Sport

Deze zaakwaarnemer maakt van amateurvoetballers profs in het buitenland

Gwendell van Riemsdijk.

Ik vind het altijd fascinerend wanneer Nederlandse amateurvoetballers een transfer naar het buitenland maken. Begin dit jaar maakten Joey Salden en Janyro Purperhart bijvoorbeeld de overstap vanuit de vierde klasse naar clubs in Noorwegen en Letland. Het meest intrigerende vind ik nog dat die spelers vaak ook gewoon een zaakwaarnemer hebben.

De zaakwaarnemer van deze spelers is Gwendell van Riemsdijk (35). Hij heeft een eigen voetbalacademie, waarmee hij namens de Amsterdamse amateurclub Zuidoost United uitkomt in de vierde klasse. Zijn selectie stelt hij samen uit spelers die bij jeugdopleidingen van profclubs zijn afgevallen. De jonge spelers strijden in het amateurvoetbal voor hun laatste kans om alsnog profvoetballer te worden.

Videos by VICE

VICE zocht Van Riemsdijk op bij Zuidoost United en sprak hem over het wegbrengen van amateurvoetballers, voedselpakketten opsturen naar spelers en waarom het eigenlijk helemaal niet zo moeilijk is om profvoetballer te worden.

Gwendell van Riemsdijk

VICE: Is het moeilijk om spelers vanuit de vierde klasse naar een profclub te brengen?
Gwendell van Riemsdijk: Profvoetbal is eigenlijk helemaal niet zo moeilijk, man. We zijn misschien niet allemaal gelijk zo goed als Ronaldo en Messi, maar de markt onder de top is verschrikkelijk breed. En ook daar kunnen spelers zichzelf financieel onafhankelijk spelen. Al is het soms via een omweg, zoals het vierde niveau van Zweden. Als je echt het doel hebt om het etiketje profvoetballer achter je naam te krijgen, zijn er opties genoeg.

Wat is er voordelig aan om zo’n tussenstap in het buitenland te maken?
Een jongen van twintig moet bij een club als AFC in de Tweede Divisie dertig goals maken, wil hij überhaupt als amateur een stage krijgen bij FC Dordrecht. Als een speler op het vierde niveau van Zweden twintig goals maakt, wordt er door andere buitenlandse clubs ineens serieuzer en met meer waardering naar hem gekeken.

Je richt je vooral op spelers die net zijn weggestuurd bij profclubs. Wat voor jongens tref je dan aan?
Het zijn eigenlijk allemaal jongens waar niemand meer in gelooft. Sommigen erkennen hun fouten en geven eerlijk toe dat ze geen drol hebben uitgevoerd. Die gaan er bij ons meteen vol voor. Anderen denken juist andersom: ik kom van een profclub en doe het wel even in de vierde klasse. Maar dat kan weleens vies tegenvallen. Vroeger zou ik heel lang met dat soort jongens aan de gang blijven gaan, maar dat doe ik niet meer. Ik ga geen water naar de zee dragen.

Hoe probeer je die spelers wakker te schudden?
Ik geef ze voorbeelden van jongens waarbij de knop is omgegaan. Zoals Janyro Purperhart, die ik vanuit de vierde klasse naar het hoogste niveau van Letland heb gebracht. Daarnaast zijn er natuurlijk talloze voorbeelden van spelers die het niet hebben gered, waaronder ikzelf. Ik laat de jongens weleens elftalfoto’s zien uit de jeugdopleiding van Ajax, waarop je me naast Wesley Sneijder en Nigel de Jong ziet staan. Ik heb ook nog opstellingen van een jeugdploeg van Oranje, waar ik met Arjen Robben in een team zat. Geloof me: niemand wil later aan zijn kinderen vertellen met wie hij vroeger wel niet allemaal op het veld heeft gestaan.

Waarom heb je het zelf niet gered?
Ik had een totaal verkeerde houding. Ik weet nog goed dat ik in de A2 van Ajax mocht blijven, maar dat ik even geduld moest hebben tot een andere speler een transfer naar Spanje zou maken. Ik voelde me toen al veel te groot om daarop te wachten. Ik zou het wel ergens anders gaan maken als profvoetballer.

Dat is niet helemaal gelukt.
Niet veel later werkte ik als platformmedewerker op Schiphol. Op een dag zag ik een grote zwarte materiaalkist voorbijkomen, die ik nog kende uit mijn tijd bij Ajax. De Ajax-selectie was onderweg naar een Champions League-wedstrijd. Een jaar eerder stond ik nog op het veld met een paar van die jongens, maar nu stond ik hun koffers te sjouwen. Danny Blind en Urby Emanuelson kwamen naar me toe om een praatje te maken, en ik schaamde me dood. Ik was pas negentien, en op dat moment was er geen organisatie zoals die ik nu zelf heb opgericht. Als je het niet bij Ajax redde, kon het net zo goed einde verhaal zijn.

Waarom kiezen afvallers bij profclubs eigenlijk voor jouw team, en niet voor een club die hoger speelt dan vierde klasse?
Vroeger moest ik jongens inderdaad nog wel overtuigen om bij ons te komen spelen. Maar dit seizoen had ik 250 aanmeldingen, waar uiteindelijk een selectie van 22 spelers uit is ontstaan. Ze weten dat ze vanuit hier een goede kans maken om weer een stap naar de profs te maken. We spelen in het seizoen meerdere oefenwedstrijden tegen profclubs, zodat ze zich in de kijker kunnen spelen. Jong Roda, Heerenveen en Sparta bijvoorbeeld. Daarnaast zoeken we stageplekken voor de spelers, filmen we alle wedstrijden en voor onze topspelers maken we compilaties met hun hoogtepunten. Alles om ervoor te zorgen dat ze bij een profclub belanden, al is het maar bij Go Ahead Eagles of FC Dordrecht.

Een aantal van jullie spelers is naar Scandinavië vertrokken. Hoe lukt het je om ze daar te krijgen?
De clubs daar weten dat we spelers leveren die genoeg kwaliteit hebben voor dat niveau. Ik draag die spelers ook niet aan als voetballer uit de vierde klasse, dat verkoopt niet – ik laat beelden zien van de wedstrijden die ze tegen profclubs spelen. We hebben trouwens ook weleens in het buitenland gespeeld, bijvoorbeeld tegen Rode Ster Belgrado en Odense BK. Beelden van dat soort wedstrijden spreken veel meer aan.

Hoe pak je het aan bij de spelers zelf?
Onderhandelen gaat ongeveer zo: “Luister pik, ik kan deze club voor je regelen.” Ik onderbouw dat het een goed podium is, met doorgroeimogelijkheden. Het CV van onze spelers stelt niks voor en ik ben geen Mino Raiola, dus we hebben ook niks te eisen. Dat is wat ik ze kan bieden, take it or leave it. Het is voor de spelers een kwestie van investeren in jezelf. Mijn eerste speler, Christoff Dias de Oliveira, zat drie jaar geleden in Zweden en verdiende 500 euro per maand. Ik heb in die tijd dozen met pasta, sauzen en ander eten zijn kant opgestuurd. Dat zijn opofferingen die een speler in deze periode van zijn carrière moet maken.

Gwendell van Riemsdijk

Mino Raiola pakt miljoenen op een transfer. Hoe zit dat bij jou?
Zonder sponsoren zouden we waarschijnlijk in de min staan. Er komt meestal geen commissie voor de zaakwaarnemer bij kijken. Stel dat er een transferbedrag is van twee of drie ruggen, dan heb je het over een commissie van tien procent. Nou, woehoe!

Is wat jij doet moeilijker dan het werk van Raiola? Ik heb zelf het idee dat ik Paul Pogba ook wel naar Real Madrid kan brengen.
Je oma waarschijnlijk ook. Natuurlijk is dit moeilijker, maar misschien is Mino ook wel ooit met amateurs begonnen. Wij willen in de toekomst ook vaker aan grotere clubs leveren. Als God het wil hebben wij over drie jaar ook grote vissen. Maar ik probeer nederig te blijven. Een kleine vis kan op een gegeven moment ook een haai worden.

Wat gebeurt er met de spelers die er niet in slagen om alsnog profvoetballer te worden?
We geven de spelers maximaal een jaar, dan is het erop of eronder. Zit het er niet in, dan maak je het seizoen af en is het daarna exit. Vroeger wilde ik alle 22 spelers helpen. Ik had zelfs een jongen bij me in huis wonen, die uit huis was gezet. Tegenwoordig ben ik tevreden als ik jaarlijks drie of vier spelers een mooie transfer kan bezorgen.

Naast onze geschreven verhalen en video’s hebben we nu ook een podcast: De Wereld van VICE Sports. De afleveringen zijn hier te luisteren bij Apple of hier op Spotify: