Raquel van Haver, We do Not sleep as we Parade all Through the Night…, 2018. Olieverf op jute, zelfgemaakte verf, karton, teer, plastic, houtskool, krijt, gel, hars, haar, posters, papier, telefoons, kroonkurken, as, sigaretten, kralen, vloei en tip. Met dank aan de kunstenaar. Foto: Gert Jan van Rooij
Raquel van Haver: Het gaat echt heel goed, ik krijg extreem veel energie van het opbouwen. Vorig jaar heb ik veel gereisd, naar Londen, Abu Dhabi, Lagos, met allemaal kleine openingen, maar dit is zo anders, intens. Het is de grootste show die ik ooit heb gehad en er mag zoveel, ik heb veel meer ruimte voor experiment en grote gebaren. Ik heb een hele zaal omgebouwd en een type prints laten maken waarvoor ik zelf helemaal geen geld had.Wanneer je jouw naam intypt bij Google is de derde suggestie inmiddels ‘Raquel van Haver kopen’.
Ja echt supergrappig, al heb ik op dit moment echt oogkleppen op en focus ik me op deze show. Ik merk wel dat er meer galeries en verzamelaars aan me trekken, maar die hou ik nog even op afstand: op dit moment heb ik echt oogkleppen op en focus ik me op deze show. Ik ben zeven à acht jaar geleden begonnen met het maken van foto’s die nu in deze show verwerkt zitten, en heb een half jaar elke dag veertien uur in de studio gezeten. Als ik nu tijdens de opbouw mijn aandacht verlies, zou al dat werk voor niets zijn.
Ik zit nu vooral vaker thuis. Vroeger ging ik meer de stad in en nu moet ik gewoon elke dag om zes uur op. Ik ben serieuzer geworden, en richt me meer op de lange termijn. Drie jaar terug heb ik besloten om te stoppen met mijn bijbanen en vanaf dat moment begon alles ook heel goed te gaan. Ik ben gemiddeld denk ik zes maanden per jaar weg en dan probeer ik een half jaar weer hier te zijn. Maar volgend jaar wordt echt een gekkenhuis.
Foto: Martijn van Nieuwenhuyzen
Dat zag ik inderdaad in die laatste video van ze, maar ik ben toen in slaap gevallen.Dat lijkt me een helder commentaar.
Nee, ik was echt supermoe. Het was drie uur ‘s nachts en ik had een hele lange dag gehad. Toen ik het zag dacht ik: oké cool, oké cool, maar ergens in het midden realiseerde ik me dat ik weer vroeg op moest.Ik was er benieuwd naar omdat de directeuren van cultuurfondsen in augustus hebben aangegeven dat ze specifiek geld gaan inzetten voor inclusiviteit en diversiteit. Dat voornemen is ook terug te zien in de manier waarop het Stedelijk jouw tentoonstelling presenteert, en als autonoom maker word je daarmee onderdeel van zo’n agenda.
Voor mij is het fijn dat ik in zo’n agenda pas, ik ben blij om mijn werk te kunnen tonen. En omdat het Stedelijk zich daartoe moet verhouden, ontkom ik er ook niet aan. Ik ben ook blij dat instellingen een breder publiek willen aanspreken, ze hebben een voorbeeldfunctie naar de buitenwereld toe.
Zaalopname Raquel van Haver – Spirits of the Soil, 2018. Stedelijk Museum Amsterdam. Foto: Gert Jan van Rooij
Ja, dat gebeurt ook. Ik ben geadopteerd, dus het is voor anderen heel moeilijk om te bepalen waar ze me plaatsen, en dan kan je altijd wel ergens tegenaan schoppen. Iedereen maakt hokjes en kijkt op een andere manier. In Trinidad werd ik bij een show als ‘Latijns-Amerikaanse kunstenares uit Nederland’ geïntroduceerd, die een mooie weergave van de lokale omgeving maakt, maar hier in Nederland gaat het bij dezelfde schilderijen meteen over armoede en rafelrandjes. Onze beeldtaal is zo anders. Hier in Nederland is een houten kraampje meteen een symbool van armoede, maar daar kan het ook gewoon iets praktisch zijn. Er wordt op zeker drie manieren naar mijn werk gekeken: de Europese, de Zuid-Amerikaanse en de Afrikaanse manier.
Ik zie dat als iets positiefs. Mijn achtergrond is ook Colombiaans, dus ik vertel net een ander verhaal. Ik zie overal ook andere dingen. Toen ik in Zimbabwe was, waar alles heel dor is, werden mijn schilderijen oranje en grondkleur, terwijl ik Trinidad vooral veel in het blauw schilderde. In Lagos werd alles heel groen door de planten die ze daar hebben, en in Amsterdam wordt alles op den duur wat grijs. Daarom is het voor mij zo belangrijk om te reizen. Maar tegelijkertijd vind ik het moeilijk als iets niet-Nederlands wordt genoemd, want wat is niet-Nederlands?Zoals je zelf aangeeft zijn je werken vaak een collage van verhalen en ervaringen. Kan je dat eens laten zien bij een paar werken?
Ja hoor.Het eerste werk waar we voor gaan staan is ‘A Shrine of a Deity: L’enyin ise aye Lo Ku’, een werk dat Van Haver speciaal voor het Stedelijk met een kostbare diasec-techniek uitvoerde.
Raquel van Haver, A Shrine of a Deity: L’enyin ise aye Lo Ku, 2018. Foto van collage, diasec. Met dank aan de kunstenaar. Foto: Hans Wilschut
Raquel van Haver, Change the Rhythm of the Dancehall… It’s Still the Same Groove, 2018. Olieverf op jute, zelfgemaakte verf, karton, teer, plastic, houtskool, krijt, gel, hars, haar, posters, papier, kroonkurken, kralen. Met dank aan de kunstenaar. Foto: Wim Hanenberg.
Raquel van Haver, Dem Smoke and Blaze under Royal regime, 2018. Olieverf op jute, zelfgemaakte verf, karton, teer, plastic, houtskool, krijt, gel, hars, haar, posters, papier, kroonkurken, sigaretten, kralen. Met dank aan de kunstenaar. Foto: Wim Hanenberg.
Ik heb de afgelopen jaren een aantal kunstenaars leren kennen van ongeveer tussen de 28 en 40, die allemaal een sterk verlangen hebben om verhalen te vertellen op een documentaire-achtige manier die dicht bij hen zelf blijft, maar op een heel eigen manier wordt verteld. Van Sheena Rose Ayanna Jackson uit Barbados tot Zanele Muholi uit Zuid-Afrika tot Gareth Nyandoro uit Zimbabwe. Het valt me op dat het vaak kunstenaars zijn die het ook internationaal heel goed doen. Ze reizen de wereld rond en zien van alles, waardoor hun beeldtaal universeel wordt. Ik denk dat het ook belangrijk is dat we een kunsttaal hebben die niet alleen maar regionaal is.Dankjewel!De tentoonstelling 'Spirits of the Soil' is tot en met 7 april 2019 te bezoeken in het Stedelijk Museum in Amsterdam. Hier vind je meer informatie.
Raquel van Haver, One Drop… Your Heart Might Skip a Beat for Many Reasons…, 2018. Olieverf op jute, zelfgemaakte verf, karton, teer, hout, houtskool, krijt, gel, hars, haar. Met dank aan de kunstenaar. Foto: Wim Hanenberg.