Mescaline, een natuurlijk voorkomend hallucinogeen dat in cactussen wordt gevonden, is een van de eerste psychedelica ter wereld. Het gebruik ervan is terug te leiden tot zesduizend jaar geleden, toen grotten vol prehistorische psychonauten keihard gingen in de buurt van de Rio Grande, in wat nu Texas is.
Sindsdien zijn de krachtige effecten van de drug ervaren door iedereen van de Azteken tot de indianen, mormonen, W.B. Yeats, Aldous Huxley en een Brits parlementslid, dat zich in 1955 liet filmen onder invloed van de drug voor een aflevering van de BBC-serie Panorama.
Videos by VICE
Ik sprak met cultureel historicus Mike Jay, die net de definitieve geschiedenis van mescaline heeft opgetekend in zijn boek Mescaline: A Global History of the First Psychedelic, over de eeuwenoude fascinatie van de mensheid met dit caleidoscopische wondermiddel.
VICE: Hoe lang trippen mensen al op mescaline?
Mike Jay: Het eerste tastbare, historische bewijs van het gebruik van mescaline zijn beeldjes gemaakt van gedroogde peyote-cactussen, die gevonden zijn in de Shumla-grotten in Texas. Die beeldjes stammen van 4000 voor Christus. Er is ook bewijs dat er rond deze tijd gebruik werd gemaakt van andere psychoactieve planten: tabaks- en cocablad in de Andes, planten die DMT bevatten in het Amazonegebied, opium en cannabis in Europa en Azië, en bier in het Midden-Oosten.
Er bestaat een fantastisch beeldhouwwerk in een zeer oude tempel in Peru, uit het jaar 1000 voor Christus, van een sjamaan die een San Pedro-cactus vasthoudt, waar mescaline uit gewonnen werd. Het lijkt alsof er in deze tempel ceremonies werden gehouden waar DMT, San Pedro en andere geestverruimende planten bij werden gebruikt. De term ‘psychedelica’ ontstond in een gesprek tussen Aldous Huxley en de psychiater Humphry Osmond, nadat Huxley voor het eerst mescaline had gebruikt in 1953.
Wat is mescaline precies, en hoe verschilt het van andere psychedelica?
Mescaline is een alkaloïde die in de natuur voorkomt in twee soorten cactus: de San Pedro in de Andes, en de peyote in Mexico (en een deel van wat nu Texas is). Het is een fenethylamine, gesynthetiseerd door de cactussen uit het aminozuur fenylalanine, dat ook aanwezig is in eieren, melk, sojabonen en moedermelk, en waar zelfs sporen van in het menselijk brein te vinden zijn.
Dit maakt het anders dan andere psychedelica, zoals LSD, psilocybine en DMT; dat zijn tryptamines, afgeleiden van een ander aminozuur, tryptofaan. Andere geestverruimende fenethylamines omvatten amfetamine en MDMA. Mescaline heeft een aantal effecten die hiermee vergelijkbaar zijn, al is het ook extreem visueel en trippy. Vergeleken met andere psychedelica is het een meer fysieke ervaring, met een intense ‘body load’ (een lichamelijke sensatie) die op euforie lijkt, of op misselijkheid, of allebei. Het duurt langer voordat de drug de bloed-hersenbarrière oversteekt, dus het duurt ook langer voordat het begint te werken – het kan tot wel twee uur duren – en de trip duurt ook langer, zo’n twaalf uur.
Welke rol speelde de drug in de oude Mexicaanse cultuur?
Toen de Spanjaarden in Mexico arriveerden ontdekten ze dat peyote werd gebruikt als ruilmiddel en als sacrament. Ze merkten ook op dat de mensen die het gebruikten visioenen hadden, waarvan hun priesters geloofden dat ze het werk van de duivel waren. Maar de Spanjaarden hebben ook Azteekse gebeden en liederen vastgelegd waarin de drug een ‘heilige plant’ wordt genoemd, die mensen meeneemt naar het ‘Huis van de Zon’, een wereld die bestaat uit licht en schoonheid.
De Spaanse geschriften beschrijven twee verschillende soorten peyote-rituelen. Er is een genezingsceremonie, waarbij een ‘curandero’, een soort dokter, de plant gebruikt om de oorzaak van een ziekte of een vloek te achterhalen, of de toekomst te voorspellen. En onder de stammen (zoals de Huichol) in het noorden van Mexico, waar peyote groeit, schreef men over ceremonies waar dorpelingen gezamenlijk peyote namen, en de hele nacht extatisch rond een vuur dansten.
Ik wist niet dat indianen ook mescaline gebruikten.
Hun peyote-ceremonies ontwikkelden zich toen de stammen gevangen werden gezet in reservaten. Daarvoor wisten alleen de stammen die in Mexico en Zuid-Texas kwamen van het bestaan ervan, omdat de cactus daar groeide – het waren hoofdzakelijk Apache-gemeenschappen, zoals de Lipan en de Mescalero. Maar nadat de spoorweg van Texas naar Mexico opende in 1881 kwam peyote uit Texas terecht bij de Comanche-, Kiowa- en Apache-reservaten in Oklahoma.
Na de Ghost Dance-ceremonies in 1890, die onderdrukt werden na het bloedbad bij Wounded Knee, werd het op de reservaten verboden om te zingen en te dansen in groepsverband. Peyoteceremonies vonden daarna plaats in tipi’s, uit het zicht van de nieuwsgierige ogen van overheidsagenten. Deelnemers aten gedroogde peyote-knoppen, terwijl ze rond een kampvuur zaten dat gezuiverd was met gebeden, tabak en wierook, en zongen liederen, onder begeleiding van een trommel en een rammelaar die door werden gegeven. Er ontstonden liederen tijdens de ceremonies, en nieuwe tradities en gewoontes werden hier ook geboren.
Voor mannen die grootgebracht werden als krijgers werden de peyotebijeenkomsten een soort microkosmos van de wereld die ze waren kwijtgeraakt. Via het aanbidden van peyote probeerden ze hun cultuur en identiteit te behouden, en een ethos van zelfrespect in stand te houden, bovendien wisten ze zich te onthouden van de alcohol die hun samenleving aan het vernietigen was.
Hoe raakte mescaline vermengd met religie, zoals bij de Native American Church en de mormonen?
De peyoteceremonies van de inheemse Amerikanen brachten peyote onder de aandacht van de westerse wetenschap, en in 1897 slaagden zij erin om het werkzame bestanddeel te isoleren. Het kreeg de naam ‘mescaline’. Maar dit trok ook mensen aan die geinteresseerd waren in de spirituele ervaring van de drug. Occultist en auteur Aleister Crowley gebruikte het uitvoerig bij het beoefenen van zijn rituelen; hij had een speciaal, hoogwaardig peyote-extract gekregen van de Parke-Davis apotheek in Detroit. De president van de Mormoonse Kerk, Frederick Smith, had peyoteceremonies bijgewoond in Oklahoma en geloofde dat de “eigenaardige en extatische toestand” die peyote opriep een “wonderlijk en heilzaam effect” had. Hij heeft overwogen om het tijdens mormoonse kerkdiensten te introduceren om een extatische, religieuze ervaring te veroorzaken.
Op de reservaten was peyote vaak verboden, en werden gebruikers ervan lastiggevallen en gevangen gezet. In 1918 probeerde de federale overheid het zelfs volledig te verbieden. Om daartegen te beschermen richtten de aanhangers van peyote in Oklahoma de Native American Church op, om een legale status te verkrijgen voor hun sacrament, onder het eerste amendement van de Amerikaanse grondwet, die vrijheid van godsdienst waarborgt. Van alle pogingen die gedaan zijn om een religie gebaseerd op peyote te beginnen is dit de enige die geslaagd is – nu, een eeuw later, bestaat de kerk nog steeds.
Wat vonden Westerse wetenschappers ervan?
Wetenschappers in de VS en Europa waren gefascineerd door peyote, en nog meer door mescaline toen dat in 1919 gesynthetiseerd werd in het lab. Het gedroeg zich niet voorspelbaar, zoals andere drugs: sommige mensen hadden extatische ervaringen, anderen nachtmerrieachtige. Het was het eerste voorbeeld van wat we nu psychedelica noemen, en onderzoekers waren gefascineerd door de visuele hallucinaties van de drug. Tientallen mensen beschreven hun hallucinaties, en kunstenaars werd gevraagd om mescaline te nemen en te schilderen of tekenen wat ze zagen.
Het viel psychiaters op dat de effecten van mescaline overeenkwamen met de symptomen van een psychose – hallucinaties, waanbeelden, paranoia, identiteitsverlies – en er werd druk gespeculeerd dat stoornissen als schizofrenie wellicht veroorzaakt werden door een mescaline-achtige, giftige chemische stof in de hersenen. Tijdens de jaren vijftig werd het veel gebruikt in klinisch onderzoek. In de jaren zestig werd deze ‘psychotomimetische’ theorie echter grotendeels aan de kant gezet, en werd mescaline grotendeels vervangen door LSD, wat vergelijkbare effecten had bij een fractie van de dosis.
Mescaline werd gebruikt door veel belangrijke mensen in de twintigste eeuw. Waarom?
In de eerste helft van de twintigste eeuw bestonden er geen psychedelica behalve mescaline, en mensen experimenteerden ermee vanuit allerlei verschillende perspectieven: wetenschappelijk, artistiek, filosofisch en spiritueel. De spirituele traditie, die begon met mensen als Aleister Crowley en Frederick Smith, werd in de jaren vijftig mainstream, met het boek The Doors of Perception van Aldous Huxley. In dat boek, dat gaat over zijn eerste mescaline-ervaring, schrijft Huxley dat mescaline “het wonder, van moment tot moment, van het naakte bestaan” aan hem onthulde. In de jaren zeventig werd peyote populair gemaakt door schrijver Carlos Castaneda, die schreef dat zijn mysterieuze leraar, Don Juan, hem mee had genomen op een reeks trips naar de verborgen wereld van de ‘nagual’, de sjamaan.
Anderen gebruikten mescaline niet voor spirituele verlichting, maar voor artistieke en filosofische experimenten. In 1890 experimenteerden dichters als Havelock Ellis en W.B. Yeats met de drug, door tijdens hun trips naar kunstvoorwerpen en muziek te kijken en luisteren. In de jaren dertig schilderden avant-garde kunstenaars onder de invloed ervan, en psychiaters gaven het aan intellectuelen als Walter Benjamin en Jean-Paul Sartre. Voor Sartre bleek het een erg onplezierige ervaring; naderhand was hij overtuigd dat hij constant werd gevolgd door onzichtbare krabben.
Allen Ginsberg en William Burroughs waren ook erg enthousiast over peyote: Ginsberg schreef dat het “als telepathie, als elektriciteit” voelde, en Burroughs fantaseerde dat hij in een plant was veranderd: “We worden groen, en niemand komt van een chlorofyl-verslaving af.” De meest bekende trip is waarschijnlijk die van Hunter S. Thompson, zoals beschreven in Fear and Loathing in Las Vegas, waarin zijn escapades versterkt werden door de “angstaanjagende intensiteit die de piek van een mescalinetrip kenmerkt”.
Wat was de impact van The Doors of Perception op ons idee van psychedelica?
Voor dat boek dachten de meeste mensen – waaronder Aldous Huxley zelf – negatief over drugs: men dacht dat drugs alleen voor psychiaters, criminelen en bohemiens waren. Huxley presenteerde mescaline als iets nieuws, iets anders – verbonden met zowel eeuwenoude kennis als moderne wetenschap. De term psychedelica maakte dat het minder geassocieerd werd met geestesziekte en psychiatrie, en meer met de zoektocht van een nieuwe generatie naar persoonlijke groei en spirituele verlichting.
Je hebt ontdekt dat het gebruik van mescaline in ceremonies toeneemt. Hoe komt dat?
De Native American Church (NAC) is de laatste jaren flink gegroeid, en naar schatting hebben ze nu zo’n 250.000 leden in de VS en Canada. De kerk verspreid zich snel, ook bij stammen waar dat eerder niet het geval was, zoals de Navajo, onder wie ook andere religieuze stromingen in opkomst zijn, zoals het evangelische christendom.
De NAC biedt een vorm van aanbidding aan die de inheemse Amerikaanse culturele identiteit in leven houdt in de moderne wereld. De leden zijn vaak erg actief in hun gemeenschappen, zoals bij initiatieven als hulp bij (alcohol)verslaving. Onder de Navajo hebben mescalineceremonies een krachtig helend element ontwikkeld en worden deze vaak gezien als effectiever dan westerse psychiatrie, als het gaat om het oplossen van problemen die te maken hebben met trauma en sociale ontwrichting.
In het boek omschrijf je de effecten die de drug op jou had, terwijl je in een goede, positieve setting was – kan je die beleving omschrijven?
Voordat ik begon met het boek kwam mijn meeste ervaring met mescaline in de vorm van de San Pedro-cactus, waar makkelijk aan te komen is, en die veel duurzamer is in ecologisch opzicht dan peyote. Ik heb een paar jaar geleden wat geschreven over een trip die ik in Peru had. Het is moeilijk om te beschrijven van mescaline precies doet, aangezien het een hoop tegenstrijdige gevoelens zijn: aan de ene kant is het euforisch, visueel rijk en betoverend; aan de andere kant is het fysiek vrij ongemakkelijk, en uitputtend. Mensen hebben hierdoor erg uiteenlopende ervaringen.
Hoewel er wat farmacologische verschillen zijn tussen San Pedro, peyote en pure mescaline, vond ik dat ze qua effecten erg op elkaar lijken. Het gekke fysieke gevoel is niet alleen een bijwerking van de cactus, want de pure alkaloïde heeft hetzelfde effect. Het grote verschil zit ‘m in de context: als ik het in m’n eentje nam, of in een experimentele sessie, ging ik volledig op in de gevoelens en de visuele hallucinaties. Toen ik het tijdens een NAC-ceremonie nam in Oklahoma ging het volledig over de gedeelde ervaring.
Wat was de impact van mescaline op de drugscultuur en -wereld?
Tegen de tijd dat de cultuur omtrent psychedelica van de grond kwam, in de jaren zestig, was mescaline vrijwel helemaal vervangen door LSD, wat veel krachtiger was – een gram mescaline is ongeveer drie doses, terwijl een gram LSD tienduizenden doses bevat.
Maar mescaline had een gigantische, zij het indirecte invloed op de moderne drugscultuur. Nadat de chemicus Alexander Shulgin voor het eerst getript had op mescaline in 1960 besloot hij andere fenethylamines te gaan ontdekken die vergelijkbare effecten konden hebben. Zijn zoektocht leidde hem naar de synthese van MDMA, wat in de jaren zeventig z’n weg vond van psychotherapie naar dansclubs. Shulgin synthetiseerde tientallen varianten, zoals DOM, 2C-B en 2C-T-7, waarvan vele de psychedelische eigenschappen van mescaline delen. In zekere zin kunnen al deze drugs gezien worden als ‘getemde’ varianten van mescaline, voor de chemische generatie: minder trippy, maar ook beter fysiek te handelen, en met een trip van drie uur tot gevolg in plaats van een slopende twaalf.
Vandaag de dag is pure mescaline bijna volledig verdwenen, behalve misschien in uithoeken van het dark web. Cacti die mescaline bevatten, daarentegen, worden op grotere schaal gebruikt dan ooit tevoren. Samen met de groei van de NAC wordt peyote steeds populairder in Mexico, voor ceremonies en kruidengeneesmiddelen, met als gevolg dat de ecologie van de cactus nu onder druk komt te staan. De San Pedro-cactus groeit echter overvloedig in Peru, Ecuador en Bolivia, en San Pedro-sjamanen en helende ceremonies verspreiden zich over de hele wereld.
Bedankt, Mike.