“Nederland is een land van meningen geworden”

In Eindhoven is de Dutch Design Week in volle gang. Een mooi moment om de balans op te maken met misschien wel de meest toonaangevende ontwerper van Nederland: Daan Roosegaarde. Waar staat Dutch Design volgens hem op dit moment? Waarin zijn we goed, en waarin minder? En welke tips zou hij geven aan jonge creatievelingen die op het punt staan om aan een design- of kunstopleiding te beginnen? Een gesprek over design, het einde van apps en Lord of the Rings.

The Creators Project: Hoe gaat het op dit moment eigenlijk met Dutch Design?
Daan Roosegaarde: 
Er is de laatste tijd heel veel veranderd. Drie jaar geleden was ik zelf ambassadeur van de Dutch Design Week samen met Piet Hein Eek, en wat me toen opviel was dat we soms een beetje blijven hangen in wéér een tafel, wéér een stoel, wéér een lamp ontwerpen. Inmiddels is dat anders. Waar het toen meer ging om het object, gaat het nu denk ik veel meer over social design. Ideeën die het leven beter, mooier, slimmer en leuker kunnen maken.

Videos by VICE

Speciale lenzen van kristalvloeistof, ontwikkeld in samenwerking met Universiteit Leiden, zorgen ervoor dat een regenboog van licht op Centraal Station Amsterdam verschijnt

Waar zijn we als Nederlandse ontwerpers sterk in, en waarin minder?
Ik zit vaak in internationale jury’s van design awards en het valt me op dat daar toch elke keer weer die Nederlanders opduiken. Dat vind ik wel bijzonder voor zo’n klein landje. De creativiteit, dat eigenwijze denken, daar zijn we wel echt heel sterk in.

Het zwakkere eraan is dat het toch vaak blijft bij de suggestie, de belofte. Dat is niet zozeer de designers te verwijten, maar er heerst een klimaat waarin we niet tot nauwelijks investeren in grote ideeën. Dat is zonde, want juist dat is nodig om ze naar een grotere schaal te brengen, zodat ze ook de impact krijgen die ze verdienen. Er moet meer koppeling komen tussen de ontwerpers, de overheid en de ondernemers om echt dingen te maken die onderdeel van de nieuwe standaard worden.

De Smog Free Tower in Rotterdam, een toren die smogdeeltjes uit de lucht zuivert en schone lucht uitblaast

De Smog Free Tower in ‘smoghoofdstad’ Beijing

Kijkend naar de toekomst, waar liggen volgens jou de grootste designkansen?
Ik raak zelf steeds enthousiaster over design dat zich richt op wat ik zelf de ‘grote uitdagingen’ noem: de toekomst van energie, de toekomst van afval, de toekomst van water, de toekomst van schoonheid. Daarin zie je jonge ontwerpers steeds meer opduiken. Je hebt natuurlijk Boyan Slat met The Ocean Cleanup. Je hebt Karlijn Sibbels, die zout en algen gebruikt om dingen te laten groeien. Je hebt Teresa van Dongen, die met lichtgevende bacteriën uit de zee bezig is. Dat zijn slimme mensen met een radicaal idee die de smaak in de mond hebben, de ingrediënten nog niet helemaal weten, maar gewoon beginnen. Ik zie het zelf meer als een stroming van ontwerpers die samen met wetenschappers en techneuten richting biomimicry gaan, dus het hacken van biologie eigenlijk. Ze kijken eerst af van de natuur en proberen die dan een upgrade te geven. Daar is echt nog een wereld te winnen.

Je bent zelf ooit student geweest aan een aantal kunstopleidingen. Hoe kijk je terug op die tijd?
Ik zat eerst op ArtEZ, afdeling Architectonische Vormgeving, maar daar werd ik na twee jaar afgetrapt. Toen ben ik AKI gaan doen, de kunstacademie in Enschede, en dat was geweldig. We kregen een pasje en we konden altijd naar binnen, 24 uur per dag. In Arnhem moesten we altijd om vijf uur ’s avonds buiten staan, terwijl ik dacht van: hallo, je bent een kunstenaar, je bent altijd aan het werk. Daarna ben ik een master architectuur aan het Berlage Instituut in Rotterdam gaan doen. Daar heb ik echt dat internationale en hele ambitieuze denken geleerd. Ik leerde met deadlines omgaan, met in een team van verschillende disciplines werken. Daarna heb ik stage gelopen en een boek gemaakt bij MVRDV Architecten in Rotterdam, wat ook heel fascinerend was. En ik ben zelf de zoon van wiskundeleraar, dus daar kreeg ik waarschijnlijk al dat mathematische denken van mee.

Voor Waterlicht werd het Museumplein overstroomd met een zee van lasers

Windlicht laat de schoonheid van groene stroom zien met lasers aan windmolens

Wat is de meest waardevolle les die je uit die tijd hebt geleerd?
Dat je leert om het niet alleen bij een mening te houden, maar het ook tot een voorstel te trekken, een prototype, een schets, een verhaal. En ik leerde dat de wereld vloeibaar is, dat wat wij natuurlijk en normaal vinden misschien heel statisch lijkt, maar eigenlijk continu verandert. Als ik in China een foto laat zien van onze minister-president die op zijn fiets naar werk gaat, dan zeggen ze: “Oh, is hij arm? Kan hij geen auto betalen?” Voor hun is de auto een statussymbool, terwijl bij ons de fiets een symbool van vooruitgang is; het is goed voor je lichaam, goed voor de omgeving, enzovoorts. Dus een goed ontwerp kan ons gevoel van wat normaal en niet normaal is kantelen. Het kan ons de wereld anders laten ervaren. Dat is wat je leert op de kunstacademie of de Design Academy.

Je werkt zelf ook veel samen met jonge talentvolle ontwerpers. Naar wat voor kwaliteiten ben je op zoek?
Waar ik vooral op let bij nieuwe samenwerkingen is contrast: zij moeten iets kunnen waar ik zelf heel slecht in ben. Maar belangrijker nog is dat je samen ergens in moet geloven en bereid zijn daar heel nieuwsgierig naar te zijn. Je moet er tijd en moeite en liefde in willen stoppen, net zolang tot het lukt. Dat is wat ik altijd aan jonge designers probeer uit te leggen. Dat als je iets nieuws doet, je altijd mensen zal hebben die zeggen: “dat kan niet, dat mag niet.” En als het er eenmaal is, zeggen ze: “oh, dat is makkelijk, had je dat niet eerder kunnen bedenken?” Dat zijn de ondankbare fases van vernieuwing waar je doorheen moet.

Intimacy, een hi-tech jurk die doorzichtig wordt afhankelijk van de hartslag van de drager

Je hoort mensen weleens zeggen dat de huidige generatie lui en verwend is.
Ik zou heel graag zien dat millennials minder in meningen zouden nadenken en meer in voorstellen. Nederland is een land van meningen geworden. Ik vind zus, ik vind zo. Who the fuck cares? Overal om ons heen crashen de oude systemen – het financiële stelsel, onze pensioenen die niets meer waard zijn, onze openbare ruimte die steeds digitaler wordt. De wereld verandert. Dan moet je als designer wel proactief met voorstellen komen over hoe het beter of anders moet. En ga vooral geen apps meer maken. Dat beeldscherm gaat over tien, vijftien jaar helemaal niet zo belangrijk meer zijn. Kijk naar Her van Spike Jonze, het scherm is er nog wel, maar het raakt steeds meer versmolten met de fysieke wereld. Dus bedenk in godsnaam iets radicalers, iets avontuurlijkers. En ga weg van dat scherm. Dat mis ik soms.

De slimme snelweg in Brabant, met weglijnen die overdag opladen en ‘s nachts acht uur licht geven

Het Van Gogh-fietspad in Nuenen dat ‘s nachts oplicht in duizenden glow-in-the-dark deeltjes

Stel, je hebt een zoon en die wil ontwerper worden. Welke vaardigheden zou je hem aanraden om te leren? Kun je beter gaan computeren of beter een ambacht leren?
Je kunt het beste iets met biologie gaan doen. Daar geloof ik echt in. Als je de boeken van Kevin Kelly of Bruce Sterling leest, dan zijn ze allang voorbij die hele digitale- en microchip-fase. In plaats daarvan kijken ze naar de natuurlijke wereld. Ze ijken de natuur, ze proberen ervan te leren maar ze vertalen het ook, ze upgraden het en voegen er iets eigens aan toe. Daar zie je nu ook de echte innovatie plaatsvinden.

Dus ik zou mijn zoon of dochter niet per se naar een Design Academy of een ontwerpschool sturen. Ik zou eerder zeggen: ga een jaartje biologie studeren, of biotechnologie, en probeer de diversiteit in jezelf te ontwikkelen. Je zult altijd mensen hebben die zeggen dat wat je wil niet kan of mag, en het is jouw rol om het tegenovergestelde te bewijzen. Dus vind je eigen obsessie en investeer in die droom, dan kom je er wel. Heb vertrouwen in je eigen obsessies.

Beyond, een interactieve wolkenwand die onlangs op Schiphol is onthuld

Dat is toch best grappig. We hebben tien jaar lang geroepen: leer programmeren, leer apps bouwen, leer digitaal denken. En nu zie je een stroming die juist de natuur weer wil begrijpen en hacken.
Ik moet ook zeggen dat als ik kijk naar de wereld en waar nu echt de interessante dingen gebeuren, dan is dat niet meer in Silicon Valley, waar het toch allemaal draait om heel veel geld verdienen en dan weer verkopen. De échte vooruitgang vindt plaats op een Wageningen Universiteit, waar een bedrijf als Plant-e stroom probeert te halen uit gras. Of in Shenzen, de ‘maker city’ van China. Die stad is in de laatste paar jaar uitgegroeid van een vissersdorpje naar een miljoenenstad en ze kunnen er echt alles zelf maken. Wij praten hier over zelfrijdende auto’s en slimme koelkasten – zij hebben ze al.

Het langverwachte internet of things.
Ik zie het vooral als objecten die een eigen willetje hebben, een eigen betekenis. We hebben hier in de studio bijvoorbeeld een paraplu liggen die verbonden is aan het weerstation. Iedere keer als ik naar buiten loop, denk ik, waarom geeft dat ding nou blauw licht? Omdat hij weet dat het gaat regenen en op die manier zegt hij: vergeet me niet! Het is een heel simpel maar belangrijk voorbeeld van een wereld waarin we straks worden omringd door buddies die je helpen te informeren.

Een beetje als dat zwaard van Frodo als er orks in de buurt komen.
Sorry?

Heb je Lord of the Rings ooit gezien?
Nee, ik heb alleen het boek gelezen.  

Gates of Lights verlicht de Oude Sluizen als onderdeel van het project Icoon Afsluitdijk

Oké, nou hij heeft een zwaard dat blauw wordt als er vijanden in de buurt komen.
Oh oké, ja nou dan is die nog beter. We zijn hier ook bezig met een vitaminesticker die je op je huid kan plakken, die je vertelt hoeveel vitamine A, B of C je nog nodig hebt die week. Net zoals een Duracell-batterij die als je hem vasthoudt aangeeft hoe vol de batterij nog is. Zo’n sticker zou je bijvoorbeeld weer kunnen helpen om producten te kiezen die op dat moment goed voor je zijn. Dat is de interactieve, sensibele wereld waarin technologie je vriend wordt, je buddy, in plaats van dat wij de machines voeren met onze emoties, zoals nu het geval is. We zitten de hele dag een computerscherm te voeden, dat is toch raar? Wanneer hebben we dat nou weer goed gevonden?

Dus ik geloof echt dat het de rol is van een vormgever, in de breedste zin van het woord, om te bevragen en met nieuwe voorstellen te komen om de verbeelding te triggeren. Dat is zó belangrijk: er is een gebrek aan verbeelding in de wereld. Niet aan geld, niet aan ideeën, maar gebrek aan verbeelding. Dat is de taak van de nieuwe generatie designers.

De studio van Studio Roosegaarde