Het griezelige en verdrietige verhaal van Nederlands grootste vrouwelijke seriemoordenaar

cea mai mare criminala in serie a olandei

Het is december 1883 wanneer Hendrik Frankhuizen na dagen van ondraaglijke pijn besluit naar de dokter te gaan. Zijn pasgeboren zoontje en vrouw zijn dan al overleden aan een mysterieuze ziekte waarbij ze non-stop moesten overgeven en diarree hadden, totdat hun organen het uiteindelijk begaven. Het sterven van een moeder en een kind was destijds niet zo uitzonderlijk – vooral niet in de straatarme buurt in Leiden waar de familie Frankhuizen woonde en waar om de zoveel jaar een choleraplaag opstak. Hendrik – die dezelfde symptomen heeft als zijn vrouw en kind – besluit met zijn laatste krachten naar de dokter te strompelen. Dokter Wijnand Rutgers van der Loeff herkent Hendriks symptomen: eerder die week had hij een patiënt over de vloer die precies dezelfde klachten had. Die patiënt woont in dezelfde straat als Hendrik. Voor Rutgers van der Loeff wordt het dan duidelijk: iemand is de buurtbewoners aan het vergiftigen. 

Hendrik Frankhuizen wordt meteen naar het ziekenhuis gebracht. Elf dagen later overlijdt hij, maar dankzij hem wordt een politie-onderzoek gestart. Al snel komt een potentiële, maar hoogst onwaarschijnlijke verdachte naar voren: de 44-jarige Maria Catharina Swanenburg, die in de buurt ook wel ‘Goeie Mie’ werd genoemd vanwege haar zorgzame en betrouwbare karakter. Ook was ze de schoonzus van Hendrik. Zodra Maria als officiële verdachte wordt genoemd van de moord op de familie Frankhuizen, beseft de buurt dat ze wel erg vaak  betrokken was geweest bij gezinnen waarvan alle leden één voor één gestorven waren. Tot op de dag van vandaag zijn er geen Nederlandse vrouwelijke seriemoordenaars geweest die zoveel slachtoffers hebben gemaakt als zij.

Videos by VICE

Historicus Stefan Glasbergen schreef het verhaal van Maria Swanenburg op in zijn boek Goeie Mie. Biografie van een Seriemoordenares (2019). Om te begrijpen hoe Maria kon doen wat ze deed, is het volgens hem belangrijk om te weten waar ze vandaan komt. “Ze is geboren tijdens de industriële revolutie, en dat pakt slecht uit voor de arbeidersklasse waarin ze opgroeit. Je kan veel over die tijd leren als je door haar ogen probeert te kijken naar die geschiedenis,” vertelt Glasbergen aan VICE.

afb-1-foto-goeie-mie-gevangenis-512x779.jpeg
Portretfoto van Goeie Mie, genomen in de gevangenis (1883)

Eeuwige armoede

Het verhaal van Goeie Mie begint op 9 september 1839 in de Oostdwarsgracht in Leiden. Ze wordt geboren in een arm gezin. Haar ouders krijgen veel kinderen, die om de haverklap cholera oplopen en overlijden. Uiteindelijk wonen ze met z’n twaalven in een klein arbeidershuisje. “Je komt binnen een voorkamertje, waar haar ouders sliepen,” vertelt Glasbergen. “Achterin het huis vind je een kleine keuken, maar vaak werd er ook buiten het huis gekookt. Op de eerste verdieping sliepen de kinderen, direct onder het dak. Die ruimte is niet geïsoleerd. Als het regent, is het er koud en nat, als het waait, waait het binnen.”

De vader van Maria kon moeilijk een baan aanhouden, waardoor het gezin in constante geldnood zit. Als Maria twaalf jaar oud is, worden ze uit huis gezet vanwege een huurachterstand. Ze verhuizen naar de Singelstraat, een ruwe buurt waar de allerarmste arbeiders van Leiden woonden. “De buren die later in het strafproces getuigd hebben, vertelden dat de meiden van het gezin eigenlijk nooit buiten kwamen. De hele dag door breiden ze kleding, die later verkocht kon worden,” vertelt Glasbergen. Volgens hem was het destijds een normale zaak om je kinderen op een vroege leeftijd aan het werk te zetten. 

Vermoedelijk heeft Maria daardoor amper een opleiding genoten. “We weten bijvoorbeeld dat ze niet kon schrijven, omdat ze op haar trouwakte een kruisje heeft gezet, waar de ambtenaar van de burgerlijke stand netjes bij schreef: ‘deze vrouw is analfabeet en niet in staat om haar eigen naam te schrijven’,” vertelt Glasbergen.

Op haar achtentwintigste trouwt ze met de vader van haar kinderen, die al voor dat huwelijk geboren waren. Later werd daar met schande over gesproken. “Omdat ze kinderen gehad zou hebben voordat ze getrouwd was, zou ze seksueel losbandig zijn geweest,” zegt Glasbergen. “Maar ze was helemaal niet losbandig. Omdat ze een seriemoordenaar is, wordt ervanuit gegaan dat ze ook op andere vlakken gefaald zou zijn, ‘als vrouw’. Maar daar is geen bewijs voor.” Hoe de relatie tussen de twee was, is moeilijk in te schatten. De verhoren die zijn afgenomen bij haar echtgenoot zijn later verdwenen in een brand. “Er is geen reden om aan te nemen dat er geen affectie bestond tussen deze twee,” aldus Glasbergen. 

Kort na het huwelijk overlijden twee van haar kinderen. Later werd vermoed dat ze haar eigen kinderen vermoord zou hebben, maar in zijn onderzoek kwam Glasbergen bewijs tegen dat die vermoedens tegenspreekt: waarschijnlijk overleden de kinderen aan cholera. “Wat Maria ook probeert of doet, ze kan zich niet onttrekken aan de ellende die haar al van kinds af aan achtervolgt,” vertelt Glasbergen. Na de dood van haar kinderen krijgt Maria een drankprobleem. Kort daarna begint ze met vergiftigen. 

d700xvar.jpeg
‘De Leidsche Gifmengster’ van Roelof Raar (1885)

Begrafenisverzekeringen en arscenicum

In het begin zijn die vergiftigingen financieel gemotiveerd. Vermoedelijk maakte ze haar eerste slachtoffer toen ze 25 jaar oud was. “Wat je ziet, zeker bij die vroege moorden, is dat ze constant bezig is met hoe ze er financieel op vooruit kan gaan,” vertelt Glasbergen. Maria sloot bijvoorbeeld begrafenisverzekeringen af op mensen, die ze vervolgens vermoorde. Soms had ze voor elkaar gekregen dat ze in het testament van haar slachtoffers stond. Ook zorgde ze ervoor dat mensen bij wie ze schulden had het loodje legden.

“In de negentiende eeuw is het idee van zo’n de begrafenisverzekering dat iedereen die voor je kon afsluiten. Dat hoefde geen naaste familie te zijn. De verzekering werd uitgekeerd aan degene die netjes betaald had. In die volksbuurten hadden veel mensen namelijk niet de financiële middelen om een begrafenis te betalen, wat in die tijd zo’n vijftig gulden kostte,” vertelt Glasbergen. “Maar ze wilden wel graag een nette begrafenis. Een pro-deo-begrafenis, zo ergens op maandagochtend, dat was een echte schande. Daarom werden die verzekeringen afgesloten.” Het was gebruikelijk om dat zelfs meerdere keren te doen: van de eerste uitkering kon je begrafenis worden betaald, aan de andere uitkeringen hielden je nabestaanden een extraatje over. “Het is verschrikkelijk, maar je wist dat de kans er dik in zat dat je kinderen jong zouden sterven. Door een verzekering te nemen op je kind, kon je hier toch nog wat financieel voordeel uit halen.” Soms sloot Maria de verzekeringen af met medeweten van haar slachtoffer, maar soms wisten ze er niets van. 

Het afsluiten van verzekeringen is één ding, maar hoe slaagde Maria erin zoveel mensen te vergiftigen? “Buren waren destijds veel meer geneigd elkaar te helpen dan dat we dat tegenwoordig gewend zijn,” vertelt Glasbergen. “En Maria had een goede naam in de buurt. Als er op je kinderen gepast moest worden of als de was moest worden gedaan, dan kon je aankloppen bij Goeie Mie.” Ze kwam dus vaak bij mensen binnen in huis, wat het vergiftigen een stuk eenvoudiger maakte. Maria voegde dan simpelweg wat arsenicum toe aan het eten of de drank die daar aanwezig was. Haar slachtoffers varieerden, van jonge kinderen tot haar aangetrouwde nichten en neven. Het waren vooral mensen bij wie ze gemakkelijk binnen kwam. 

Arscenicum, of arseen, werd destijds verkocht voor verschillende doeleinden: je kon het gebruiken als middel tegen ratten en muizen, maar het werd ook ingezet als legeringselement voor koper. Arseen binnenkrijgen is ontzettend schadelijk voor de gezondheid. Van een arscenicumvergiftiging krijg je constante dunne diarree, waarvan de structuur vergelijkbaar is met koffie. Het vochttekort kan daardoor zo groot worden dat je eraan overlijdt. Als arsenicum in je bloed terecht komt, pakt het je organen aan. Je hersenen worden aangetast, waardoor je knallende koppijn krijgt en je gevoelig wordt voor licht. Uiteindelijk begeven je hart en de nieren het. “Het is een enorm pijnlijke dood,” vertelt Glasbergen. “De verslagen van ooggetuigen die hun familieleden zagen sterven, zijn echt verschrikkelijk.”

Maria moet een innemende vrouw zijn geweest, denkt Glasbergen. “Als je toegang krijgt tot een huis en er kinderen aan je worden toevertrouwd, zal je vertrouwen uitgestraald hebben.” Daarbij wijst Glasbergen op Maria’s bijnaam, Goeie Mie. “Het was gebruikelijk om bijnamen te krijgen, maar Goeie Mie was echt een mooie bijnaam.” De politieagent die Maria arresteerde vertelde later dat hij werd uitgejoeld door mensen die riepen dat Goeie Mie niets misdaan kon hebben. “Dat veranderde snel toen haar moorden bekend werden. Mensen voelden zich erg bedrogen,” vertelt Glasbergen.

image4.jpeg
Arrestatie van Goeie Mie, uit een litho van Roelof Raar (1885)

Van geld naar dwang

Waar de moorden van Maria in het begin een financieel motief hadden, lijkt ze later te handelen uit een soort dwangmatigheid. Sommige moorden die ze pleegde zorgden zelfs voor een financiële schade. Een goed voorbeeld hiervan zijn de zusjes Aben, twee meisjes op wie ze tegen betaling paste. Die heeft ze allebei vergiftigd. “In aanloop van het proces is ze onderzocht door twee artsen die moesten onderzoeken of er iets ‘mis was in haar hoofd’,” vertelt Glasbergen. “Ze kwamen tot de conclusie dat er niets mis was met haar verstandelijke vermogens. Je kan je afvragen of ze vandaag de dag tot dezelfde conclusie zouden komen. Ze kon zelf niet schrijven, dus alles wat we van haar weten is uit de tweede hand. Dat maakt het lastig om een beeld te krijgen van haar geestestoestand.” Toch zijn er wel theorieën. Zo kan het zijn dat ze langzaam maar zeker gewend was geraakt aan criminaliteit. Ook zou haar gedrag voort kunnen komen uit een soort controledrang: het vergiftigen was het enige in haar leven waar ze totale controle over kon uitoefenen.

“En het wordt nog gekker: op een gegeven moment wordt een van de meisjes thuis opgebaard, en doet Maria arsenicum in de koffie van de rouwvisite,” vertelt Glasbergen. “Die visite overleeft het wel, maar het is wel een poging op moord op zes mensen, waaronder op de moeder van de zusjes, die zwanger was.” 

En waarom trok niemand dan aan de alarmbel na zoveel dood en ellende? “De mensen in die buurt waren gewend aan de dood: kindersterfte was er normaal, er zijn een heleboel epidemieën, ook omdat er nog geen riolering in de stad was aangelegd, waardoor het erg onhygiënisch was. Mensen aten ook slecht, bijna niemand werd er echt oud,” vertelt Glasbergen. Daarbij werden dokters gewantrouwd. Mensen waren bang dat een doktersbezoek duur zou uitpakken, en als er al een keer een dokter werd ingeschakeld, kwam die vaak niet opdagen. Dit alles zorgde ervoor dat voor een lange tijd niemand doorhad wat er aan de hand was met al die sterfgevallen in de buurt.  

Dat veranderde dus toen Hendrik Frankhuizen (na het een paar dagen te hebben uitgesteld) naar de dokter ging nadat hij, zijn vrouw en zijn kind pap hadden gegeten waar Maria arsenicum in had gestrooid. Moeder en kind stierven binnen vierentwintig uur na de vergiftiging, Hendrik hield het langer vol. Hij sprak met een dokter, die op zijn beurt de politie inlichtte. Een getuige vertelde dat ze Maria op de dag van de vergiftiging in het huis van het gezin Frankhuizen had gezien. Toen de politie Maria onderzocht, vonden ze de verzekeringspenningen van de begrafenisverzekering van alledrie de slachtoffers in haar zakken. 

image3.jpeg
Het opgraven van de lijken, door Roelof Raar (1885)

Na het moorden

Na de arrestatie ging de recherche bij verschillende mensen langs, die allemaal wel iemand kenden die overleden was terwijl ze door Maria werden verzorgd. Een aantal van die lichamen werd weer opgegraven en onderzocht. “Dat moet een verschrikkelijke klus geweest zijn,” vertelt Glasbergen, die de aantekeningen van de onderzoekers heeft gelezen. “Een aantal van die lijken lag al jaren onder de grond en waren voor een groot deel vergaan, dus ze moesten eerst worden geïdentificeerd door familieleden. Daarna begon het snijwerk, in rottende lichamen. Vreselijk.”

In tientallen lichamen werd arscenicum aangetroffen. Ook waren er verschillende drogisten die konden beamen dat ze arscenicum verkocht hadden aan Maria, en verschillende getuigenissen van buurtgenoten. Uiteindelijk kon worden vastgesteld dat ze ongeveer vijfenzestig buurtgenoten vergiftigd had, van wie er drieëntwintig overleden. Er wordt echter vermoed dat ze de dood meer dan honderd mensen op haar geweten heeft.

“Toen Goeie Mie was opgepakt en duidelijk was wat ze had gedaan, had de hele buurt wel iets te zeggen over haar,” vertelt Glasbergen. “In krantenberichten uit die tijd lees je enorme walging, maar ook een gek soort sensatie.” Het huisje waar ze tot haar arrestatie met haar man en kinderen woonde werd een bezienswaardigheid. “Er hing zelfs een bordje waarop stond dat de gifmengster hier had gewoond,” vult Glasbergen aan. 

En de man van Maria? Die is de dans ontsprongen. “Hij werd gearresteerd, want er was een vermoeden dat hij er iets mee te maken had. Maar hij werd snel vrijgelaten. De media deed alsof hij het slachtoffer was geworden van een gestoorde vrouw,” vertelt Glasbergen. “Toch vraag ik me af hoeveel hij wist. Er waren zoveel vergiftigingspogingen en doden in zijn eigen familie, en via verzekeringsgelden heeft Maria toch een paar jaarsalarissen binnengehaald. Dat geld moet daar ergens in huis gelegen hebben. Hoe kan hij dit niet geweten hebben?” 

De kinderen van Maria kregen daarentegen flink te lijden onder de veroordeling van hun moeder. Ze werden uitgejouwd op straat. “Ik sprak nabestaanden van Goeie Mie die nog steeds in de buurt van Leiden woonden. Die willen niet met naam en toenaam bekend gemaakt worden. Ze schamen zich nog steeds,” vertelt hij.

image6.jpeg
Goeie Mie tijdens haar proces, door Victor de Stuers

De moorden van Maria zorgden voor flinke ophef. Zo veranderde de wetgeving rond het verkrijgen van arscenicum, zodat er minder makkelijk aan te komen zou zijn. De doodstraf was net afgeschaft in Nederland, dus Maria kreeg levenslang. Voor veel mensen wat dat aanleiding om voor een terugkeer van de doodstraf te pleiten. “Journalisten schreven dingen als: nu zal ze nog jarenlang leven op kosten van de staat, en heeft ze het nog beter dan veel arbeidersgezinnen ook, omdat ze te eten krijgt en een fatsoenlijk dak boven haar hoofd heeft,” zegt Glasbergen. Het was ook de tijd dat crematie voor het eerst op gang begon te komen, en dat kon op stevige weerstand rekenen van christelijke groeperingen. Een van de argumenten die ze hanteerden was dat als alle lichamen van Goeie Mie’s slachtoffers gecremeerd zouden zijn geweest, nooit bewezen had kunnen worden dat ze vermoord waren. 

Maar het interessantste aan Maria’s verhaal is volgens Glasbergen hoeveel het zegt over de sociale onrust van die tijd in stedelijk Nederland. “Er is een hoop gebeurd tijdens haar leven. Haar ouders en grootouders maakten de Franse bezetting van Nederland mee. Tijdens haar leven kwam de industriële revolutie op gang. Ze maakte de eerste sociale wetgeving mee: kinderarbeid wordt bijvoorbeeld ingeperkt. Ook de afschaffing van de slavernij heeft ze meegemaakt, en het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog,” vertelt Glasbergen. “Ik denk dat de moorden die ze pleegde een manier waren om aan de ellende van de industriële revolutie te ontsnappen. Alle stereotypen die je kent over die periode, zoals ziekte, armoede en ongelijkheid, die zie je terug in haar levensverhaal. Ze is een personificatie van die donkere periode. En natuurlijk maakte ze fundamenteel verkeerde keuzes. Maar je vraagt je wel af: zou ze dit ook gedaan hebben in onze tijd, waarin sociale zorg veel beter geregeld is? Ik denk het eigenlijk niet.”