Nederlandse clubs mogen vanaf 30 juni weer open en na een jaar van huidhonger, sociale ontbering en schrale livestreams, wordt er verwacht dat het een hete zomer wordt. En omdat alles een tijd lang stil heeft gelegen, is er nu een uitgelezen kans om het clubleven 2.0 een flinke upgrade te geven. Het is namelijk hoog tijd dat iedereen zich elke avond ongans kan dansen zonder zich daarbij onveilig te hoeven voelen.
Mattanja Ewida en Juliënne Beijer van de stichting SexMatters geven Safer Clubbing-workshops aan personeel en eigenaren van clubs en uitgaansgelegenheden. Dat doen ze al een tijdje, maar nu geven ze die workshops ook in het kader van ClubEthics, een initiatief van stichting Nachtburgemeester Amsterdam om het nachtleven veiliger en inclusiever te maken. De vraag is nu: hoe maak je de dansvloer een veiligere plek? Welke verantwoordelijkheden heeft een club hierin? En ook: hoe zorg je ervoor dat iedereen zich ten allen tijden veilig voelt in een club, zonder dat dat gevoel van seksuele vrijheid en grenzeloosheid – wat zo inherent is aan het nachtleven– in het gedrang komt?
Videos by VICE
Bijna iedereen heeft wel een vervelend clubverhaal: van zonder toestemming een hand op je billen tot moeten verzinnen dat je een lief hebt om een plakkerige toerist van je af te schudden. Dat hebben Ewida en Beijer ook gemerkt. De workshop die zij geven is gebaseerd op verschillende ervaringen tijdens het uitgaan. Wat die ervaringen zijn, kan afhankelijk zijn van seksualiteit, etniciteit en gender.
“Door mijn lengte zijn mensen niet zo geneigd mij fysiek te intimideren, maar ik heb wel vaak last van verbale intimidatie: ik krijg vaak racistische opmerkingen die zogenaamd flirterig bedoeld zijn, of mannen praten op een hyperseksuele manier over mijn lichaam.” Ewida vertelt hoe ze geregeld van ruimte wisselt wanneer ze iemand niet van zich af kan schudden. Dat herkent Beijer ook. “Toen ik nog maar net uitging, hebben mijn vriendinnen en ik een paar verdedigingsmechanismen aangeleerd: als iemand aangeraakt werd en dan op een bepaalde manier ging kijken, dan wisten we dat we dan subtiel moesten ingrijpen. We zorgden er ook voor dat we elkaar nooit uit het oog verloren. Daardoor kon ik die grenzeloosheid die bij het nachtleven hoort niet ervaren, want we waren elkaar constant aan het behoeden. In Amsterdam ging ik op zoek naar plekken waar ik me sexy kon kleden zonder lastig gevallen te worden, en omgekeerd ging ik andere plekken juist mijden. Of ik ging me anders kleden, zodat ik me op het einde van de avond niet vies zou voelen door opdringerig gedrag.”
Hoewel er weinig concrete cijfers zijn over racisme en seksueel geweld op de dansvloer, is het wel duidelijk dat er iets moet gebeuren. Zo blijkt uit onderzoek van Amnesty International dat een op de tien studenten te maken hebben met seksueel geweld. Dat geweld zou vooral plaatsvinden tijdens het uitgaan. Het Trimbos Instituut stelde in 2017 vast dat 32 tot 50 procent van de geweldsdelicten in Nederland alcohol-gerelateerd is, en seksueel geweld hoort daar ook bij. En het internet loopt over van verhalen over racistisch deurbeleid. “Tijdens onze trainingen komen deze grensoverschrijdende ervaringen keer op keer naar voren,” vertelt Ewida.
Volgens Ewida en Beijer zijn clubs door onder andere de MeToo-beweging en de Black Lives Matter-beweging bewuster geworden van hoe belangrijk het is om een veiligere en inclusievere ruimte te creëren. “Als je nu vraagt: ben je wel eens gezoend zonder dat je het wilde, of vastgegrepen zonder dat je daar zin in had… dan heeft bijna iedereen dat wel eens meegemaakt. Daar werd eerder minder aandacht aan gegeven, maar dat betekent niet dat het geen probleem is,” vertelt Beijer.
Volgens Beijer is het clubleven een ingewikkelde casus als het gaat om grensoverschrijdend gedrag. “Het nachtleven heeft andere normen en waarden dan het dagelijkse leven: mensen kleden zich anders, gedragen zich anders en gaan ook anders met elkaar om.” Volgens haar komt daar een risico bij kijken: het kan dat de normen van de een niet stroken met die van de ander, en dat iemand daardoor over andermans grenzen kan gaan. Dat geldt ook voor discriminatie op de dansvloer. “Met onze trainingen willen we clubs stimuleren om daarvoor voelsprieten te ontwikkelen, zodat ze ook gepast kunnen ingrijpen,” vertelt Ewida.
Volgens Beijer en Ewida is belangrijk dat een club duidelijk communiceert over het plan van aanpak voor een veilige dansvloer. “Laat weten aan de artiesten, aan je team en aan je bezoekers dat je hier mee bezig bent,” zegt Beijer. “Schrijf op je tickets, op de website, op een poster op de wc dat je als club voor iedereen aanspreekbaar bent. Of schrijf iets als: ‘We behandelen iedereen hier met respect.’ En als iemand dat dan vervolgens niet doet of een racistische opmerking maakt, dan kan je meteen het gesprek aan gaan en grenzen stellen.”
Dat signaal kun je ook afgeven door wie geboekt wordt en wie er achter de bar of bij de deur staan. “Zorg voor divers personeel, dat op de hoogte is van het beleid. Als ik racistische opmerkingen krijg, dan benader ik liever een persoon van kleur,” vertelt Ewida. “Je mag niet met twee maten meten,” vult Beijer aan. “Als je geen bezoeker wil die vrouwen lastigvalt of die racistisch is, waarom zou je zo’n iemand wel als dj of werknemer willen?”
Ook tijdens een clubavond zelf kan je volgens Ewida en Beijer veel doen. Stel: je ziet twee mensen die duidelijk onder invloed zijn samen naar huis gaan. Of beide partijen daar even veel zin in hebben, is in zo’n geval niet altijd even duidelijk. Iets wat er op zaterdagmiddag op het terras misschien grimmig uitziet, lijkt in een club minder vreemd. Wanneer moet het personeel of de beveiliging ingrijpen? Volgens Beijer is het cruciaal dat je hier met finesse mee omgaat. Je hoeft het koppeltje niet per se te onderbreken, maar als je het gevoel hebt dat er iets aan de hand is, kan je wel even een gesprekje beginnen. “Spreek ze heel rustig aan. Zeg iets als: ‘ik zie dat je helemaal lekker gaat, heerlijk, maar heb je zin om een drankje te doen?’ Wees niet veroordelend, maar open de mogelijkheid dat ze een andere keuze kunnen maken.”
“Dat is een scenario dat heel vaak voorkomt in onze gesprekken,” vertelt Ewida. “Soms komt er vanuit personeel de vraag of dit wel hun taak is, en of het monitoren van dit soort interactie niet ten koste gaat van de vrijheid van de bezoekers. Binnen onze trainingen willen een gesprek mogelijk maken waarbij deze verschillende ervaringen en grenzen ter sprake komen.” Dat beaamt Beijer ook. “Je hebt natuurlijk ook drank, drugs en het spel van flirten. Als je daarvoor vrijheid wil faciliteren, moet je ook veiligheid faciliteren.”
En wanneer een bezoeker aan de mouw van de beveiliging trekt, is het volgens Ewida en Beijer noodzaak dat er vervolgens actie ondernomen wordt. “In onze workshops horen we vaak: ‘Hoe weten we nou wat er echt gebeurd is? Het is zo druk in onze club, we hebben het zelf niet gezien’. Dan beginnen we een gesprek over hoe belangrijk het is om iemand die aangeeft kwetsbaar te zijn te geloven. Je kan de vraag stellen: wie heb je liever in je club, iemand die mogelijk een slachtoffer is, of iemand die misschien een dader is?”
Een berg werk dus, maar volgens Ewida en Beijer zijn er geen redenen meer om je hier als club niet bezig te houden. “Soms hebben clubeigenaars, mensen die werken in een club of vaste bezoekers niet door dat andere mensen een andere ervaring kunnen hebben binnen hun club. Het is hun scene, hun thuis en zij voelen zich er veilig. Maar dat gaat niet voor iedereen op,” vertelt Beijer. “We snappen dat je het niet meteen allemaal kan oplossen, maar er zijn simpele stappen die je kan ondernemen om beter beleid te maken. Dingen als ‘het kost teveel moeite’ of ‘we hebben geen controle over beveiligers die we extern inhuren’ zijn excuusjes.” Het feit dat veel clubs nu nog niet goed weten hoe het toekomstige nachtleven eruit gaat zien, betekent volgens Ewida dat nu het ideale moment om beleid aan te pakken. “Dat hoeven clubs niet in hun eentje te doen,” vertelt Ewida. “Wij zijn er ook om te helpen.”