“Een bloedverdunner, dat had patent 274350 voor de firma Merck moeten zijn.”
Het is de openingszin van de eerste echte biografie over partydrug xtc, die volgende week uitkomt, getiteld: XTC – een biografie. In het boek wordt beschreven hoe de bijwerkingen van deze bloedverdunner aan de basis lagen van de Nederlandse house-hausse en een bloeiende drugsexport. Ook de minder bekende effecten komen aan bod: elf dagen durende Risk-partijen in gezelschap van Herman Brood en Jules Deelder, een gigantische drugssmokkel naar Ibiza met een houten zeiljacht, voorlichtingshouse en xtc-condooms.
Videos by VICE
Volgens de schrijvers Philippus Zandstra en Wietse Pottjewijd drukte de polderpil een onmiskenbare stempel op de Nederlandse cultuur. We spraken hen daarover.
Hoi Philippus en Wietse. Waarom vonden jullie dat xtc een biografie verdiende?
Wietse: Hij was er nog niet. En ik vind het een superinteressant cultureel fenomeen. Waarom is xtc nou zo Nederlands geworden? Hoe kan het dat zo’n drug niet uit de mode raakt? Over de criminaliteit is veel geschreven, maar wij misten het culturele aspect van de pil en verhalen van de ooggetuigen. Het verhaal van xtc verteld door de mensen die ermee te maken hadden.
Is dit idee soms geboren terwijl jullie een pilletje op hadden?
Philippus: Het was qua gevoel vergelijkbaar. Wij gingen met zijn tweeën surfen en het ging supergoed. De golfjes waren maar twintig centimeter, maar wij waren hartstikke blij ermee. In een uitgelaten bui waren we aan het praten over die sessie, hoe lekker we het vonden. Er kwam een bepaalde natuurlijke high bij kijken. Het voelde als MDMA. Waarom is daar eigenlijk nog geen boek over geschreven, dachten we.
Hm, oké! In het boek beschrijven jullie meer mensen die iets nieuws rondom xtc bedachten, zoals xtc-condooms.
Philippus: Haha, ja. Het eerste ontmantelde lab in Nederland. Een man was bezig in een vakantiepark in Noord-Holland om xtc in condooms te verwerken. Ik weet niet wat hij godsnaam voor elkaar probeerde te krijgen. Hij ging ervan uit dat als je MDMA voelt in dat gebied (rondom de geslachtsdelen, niet Noord-Holland, red.), dat je dan krankzinnige seks kunt hebben. Volgens mij wil je dan vooral graag knuffelen. Hij werd overigens niet vervolgd, omdat hij nog niet wist dat xtc illegaal was.
Er werd ook iemand geïnspireerd tot het maken van de instant houseklassieker Say No To XTC.
Branchevereniging Horeca Nederland kwam begin jaren ’90 met een offensief tegen housefeesten, omdat jongeren daardoor niet meer naar de disco kwamen. Daar draaiden ze alleen maar Paradise by the Dashboard Light en The Summer of ’69. Met xtc vond Horeca Nederland een stok om die feesten mee te slaan: er wordt massaal drugs gebruikt! Politici en politiek moesten daarop duiken van hen. De horecavereniging bracht ook dit muzikale meesterwerkje uit. Hij blijft in je hoofd hangen, hoe crappy hij ook is, maar het werd niet echt een hit.
Toch begon de overheid drugs op een gegeven moment wel aan te pakken.
Philippus: In de eerste jaren dat xtc hier opkwam was er nauwelijks iets bekend over incidenten met die pillen. We zijn er afwachtend mee geweest, zoals we ook heroïne rationeel hebben aangepakt door methadon te verstrekken aan verslaafden. Nederland heeft niet, zoals Engeland, gedacht: er komt een nieuwe drug op en we moeten er keihard op los gaan knuppelen. De nadruk lag op het gezondheidsaspect. Daardoor kon je de pillen ook legaal laten testen.
Wietse: Die repressie is later wel gekomen, maar niet intrinsiek vanuit Nederland. Aan het begin van de jaren nul klopte het buitenland bij ons op de deur: “Hartstikke leuk, jullie losse drugsbeleid, maar hier stromen de pillen binnen.” Frankrijk wilde ons bijna uit de EU gooien en Bill Clinton liep te klagen, waardoor Nederland uiteindelijk dat beleid heeft ingezet. Toen de politie onderzoek ging doen, bleken heel veel moorden ook samen te hangen met het xtc-milieu. Het bleek veel crimineler te zijn dan we dachten. Maar toen het buitenland tevreden was over onze inspanningen werd de xtc-eenheid ook opgeheven in 2004. Dan duurt het een paar jaar, tot in 2010 de labs weer opkomen.
Daar is ook veel gedoe over.
Wietse: Minister Grapperhaus (van Justitie en Veiligheid, red.) heeft het vaak over drugsgebruik op festivals en heeft weer een repressieve lijn ingezet. De negatieve gevolgen van de xtc-productie zijn nu wel veel duidelijker merkbaar voor Nederland dan in de jaren ‘90: bedreiging voor het openbaar bestuur, milieucriminaliteit. Het klinkt misschien cynisch, maar die dumpingen van drugsvaten zijn een gevolg van repressief beleid. Op een gegeven moment hebben ze de toevoer van de grondstoffen voor xtc, zoals PMK uit China, weten aan te pakken. En toen zijn die drugsmakers het zelf maar gaan maken.
Philippus: Vroeger kwam de troep die daarbij vrijkwam gewoon in de Yangtze terecht. Nu komt het in de Maas en de Waal en onze eigen natuurgebieden.
Brr. Heeft xtc ook nog goede invloed gehad op Nederland?
Phillipus: In de begintijd gaf MDMA Nederlanders, vooral mannelijke Nederlanders, het laatste duwtje om de dansvloer op te gaan.
Wietse: In België heb je veel meer de traditie van discotheken waar meer werd gedanst. Wij in Nederland waren toch stugger.
Phillipus: In de jaren ’80 stonden mannen aan de rand van de dansvloer in de bar-dancing te kijken naar vrouwen die rondom hun handtasje aan het dansen waren. Wat ik ook van ravers van het eerste uur hoorde, ook van mannen vooral, is: ik vertel eerlijker aan mijn vrienden dat ik van ze hou. En dat ik met ze knuffel. Dat hebben ze meegenomen naar hun dagelijks leven.
Wietse: Dat geldt voor mij persoonlijk ook.
Jullie hebben niet over je eigen ervaringen geschreven in het boek. Waarom niet?
Philippus: Je verzandt al heel snel in hele flauwe drugsverhalen. Iedereen vindt zijn eigen drugservaringen te gek. Maar als je drie van die verhalen hebt gehoord dan weet je het wel.
Wel lees ik over ervaringen van de eerste xtc-gebruikers.
Philippus: Ik vind die uitspraak van (oergabber, red.) Ilja Reiman nog steeds te gek: dit zouden ze in de Brinta moeten stoppen.
Erg wijs van hem. Bedankt, en succes met jullie boek!
“XTC – een biografie” van Philippus Zandstra en Wietse Pottjewijd verschijnt op 17 november bij Querido Fosfor.
Beeld: Shutterstock/Couperfield