De media portretteren hen vaak als terroristen, en dat is natuurlijk niet zoals ze zichzelf zien. Ze hebben echt een overtuigende reden nodig, voordat ze je binnenlaten. Als ze het doen, is het meestal omdat ze de wereld hun perspectief op iets willen laten zien.
Veel FARC-soldaten zitten al sinds ze tieners zijn bij de organisatie. Ze zijn niet gewend aan het praten met westerse mensen. Ze zijn gewend om te communiceren terwijl ze een wapen in hun hand hebben, en dat verandert een relatie natuurlijk nogal.
Heb je daar voor je leven gevreesd?
In Colombia heb je regio’s die gecontroleerd worden door de overheid, en regio’s die onder controle van de FARC vallen. Maar er zijn ook plekken waar niemand de baas is. Daar kan het gevaarlijk zijn. Er waren gebieden waar ik al eerder gewerkt had en waar ik naar terug wilde keren, maar toen werd me verteld dat dat nu onmogelijk was, omdat ze mijn veiligheid daar niet konden garanderen. Dat waren gebieden waar kort daarvoor politieagenten vermoord waren.
Ik heb foto’s gemaakt van de Colombiaanse president en van de leider van FARC. De laatstgenoemde is één van de meest gezochte terroristen van de wereld, en hij leeft zijn hele leven in de jungle. Al zijn voorgangers zijn vermoord, dus hij leeft op het randje. Het is een kleine, dikke man en ik heb hem gefotografeerd met zijn hond Winny, terwijl hij een sigaret rookte. Na het vredesakkoord is FARC een legitieme politieke partij geworden, maar ze zijn nog steeds aan het zoeken naar hoe ze een guerilla-organisatie kunnen transformeren tot een politieke beweging. Toen ik klaar was met mijn fotoshoot met de FARC-leider, kwam er een man van hun pr-afdeling naar me toe. Hij zei: “We willen geen enkele foto waarop hij rookt, dat is slecht voor zijn imago.” Ik kon er niks aan doen, maar ik moest lachen. Als je kijkt naar het imago van FARC, is roken waarschijnlijk hun minste zorg.
Wat is je algemene impressie van FARC?
Ze voelen zich zeer sterk verbonden met elkaar. Ze leiden een simpel leven in de jungle en ze geloven dat ze ergens voor vechten. Ze willen de wereld veranderen. Ik ben het niet met hun standpunten eens, en ben daar open over geweest. Maar ik zie ze ook niet als terroristen. Mensen zomaar veroordelen is niet heel handig wanneer je ze als fotograaf probeert te benaderen. Zelfs als ik bijvoorbeeld ISIS-strijders zou fotograferen, zou ik naar andere dingen in hun leven gaan kijken. Dat is beter dan ze meteen af te schrijven als terroristen.
Is er iets dat je verrast heeft tijdens je reis?
Ik was verrast over hoeveel we allemaal gemeen hebben. Mensen worden gemotiveerd en gedreven door dezelfde dingen. We leven in een gekke wereld. Ik vind het opbeurend dat wanneer je goed met iemand praat en naar elkaar luistert, je dan een connectie kan maken. Misschien klink ik nu als een hippie, maar dat ben ik niet. Ik hou er gewoon niet van om mensen te veroordelen. André heeft duizenden kilo’s cocaïne geproduceerd, maar wie is daar verantwoordelijk voor? Degene die het maakt, of degene die het verkoopt? Ik ben eerder nieuwsgierig dan veroordelend.
Hoe denk je dat de toekomst van Colombia eruit zal zien?
Het is een prachtig, inspirerend land. Ik heb een vader met zijn twee dochters bij een wietveld gefotografeerd. De vader zei tegen me: “Drugs brengen geweld, verslaving, chaos, conflicten en gewapende guerilla’s naar ons land. Maar als ik dit niet had, had ik de schooluniforms voor mijn dochtertjes niet kunnen betalen.” In het verleden heeft hij geprobeerd om andere dingen te verbouwen als boer, maar hij kon van niets anders leven. De infrastructuur in de bergen brokkelt af, dus een halve kilo coke is makkelijker beneden aan de berg te krijgen dan een vrachtwagen vol tomaten. Wanneer mensen in extreme armoede leven, doen ze dingen uit wanhoop. Als je die drugswereld wil bestrijden, zul je eerst het probleem van de armoede moeten oplossen.
Scroll omlaag voor meer foto’s uit We are Indestructible van Mads Nissen.