De tweelingbroers Garech en Declan Stone zijn twee vriendelijke en goedlachse Ieren. Onder de noemer The Stone Twins is het creatieve duo verantwoordelijk voor een breed scala aan designs voor reclamecampagnes, videoclips, albumhoezen, logo’s, posters, boeken, postzegels, feestjes, en museumtentoonstellingen. Voor de ambitieuze A’DAM-toren in Amsterdam-Noord waren ze als creative directors eindverantwoordelijk voor de designteams. De toren, die de creatieve en muzikale hub van Amsterdam moet worden, biedt straks onderdak aan bedrijven uit de creatieve en muziekindustrie, maar er is ook ruimte voor exposities, feestjes, en ander creatief vermaak. Hoewel A’DAM pas in de lente in 2016 zijn deuren opent, mochten Garech en Declan al twee prestigieuze prijzen in ontvangst nemen voor de wrap die de bouwwerkzaamheden aan het oog onttrok, en die tegelijk voor veel bekijks zorgden.
Daarnaast waren ze van 2008 tot 2013 hoofd van het departement Man and Communication aan de Design Academy Eindhoven (DAE). Waar The Stone Twins een succesvolle carrière hebben opgebouwd, zagen ze hun alumni vooral spartelen. Het systeem van de designwereld is verrot, was de conclusie. Ik sprak met de broers over de staat van design, hoe moeilijk het is voor designers om succesvol te worden, en waarom studenten van designscholen niet worden aangenomen.
Videos by VICE
The Creators Project: Jullie hebben geschreven over de afgestudeerde studenten van designscholen die worstelen om voldoening uit hun carrière te halen, wat is het probleem?
Garech: Het is frustrerend om te zien dat sommige van je beste studenten na hun afstuderen voor niets stage lopen, terwijl anderen werken in een koffietentje. Het is schandalig. De bureaus buiten de studenten uit. Vijf tot tien jaar geleden waren stagiairs altijd studenten, nu worden afgestudeerden gedwongen stages aan te nemen. Over het algemeen worden mensen bejubeld, en niet hun werk. Dat is gevaarlijk. Misschien 5 procent van de designers wordt op die manier in het licht gezet, terwijl de rest het financieel na tien jaar nog steeds niet makkelijk heeft.
Declan: Garech sloeg de spijker op z’n kop in zijn artikel Something is Rotten in the State of Design: het klokhuis is verrot. Er ligt te veel nadruk op zelfexpressie en beroemd worden. De beste designer en niet het beste design van het jaar wordt op een voetstuk gezet.
Waarom zijn designers zo slecht voorbereid op de arbeidsmarkt, denken jullie?
D: Het begint al bij het afstuderen. De DAE Graduation Show heeft een curator, alsof het een museumtentoonstelling is. Een gecureerde show van de eclectische projecten van studenten is een oxymoron. Waarom zou je afstudeerprojecten cureren, filteren of editen?
G: De manier waarop design gepresenteerd wordt is elitair en vaak onbereikbaar. Design gaat over het oplossen van problemen. Design heeft geen plek in een galerie.
Hoe benaderden jullie het werk van studenten?
D: Wij stelden studenten altijd drie vragen. Wat wil je zeggen? Hoe wil je het zeggen? Wie is je publiek? Als je zelf je publiek bent, zit je verkeerd. Niet dat er iets mis mee is om iets voor jezelf of een kleine, specifieke groep te maken, maar dat is geen design. Design is een taal, geen middel tot een doel – en dan heb ik het over visuele communicatie. Het gebrek aan communicatie is een probleem. We zijn met z’n allen te geobsedeerd door selfies en likes. Dat is aandacht, maar er vindt geen interactie plaats. Als we te ego-gedreven worden, creëren we werk in een vacuüm. Nietszeggend werk.
G: Design heeft natuurlijk esthetische kwaliteit nodig. Iets visueels om je aandacht te vangen en vast te houden. Maar goede design verkoopt producten of idealen. Goed design onluikt emotie. Het maakt je boos, of laat je lachen.
Wat moet er in het designonderwijs veranderen om studenten betere kansen te geven?
G: Er ligt te veel nadruk op creativiteit, maar het onderwijs is niet meer gegrond in realiteit. Studenten bedachten prachtige concepten, maar konden niet werken met software als InDesign. Dan neemt een bureau je niet aan. Veel bureaus hebben het daarom niet zo op studenten die van de designscholen komen.
D: Er moet een balans zijn tussen conceptueel en pragmatisch denken. Een idee hebben en het ook daadwerkelijk uit kunnen voeren.
G: En daarbij, er wordt nu scheidslijn getrokken tussen cultuur en commercie, waarbij commercie een vies woord is. Dat is slecht voor afgestudeerden. De culturele sector kijkt neer op het bedrijfsleven, terwijl ze ondertussen alleen kunnen bestaan door sponsoring vanuit datzelfde bedrijfsleven, en subsidiering vanuit de overheid. Het is absoluut onverantwoord om alle studenten richting één sector, de culturele, te sturen en neer te kijken op werkvelden als de reclame.
Iets anders dan. Voor jullie eigen werk voor de A’DAM-toren waren jullie verantwoordelijk voor alles dat er bij kwam kijken, van de logo’s en branding tot de liftmuziek. Hoe balanceer je zo’n project en zorg je voor cohesie?
D: We ontwerpen natuurlijk niet alles zelf, we hebben geweldige teams gespecialiseerd in interieur, licht, sound en experience design, en die teams sturen we aan. We vinden het leuk mensen bij het project te betrekken, om hen in de schijnwerpers te zetten. De bouwvakkers werken ruim anderhalf jaar aan A’DAM, dus wilden we een manier bedenken om ook hen bij het project te betrekken. Daarom ontwierpen we deze funky bouwhelmen.
D: Het begint altijd met een idee, een concept. In dit geval begon het met de naam. We waren verbaasd dat nog niemand de naam Amsterdam Toren geclaimd had. We hebben er A’DAM van gemaakt, want dat klinkt vriendelijker en dat werd een afkorting voor Amsterdam Dance And Music. De opdrachtgevers van dit project – Sander Groot (AIR), Duncan Sutterheim (ID&T) en Hans Brouwer (MassiveMusic) – zitten allemaal in de muziek, dus het lag voor de hand om er een muziektoren van te maken. Zodra we de naam hadden volgde alles op een logische manier.
G: En waarom zou een brand identity moeten eindigen met drukwerk of een website? Om een werkelijk holistische identiteit te bereiken, moet je overal rekening mee houden, van het interieur tot de bewegwijzering en zelfs de lift. In de toren komen iedere dag mensen die werken in de muzieksector, dus kun je geen gewone liftmuziek hebben. Iedere lift wordt anders; er is een mirror ball-lift, een lift vol met videoschermen, en de lift naar de LOOKOUT heeft een glazen plafond.
Wat betekent A’DAM voor jullie?
D: Veel design heeft een kort leven, je mag blij zijn als een campagne zes maanden loopt. Dit is permanent. Hoe vaak krijg je de kans om je werk letterlijk op de kaart te zetten? De herontwikkeling van deze toren tot een hub voor creatieve bedrijven in de muziek, waar ook bezoekers kunnen genieten, is uniek in Amsterdam. Het geeft een impuls aan de stad.
G: Hopelijk wordt het een katalysator voor de regeneratie van Noord, een fysieke statement van intentie. In andere steden is de rivier onderdeel van de stad, de Thames in Londen, de Seine in Parijs, de Liffey in Dublin… In Amsterdam scheidt het water de stad. Je hebt Amsterdam en je hebt Noord. Projecten als dit brengen de twee dichter bij elkaar.
A’DAM opent in de lente van 2016 zijn deuren. Hou een oogje op A’DAM via zijn blog.
Meer
van VICE
-

Terrance Barksdale from Pexels -

Christina House / Los Angeles Times via Getty Images -

Photo: Whiteland Police Department -

Photo Credit: Infamous PR