Onderzoekers hebben na het bestuderen van twee oude schrijftabletten, die zijn vergeleken met de Steen van Rosetta, een taal ontdekt en ontcijferd die al duizenden jaren niet meer gesproken wordt.
De tabletten, die naar schatting 4000 jaar oud zijn, werden tientallen jaren geleden in Irak ontdekt. Ze werden in aparte collecties bewaard; één in de Jonathan en Jeanette Rosen Spijkerschrift-collectie, en de andere in een privécollectie in Londen. Sinds 2016 worden de tabletten echter bestudeerd door de onderzoekers Manfred Krebernik en Andrew R. George. In januari publiceerde het duo over hun ontdekkingen in het Franse tijdschrift Revue d’assyriologie et d’archéologie orientale, oftewel Tijdschrift van Assyriologie en Oosterse Archeologie.
Videos by VICE
Allebei de tabletten zijn horizontaal gegraveerd in een landschapsformaat, iets wat vooral wordt geassocieerd met Middel-Babylonische Tabletten, die dateren uit de Kassitische Periode tijdens het tweede millennium voor Christus in zuidelijk Mesopotamië. Op het eerste gezicht hebben de tabletten kenmerken die overeenkomen met andere tabletten die eerder zijn ontdekt.
“Op beide tabletten is de tekst door een verticale lijn in twee kolommen verdeeld, net zoals de lijsten en woordenboeken die typerend zijn voor de Babylonische pedagogische geleerdheid,” schrijven de auteurs. “De rechterkolommen bevatten tekst in het Oud-Babylonische dialect van de Akkadische taal.”
De andere kant bevatte echter iets “opmerkelijks”: een verloren taal, waarvan het bestaan lang werd vermoed – hoewel sommigen zelfs dit betwijfelden – maar waarvan er amper overlevende voorbeelden bestonden.
“De linkerkolommen van onze twee tabletten bevatten een bijzondere inhoud,” schrijven ze. “Ze bevatten een tekst waarvan er veel indicaties zijn dat die in een Noordwest-Semitische taal is geschreven.”
De informatie aan de rechterkant van het tablet is bedoeld om de onbekende taal aan de linkerkant te vertalen, waardoor deze hopelijk te ontcijferen is, aldus de onderzoekers.
“Volgens het normale systeem van academische lijsten met twee kolommen, dat in het vroege tweede millennium zijn intrede maakte, zou de rechterkolom regel voor regel het materiaal in de linkerkolom moeten uitleggen.”
Na het analyseren van de woorden en zinnen concludeerden de onderzoekers dat de taal aan de linkerkant waarschijnlijk het uitgestorven Amoritisch is, en dat op de rechterkant het Akkadische equivalent staat. Amoritisch is een voorloper van het Hebreeuws, en tot nu toe waren een paar zelfstandige naamwoorden de enige informatie die we erover hadden. De informatie op de tabletten maakt korte metten met die beperkte kennis.
“Onze kennis van het Amoritisch was zo armzalig dat sommige experts betwijfelden of de taal überhaupt ooit gesproken is,” vertelden de onderzoekers aan Live Science. Maar “de tabletten laten duidelijk zien dat de taal coherent en voorspelbaar gearticuleerd was, en volledig apart stond van het Akkadisch.”
Het tablet geeft ook inzicht over de Amoritische gemeenschappen en geloofsovertuigingen. Een deel van het tablet noemt de namen van goden.
“Als de taal in de linkerkolommen Amoritisch is, dan rijst de vraag of de lijst van goden waarmee de linkerkolom van de eerste tekst begint kan worden begrepen als een weerspiegeling van een specifiek Amoritisch pantheon,” schrijven de onderzoekers. “Elke godheid wordt in de rechterkolom voorgesteld als een tegenhanger van een bekend lid van het Babylonische pantheon.”
Naast hun opmaak en hun gelijkenis met taalhandleidingen hebben de twee tabletten ook nog andere interessante overeenkomsten.
“De eigenaardigheid van de inhoud van de twee tabletten zou kunnen betekenen dat ze uit hetzelfde scriptorium afkomstig zijn,” schrijven de onderzoekers. “Het handschrift op beide tabletten lijkt ook genoeg op elkaar om te suggereren dat ze het werk zijn van dezelfde individuele schrijver.”
Een mogelijk punt van kritiek op het onderzoek is dat de onderzoekers voornamelijk gebruik maakten van foto’s van de tabletten, aangezien ze beiden onderdeel zijn van privé collecties. Desalniettemin achtten zowel Krebernik als George hun ontdekkingen van groot genoeg belang om te publiceren.
“Beide auteurs zijn van mening dat het beter is om pas na intensief persoonlijk onderzoek van een spijkerschrifttablet over het object en diens inscriptie te schrijven. Persoonlijk onderzoek van de hier gepresenteerde tabletten is vooralsnog niet mogelijk geweest, maar hun inhoud lijkt ons van zulk uitzonderlijk belang te zijn dat we ons, ondanks ze niet in levende lijve te hebben kunnen lezen, verplicht voelden om een editie van de tabletten openbaar te maken.”
Dit artikel verscheen oorspronkelijk op Motherboard.
Volg VICE België en VICE Nederland ook op Instagram.