In de reeks ‘Grenzen van Europa ‘ brengen we verhalen die laten zien welke invloed de landsgrenzen die Europa verdelen en omringen hebben op de levens van de mensen die er wonen. Want je leven kan totaal anders zijn, afhankelijk van aan welke kant van een grens je bent opgegroeid – zelfs binnen de EU.
In 1964 werd er een groene lijn dwars door een stadsplattegrond getrokken. Sindsdien staat deze scheidslijn symbool voor de laatste verdeelde hoofdstad ter wereld. Dit is Nicosia, de hoofdstad van het oostelijk-mediterrane eiland Cyprus. Het is een plek vol militaire wachtposten, waar drukke straten soms plots doodlopen in muren van tonnen en zandzakken.
Na verschillende gewapende confrontaties tussen de Griekse en de Turkse Cyprioten – de twee grootste etnische gemeenschappen van het eiland – werd Nicosia in 1964 opgesplitst in twee delen. Dit gebeurde pas vier jaar nadat het eiland in 1960 onafhankelijk werd van de Britse koloniale overheersing en de Republiek Cyprus werd opgericht. De scheiding tussen het noorden en het zuiden werd elf jaar later definitief, toen Turkse troepen in de zomer van 1974 het noordelijke deel van Cyprus binnenvielen. De Turkse bezetting was een reactie op een Griekse staatsgreep, waarmee de Grieken de toenmalige president Makarios III omver probeerden te werpen om het eiland met Griekenland te verenigen.
Een door de VN gecontroleerde bufferzone in Nicosia, gezien vanaf een Grieks-Cypriotische bewakingspost in een noordelijke voorstad van Zuid-Nicosia. Lokale bewoners noemen dit ook wel de ‘dode zone.’
De beruchte “groene lijn” maakt van Nicosia het epicentrum van een van de hardnekkigste conflicten in Europa, en het hoofdkwartier van een van de langstlopende vredesmissies van de VN. Sinds de lijn in 1964 voor het eerst op de kaart werd gezet, is hij versterkt en uitgebreid. Vandaag de dag is die lijn zo’n 180 kilometer en wordt het eiland in tweeën gedeeld door een bufferzone die wordt gecontroleerd door de VN. Op haar smalste punten in het stadscentrum is de zone slechts een paar meter breed.
Het zuidelijke deel van het eiland is een EU-lidstaat, bekend als de Republiek Cyprus. Haar soevereiniteit wordt erkend door de Verenigde Naties en alle buitenlandse regeringen, met uitzondering van Turkije. De Turkse Republiek Noord-Cyprus is een de facto staat die in 1983 werd opgericht, en alleen door Turkije wordt erkend. Daar middenin ligt Nicosia, de hoofdstad van beide staten.
Lange tijd vond er in het dagelijks leven amper interactie plaats tussen de twee delen. Maar dat veranderde in 2003, toen het Turks-Cypriotische bestuur de beperkingen bij een voetgangersoversteekplaats in het historische centrum van Nicosia versoepelde. Voor het eerst in bijna dertig jaar konden duizenden Griekse en Turkse Cyprioten de scheidslijn van het eiland nu eindelijk overschrijden. Deze maand, in juli 2019, is het 45 jaar geleden dat Cyprus voor het eerst verdeeld raakte. In al die jaren zijn er verschillende internationale onderhandelingspogingen gedaan om het eiland te herenigen, maar tot nu toe mislukten ze stuk voor stuk.
Fotograaf Marcos Andronicou, die in Nicosia woont, bracht afgelopen voorjaar een aantal dagen aan beide kanten van de scheidslijn door. Hij legde de twee zijden van de grens vast, en sprak met andere Cyprioten over wat de grens voor hen betekent.
Sarah, een 26-jarige serveerster, voor het café waar ze werkt in het noorden van Nicosia. Het café bevindt zich op slechts een paar meter afstand van een van de belangrijkste voetgangersoversteekplaatsen naar het zuiden van Nicosia. Sarah heeft een Cypriotische grootvader en verhuisde met haar ouders van Duitsland naar het noorden van Nicosia toen ze zeven jaar oud was.Ze zegt dat ze nog te jong was om zich te herinneren hoe het was toen zij en haar gezin in 2003 voor het eerst de grens overstaken om het zuiden te bezoeken. Inmiddels heeft ze een paar vrienden in het zuiden en heeft ze er zelf ook een tijdje gewoond. “Na al die jaren steek ik nu dagelijks de grens over, waardoor ik hem niet echt meer zie,” vertelt ze. “Toch kan ik me wel een stad zonder grens voorstellen. Dat zou een stuk fijner en gemakkelijker zijn.”
Zuid-Nicosia. Een verlichte vlag van de Turkse Republiek Noord-Cyprus [TRNC] op een berg in het Kyreniagebergte, gezien vanuit een buitenwijk van Nicosia. De gigantische vlag in de bergen is goed zichtbaar vanuit het zuiden van Nicosia. Hij is ongeveer zo groot als vier voetbalstadions en wordt ’s nachts verlicht met duizenden gloeilampen.
Dionysis, een 27-jarige projectmanager, in het park waar hij regelmatig zijn pauze doorbrengt wanneer hij aan het werk is in Zuid-Nicosia. Vanwege “ethische redenen” is hij nooit de grens overgestoken naar het noorden van Nicosia of het noordelijke deel van Cyprus. “Sinds de inval zijn er veel dingen veranderd. Vandaag de dag steken mensen van beide kanten de grens over om elkaar te ontmoeten, waardoor ik geloof dat we best zouden kunnen samenleven. Toch zorgt de economische en politieke invloed van Turkije in de bezette gebieden ervoor dat we van onze menselijkheid worden ontnomen wanneer we daar komen. Uiteindelijk ben je daar niets anders dan de gijzelaar van een Turkse leider,” zegt Dionysis. “Als ik naar het noorden zou gaan en mijn ID of paspoort bij de grens moet laten zien, zou het voor mij voelen alsof ik een nepstaat erken. Dat voelt als een illegale bezigheid – alsof ik Erdogan help om zijn zin te krijgen. Ik zou er heel graag naartoe gaan, maar ik wil me geen toerist voelen wanneer ik het huis van mijn vader of de andere helft van mijn land bezoek.”
Noord-Nicosia. Kinderen spelen voetbal in de drooggelegde gracht naast de oude stadsmuren van Nicosia. De historische muren van de stad werden gebouwd door de Venetianen toen Cyprus in 1489 onderdeel werd van de Republiek Venetië. De muren zijn nog steeds grotendeels intact.
Melodi, twintig jaar oud, tweedejaars muziekstudent. Vastgelegd aan de Buyuk Han of Great Inn in het centrum van Noord-Nicosia. De eerste keer dat Melodi de grens overstak, was toen ze in 2004 haar moeders dorp in het zuiden bezocht. “Ik herinner me de reacties van andere mensen, hun blijdschap. Iedereen was nerveus, maar tegelijkertijd ook blij.” Tegenwoordig passeert ze de grens regelmatig om met haar familie te gaan shoppen of naar het Troödosgebergte te gaan. “De grens betekent niets, omdat-ie niet hoeft te bestaan. Wij kunnen de grens oversteken en daarheen gaan, zij kunnen de grens oversteken en hierheen komen. We zijn allemaal verbonden.”
Zuid-Nicosia. Een hondenpark in de drooggelegde gracht naast de historische stadsmuren rond het centrum van Zuid-Nicosia.
Zuid-Nicosia. Christenen nemen deel aan een processie voor Goede Vrijdag in het zuiden van Nicosia. Het noorden van het eiland wordt bewoond door een grotendeels islamitische bevolking, bestaande uit Turken en Turks-Cyprioten. De Republiek Cyprus in het zuiden bestaat daarentegen voornamelijk uit orthodoxe christenen en enkele andere katholieke minderheden.
Noord-Nicosia. Moslims bidden in de Selimiye-moskee.
Andreas, 30 jaar oud. Vastgelegd bij de bar waar hij werkt, precies op de groene lijn aan de zuidkant van Nicosia. Andreas groeide op in het zuiden van Nicosia, en was tot een maand voordat deze foto werd genomen nog nooit in het noorden geweest. Hij zegt dat het geen bewuste keuze was om de oversteek niet te maken, maar dat hij onbewust misschien erg gehecht was aan het comfort en de vertrouwdheid van Zuid-Nicosia. Hij vindt het nog altijd jammer dat zijn ouders weigeren naar het noorden te gaan zolang ze hun paspoorten of identiteitsbewijzen moeten laten zien om de grens over te mogen steken. Andreas is vaak jaloers op de katten en vogels die de bufferzone van Nicosia kunnen passeren zonder papieren bij zich te moeten hebben of zich bewust te zijn van de politieke situatie. “Wat betekent het als je een paspoort moet laten zien om over te mogen steken? Het is een stuk nep-papier dat je moet laten zien om een nep-lijn over te steken zodat je een land kunt zien dat wél echt is,” zegt hij. “Ik heb vertrouwen in mensen, en ik geloof oprecht dat we langzaamaan uit de situatie kunnen komen waarin we ons momenteel bevinden. We moeten daarbij wel oppassen, want er zal altijd een vijand bestaan. Maar hoeveel haat kan je nu echt voelen wanneer je samen met een ander eet, drinkt en naar muziek luistert?”
Noord-Nicosia. Derwisjen treden dagelijks op in een voormalige katholieke kathedraal van St. Paul en St. Peter in Noord-Nicosia. De cultuur van de Mevlevi-orde en haar dansende derwisjen werd voor het eerst op Cyprus geïntroduceerd toen het Ottomaanse Rijk het eiland in 1571 veroverde.
Yagmur, een 27-jarige freelance illustrator, in het noorden van Nicosia met de bufferzone op de achtergrond. Een aantal van Yagmurs beste vrienden zijn Grieks-Cyprioten, waardoor ze regelmatig de grens oversteekt. Toch vindt ze het nog steeds frustrerend dat je jezelf moet identificeren tegenover autoriteiten en een grens moet oversteken wanneer je naar een ander deel van de stad wil gaan. In Nicosia krijg je volgens Yagmur vrijwel dagelijks de realiteit en absurditeit te zien die komt kijken bij de verdeling van het eiland. “Omdat ik ermee ben opgegroeid, voelt het voor mij helaas normaal. Ik heb nooit de kans gehad om te zien hoe het anders zou kunnen zijn. Toen de grens in 2003 geopend werd, was ik nog te jong om volledig te begrijpen wat er aan de hand was. Maar sinds we de grens kunnen oversteken, begin ik er steeds meer vraagtekens bij te zetten. Het is best vreemd dat deze situatie onder onze generatie zo genormaliseerd is,” legt ze uit. “Zelfs als de autoriteiten er niets aan zullen doen om vrede te sluiten op Cyprus, leef ik zelf wel in vrede doordat ik de grens oversteek. Ik zie mijn vrienden, ontmoet nieuwe mensen en maak kunst met ze. Ik leef zo vredelievend mogelijk.”
Zuid-Nicosia. Een café op de groene lijn in het centrum van Nicosia.
Noord-Nicosia. Een café op een paar honderd meter van de groene lijn.
Noord-Nicosia. Straatbeeld een paar meter van een oversteekplaats voor voetgangers naar het zuidelijke deel van Nicosia.
Gokhan, een 33-jarige barista. Vastgelegd in het centrum van Noord-Nicosia, in de loods waar zijn koffiekar gestald staat. Gokhan woont samen met zijn Grieks-Cypriotische partner Christina in het zuiden van Nicosia. Ze zijn niet wettelijk getrouwd, omdat Gokhan vindt dat geen enkele regering hoeft te weten wie hij liefheeft. Hij heeft veel vrienden in het zuiden en steekt de grens minstens twee keer per dag over. Toch vindt hij het maar niets om in een verdeelde stad te moeten wonen. “Ik voel me er vreselijk bij,” zegt hij. “Deze stad is mijn stad, en deze stad werd verdeeld door mensen die niet in dit land werden geboren en die niet in dit land woonden. Naar mijn idee zijn het niet de Cyprioten zelf geweest die dit eiland hebben opgesplitst.”
Zuid-Nicosia. Een klein café, gelegen op een paar honderd meter van de groene lijn.
Zuid-Nicosia. Een standbeeld van Markos Drakos op een rotonde in het centrum van Zuid-Nicosia. Drakos was lid van de EOKA, een Grieks-Cypriotische paramilitaire groep die tussen 1955 en 1959 streed tegen de Britse heerschappij. Hun uiteindelijke doel was om de Britten van het eiland te verbannen en Cyprus met Griekenland te verenigen.
Noord-Nicosia. Een herdenkingsstandbeeld dat de aanwezigheid van de Turken op Cyprus viert – van de Ottomaanse verovering in 1571 tot de oprichting van de Turkse Republiek Noord-Cyprus in 1983.
Lenia, een 29-jarige kunsttherapeut, in haar studio in het centrum van Zuid-Nicosia. Tot een paar jaar geleden had Lenia helemaal niets met Noord-Nicosia of Turks-Cyprioten. Pas toen ze na een aantal jaar in het buitenland te hebben gestudeerd terugkeerde naar Cyprus, werd ze nieuwsgierig naar wat zich aan de andere kant van de grens bevond. Hoewel ze momenteel nog niet zoveel contact met Turks-Cyprioten heeft als ze zou willen, is ze er wel van overtuigd dat mensen van beide kanten van het eiland in staat zijn om nader tot elkaar te komen. Haar houding tegenover het noorden is 180 graden gedraaid sinds ze in 2003 met haar familie voor het eerst de grens overstak. “Door wat ik om me heen had gehoord en door wat ze ons op school vertelden, ging ik naar de andere kant met een heel negatief en zwaarmoedig gevoel. Ik wilde zien wat ze van ons hadden afgenomen. Maar door de jaren heen is dat gevoel veranderd. Ik sta er nu anders tegenover,” legt Lenia uit. “Het ergste is dat je eraan went, waardoor het hebben van een grens in de stad niet langer bijzonder lijkt,” gaat ze verder. “Maar tegelijkertijd kun je er nu eenmaal niets aan doen.”
Zuid-Nicosia. Mensen laten hun honden uit in het historische centrum van Zuid-Nicosia.
Sergen, 21 jaar oud, werkt als ober en studeert journalistiek. Vastgelegd voor het café waar hij werkt, in het noorden van Nicosia. Het café bevindt zich op een paar meter van een van de belangrijkste voetgangersoversteekplaatsen naar het zuiden van de stad. Sergen herinnert zich niet veel van de eerste keer dat hij de grens met zijn moeder passeerde om haar dorp in het zuiden van Cyprus te bezoeken. “Ik weet nog dat ik een beetje bang was, maar dat was normaal. Ik kende de plek niet en ik hoorde er allerlei verhalen over, bijvoorbeeld dat de Grieken ons niet mochten. Later besefte ik pas dat zij ook gewoon mensen zijn. We zijn hetzelfde – er is helemaal geen verschil.” Tegenwoordig steekt hij regelmatig de grens over om met Grieks-Cypriotische vrienden af te spreken en naar concerten te gaan.
Marilena, 29 jaar oud, werkt als freelance acteur, dramadocent en activist. Vastgelegd voor Home for Cooperation, een ngo die contact tussen Griekse en Turkse Cyprioten mogelijk maakt vanuit de bufferzone in Nicosia. Marilena groeide op in het zuiden van Nicosia en had vroeger amper een band met het noorden en haar inwoners. Pas toen ze in 2013 betrokken raakte bij verschillende activiteiten tussen de twee gemeenschappen kwam ze met het noordelijke deel in contact. Tegenwoordig steekt ze regelmatig de grens over en heeft ze aan beide kanten veel vrienden en collega’s. “Ik snap best dat veel mensen hun paspoort niet willen laten zien bij de grensovergang, omdat dit de verdeling van het land heel voelbaar maakt. Maar als je de mensen uit het andere deel wil ontmoeten en met hen wil communiceren, zou je echter tot een gezamenlijke oplossing kunnen komen. Ik vind het vreemd en zelfs een beetje frustrerend dat er momenteel niets gebeurt om dit te veranderen,” zegt Marilena. “Zelfs als politici morgen met een oplossing komen, zal er niets gebeuren zolang de rest van de mensen nog niet klaar is om het te accepteren. Zo zullen we nooit vooruit komen.”
Wil je elke week een overzicht van onze beste verhalen toegestuurd krijgen? Schrijf je dan nu in voor onze newsletter .
Volg VICE België razendsnel op Instagram .