Dit artikel verscheen eerder op i-D Nederland.
Hoewel haar vorige serie over strippers in LA en deze serie in Japanse ‘love hotels’ anders doen vermoeden, is de Nederlandse fotograaf Mila van der Linden niet zozeer geïnteresseerd in de seksindustrie. Het zijn eerder de taboes rondom sommige seksuele onderwerpen die haar intrigeren en die ze met haar werk wil openbreken. Daarom neemt ze haar camera het liefst mee naar anonieme en discrete plekken waarvan de deuren normaal gesproken gesloten blijven, wat vaak tot verrassende nieuwe vriendschappen leidt.
Videos by VICE
Zo bouwde ze in LA een band op met de strippers van stripclub Cheetahs en raakte ze in Tokyo bevriend met twee jonge Japanners die ze in een winkel ontmoette. Ze besloot hen te fotograferen in Tokyo’s love hotels, de hotels waar je kamers kunt huren die speciaal zijn ingericht op een paar uur plezier, en daarmee een goede representatie zijn van Japans enorme seksindustrie. Haar manier van werken is spontaan en impulsief: vaak spreekt ze haar subjecten aan op straat en blijkt het al snel te klikken. Zo ook deze keer, toen ze na een avond uit met elkaar besloten een kamer te huren en een fotoshoot te houden. Het resultaat is een prachtig ongepolijste en intieme serie geschoten in een stad die volgens Mila vol voelbare seksuele contradicties zit. We belden haar op om te praten over haar nieuwe werk, dat ze samen met vriendin Morrison Schiffmacher maakte.
Hey Mila. Wat fascineerde je zo aan Japan?
Mila: Het fenomeen ‘love hotel’ vond ik al jaren heel interessant. Toen we in Tokyo rondliepen merkten we ook meteen die enorme tegenstelling die er heerst op het gebied van seks. Seks is er een taboe, maar tegelijkertijd ook continu in your face. In Tokyo barst het van de love hotels en maid cafés. Seks is dus alom aanwezig, maar de meeste jonge Japanners die ik heb ontmoet praten er niet snel over. Zo waren Hiroyuki en Maina, de jongen en het meisje uit de shoot, nog nooit in een love hotel geweest. Terwijl ik en Morrison meteen dachten: zo’n kamer kun je leuk boeken met je vrienden voor een after. Dat zouden zij dus nooit doen.
Hoe leerde je Hiroyuki en Maina kennen?
Ik kwam ze tegen in een winkel in de wijk Shibuya en vond dat ze er heel interessant uitzagen. Toen heb ik ze gewoon aangesproken en eigenlijk klikte dat, ondanks de taalbarrière, meteen. Met Maina waren we best even ‘lost in translation’, maar toevallig hadden we alle drie een gouden naamketting om – daar konden we wel om lachen. Ik kon mijn ideeën niet uitleggen zoals ik dat normaal kan doen aan modellen, maar dit werkte eigenlijk toch heel goed omdat we volledig op hetzelfde level zaten en vooral veel lol hadden. We zijn daarna nog uit eten gegaan en heel dronken geworden samen.
Spreek je de mensen die je wil shooten vaker aan op straat?
Ik scout liever geen modellen via Instagram – dat je elkaar vervolgens pas op de shootdag voor het eerst ontmoet, dat werkt voor mij niet. Mijn relatie met degene die ik fotografeer zie je terug op beeld, dus juist die persoonlijke connectie vooraf vind ik belangrijk. Ik wil de mensen die ik fotografeer echt beter leren kennen. Daardoor zit mijn werk denk ik vaak tussen modefotografie en documentaire fotografie in. Met de strippers uit LA bijvoorbeeld ben ik nog steeds bevriend. Het gaat niet alleen om een mooi beeld, maar om het karakter dat daar achter zit.
Wat intrigeert jou zo aan de seksindustrie?
Ik vind het interessant om met mijn werk verschillende kanten van seksualiteit te belichten. Vooral ook om op die manier de perspectieven in andere landen te laten zien. Daardoor ontstaat er een gesprek. Seks is te vaak nog taboe, terwijl het zo’n groot onderdeel is van de maatschappij. En ik ben een sucker voor neonlichten – ik hou van dat ordinaire. En vaak hoort dat toch een beetje bij die wereld.