Tech 'bubble' gelinkt aan geldbiljetten
Tech

De instorting van WeWork laat precies zien hoe durfkapitalisme de maatschappij ontwricht

Bedrijven als Uber en WeWork bestaan niet omdat ze zo efficiënt of innovatief zijn, of omdat we er zoveel behoefte aan hebben; ze bestaan omdat ze gesubsidieerd worden via durfkapitaal.

De mensen die verantwoordelijk zijn voor de huidige techbubbel beweren dat ze alleen maar goede dingen voor de mensheid doen. Als je ze hoort praten zou je haast denken dat de toenemende ongelijkheid, belastingontduiking en de ecologische achteruitgang gewoon de gevolgen van het kapitalisme zijn. Maar ondertussen ontregelen deze mensen onze samenleving op zowel individueel, collectief als institutioneel niveau.

Advertentie

Er is misschien wel geen beter voorbeeld van hoe erg de boel uit de hand is gelopen met durfkapitaal en Silicon Valley dan de traag voortbewegende ramp die WeWork heet, en de pogingen van SoftBank – de hoofdinvesteerder – om dit bedrijf uit de brand te helpen door zijn geldkraan open te blijven draaien.

Het noodlijdende WeWork – een Amerikaans bedrijf dat kantoorruimtes voor flexwerkers verhuurt, waaronder ook in Amsterdam – weigert vooralsnog kopje onder te gaan. Afgelopen dinsdag sloot SoftBank een deal waarmee het nog eens 10 miljard dollar (9 miljard euro) in het bedrijf stak, waarvan de waarde nu geschat wordt op 8 miljard dollar (7,1 miljard euro). De nieuwste deal van SoftBank bestaat uit een lening van 4,4 miljard euro, een vervroeging van de investering van 1,3 miljard euro die oorspronkelijk gepland stond voor volgend jaar en het inkopen van maximaal 2,6 miljard aan eigen aandelen van werknemers en investeerders. Dat brengt de totale investering van SoftBank op ruim 17 miljard euro.

WeWork heeft duizenden geplande ontslagen uitgesteld omdat het te weinig geld had voor de ontslagvergoedingen. Mede-oprichter en voormalig CEO Adam Neumann krijgt daarentegen een gouden handdruk van 1,5 miljard euro – bovenop de 630 miljoen die hij verdiende door zijn aandelen te verkopen. Wat er wel bij zit is de 873 miljoen euro aan aandelen die hij aan SoftBank heeft verkocht, de toezegging om een lening van 445 miljoen euro terug te betalen aan JPMorgan en 166 miljoen aan advieskosten.

Advertentie

Wat er van Silicon Valley overblijft als je voorbij de verkooppraatjes kijkt, is niet iets om blij van te worden. Het is een hecht netwerk van durfkapitalisten die zelden de gevolgen ondervinden van hun onlesbare dorst naar winst. Ondertussen hebben hun inspanningen ertoe geleid dat bedrijven als Uber de regels konden negeren en zo een nieuwe onderklasse van flexibele arbeidskrachten konden creëren, kon WeWork geld laten verdwijnen en Airbnb de huurprijzen opdrijven.

Achter deze bedrijven zit een kaartenhuis van investeerders, durfkapitalisten en bedrijven als SoftBank, die hun geld gebruiken om de waarde van bedrijven kunstmatig op te drijven tot bizarre hoogtes, met het doel om vlak voordat dit kaartenhuis in elkaar dondert goed te cashen.

Dat kreeg SoftBank ook bijna voor elkaar met WeWork, totdat potentiële investeerders in de beursgang realiseerden dat het helemaal niet zoveel waard was als ze dachten.

SoftBank is zelf erg afhankelijk van schulden. Het is geobsedeerd door schuldfinanciering, wat inhoudt dat het bedrijf investeert met behulp van geleend kapitaal. SoftBank heeft meerdere niet-winstgevende bedrijven vol met geleend geld gepompt om er vervolgens grotere, maar nog altijd niet-winstgevende bedrijven van te maken. Het doel is om vervolgens onder de markttarieven te blijven, een monopolie te krijgen, dan de prijzen weer op te drijven en er vervolgens als bandieten vandoor te gaan.

Advertentie

Deze strategie hebben we ook bij Uber gezien, waarvan SoftBank de belangrijkste investeerder is. Met WeWork is het nog niet gelukt om een monopolie te krijgen – of überhaupt om basale dingen voor elkaar te krijgen als “geld verdienen” – maar SoftBank lijkt in ieder geval wel in staat om het rookgordijn lang genoeg op te houden om de beursgang te realiseren. Zo kan dit bedrijf, de oprichters en andere vroege investeerders er goed aan verdienen; mensen die later instappen, werknemers en klanten zijn echter volledig de lul.

Niet elke industrie kan even makkelijk worden gemonopoliseerd (of in ieder geval snel genoeg). Zelfs de directeur van SoftBank, Masayoshi Son, gaf recent toe dat hij het wel beu begon te raken om geld te blijven verliezen. Er zijn al meerdere niet-winstgevende startups in markten gelanceerd die, tot dusver, niet hebben laten zien dat ze een tot een winstgevend monopolie zouden kunnen leiden. Ondertussen verstoren ze deze markten wel enorm door kunstmatig lage prijzen te hanteren, met als gevolg dat andere bedrijven failliet gaan en ook de mensen die daarvan afhankelijk zijn gedupeerd worden. WeWork en Uber zijn het bewijs dat deze strategie niet lang meer stand kan houden. Als de door SoftBank gefinancierde bedrijven uiteindelijk teruggetrokken worden blijft er niets anders over dan een leeg stuk grond – of althans, een stuk grond waar de restanten van lokale bedrijfjes op liggen, en de sporen van mensen die hun bestaan zagen instorten.

Advertentie

Het idee achter durfkapitaal is eenvoudig: trek kapitaal aan van institutionele beleggers (zoals pensioenen en schenkingen), koop aandelenbelangen in een aantal startups, en hou de boel dan goed in de gaten totdat de start-ups naar de beurs gaan of verkocht worden aan een groter bedrijf, en de investeerders kunnen zich uit laten betalen. Durfkapitalisten werken vanuit de aanname dat de meeste investeringen uiteindelijk mislukken, op een paar uitzonderingen na, maar uiteindelijk eentje misschien wel de nieuwe Facebook of Google is, waarmee alle verliezen gecompenseerd worden.

Van de internetbubbel van 2000 tot vorig jaar is de hoeveelheid durfkapitaal die per jaar rondgaat gestegen van 100 miljoen dollar tot 131 miljard dollar, volgens gegevens van de Amerikaanse National Venture Capital Association. 80 procent van deze uitgaven worden gedaan in slechts vier gebieden: de Bay Area bij San Francisco, New York, Boston en Los Angeles.

In een onderzoek van de Universiteit van Californië wordt de explosie van startups, opkomst van unicorns (startups ter waarde van minstens een miljard dollar) en het feit dat deze unicorns grotendeels niet winstgevend zijn zodra ze naar de beurs gaan, verklaard doordat ze het winner-take-all-principe volgen. “Ze breiden zich snel uit, draaien vrijwel altijd verlies en wekken zelden de indruk om serieus winstgevend te worden.”

Bij de internetbubbel werden durfkapitalisten en andere vroege investeerders nog rijk van de internetbedrijven die steeds meer waard werden en naar de beurs gingen. Bij de huidige techbubbel is er juist sprake van veel scepsis ten opzichte van bedrijven die niet winstgevend zijn, en zetten durfkapitalisten in op het beschermen van hun investeringen.

Advertentie

In de vorige bubbel bleven bedrijven gemiddeld vier jaar privaat, maar vandaag de dag is dat meer dan elf jaar. Deze langere doorlooptijd kan het gevolg hebben dat waarderingen worden opgeblazen en bedrijven meer financieringsrondes nodig hebben, waarvoor het elke keer nodig is dat de waarde stijgt. Het geeft deze bedrijven ook meer tijd om een verhaal te verzinnen over hoe ze zogenaamd winstgevend willen worden.

De afgelopen jaren is het echter zo dat hoe meer geld SoftBank in een bedrijf stak, hoe slechter het rendement werd. WeWork verliest momenteel ruim vijfduizend dollar per klant per jaar, en in veel grote financieringsrondes is SoftBank de voornaamste (of zelfs enige) investeerder. Uber verliest geld bij ieder ritje dat er gemaakt wordt – het bedrijf gaat ten onder doordat mensen simpelweg gebruik van hun diensten maken. Ze blijven overeind dankzij de kapitaalinjecties van durfkapitalisten als SoftBank. SoftBank pompt miljarden in dit soort bedrijven terwijl er geen bewijs is dat ze ooit winstgevend worden.

Rijke durfkapitalisten begrijpen inmiddels ook dat je best geld in een bedrijf kunt blijven pompen om waarderingen te redden, maar dat dit uiteindelijk niet genoeg is: je moet ook doen alsof deze bedrijven daadwerkelijk een winstoogmerk hebben. Het maakt niet uit of Uber of WeWork daadwerkelijk winst maakt, maar ze moeten wel een visie hebben die klinkt alsof ze dat willen.

Advertentie

Een van de meest ingenieuze dingen die Uber doet om dat uit te stralen: praten over zelfrijdende voertuigen. De enige rechtvaardiging voor de krankzinnig hoge waardering van dit bedrijf, was dat ze zeiden te dromen van een wereldwijd monopolie (en bijbehorende winstgevendheid), dat werd ingeluid door de grootste kostenpost kwijt te raken: de onderbetaalde chauffeurs.

Het is niet duidelijk of er überhaupt ooit zelfrijdende auto’s zullen komen, maar mocht dat wel gebeuren, dan zou Uber alleen de arbeidskosten voor menselijke chauffeurs inruilen voor de kapitaalkosten van het bezit van zelfrijdende auto’s en de bijbehorende software. Maar de mogelijkheid dat Uber – een bedrijf dat nog altijd alleen maar een app heeft ontwikkeld – een technologie kan ontwikkelen en op de markt brengen die menselijke chauffeurs volledig kan vervangen, heeft geleid tot almaar toenemende waarderingen. In augustus had Uber nog altijd nooit winst gemaakt. Bij de beursgang verdienden de vroege investeerders een fortuin: mede-oprichters Travis Kalaick en Garrett Camp werden multimiljonairs, SoftBank kreeg meer dan 9 miljard dollar, Benchmark Capital meer dan 6 miljard dollar en het publieke investeringsfonds zo’n 3 miljard. De aandelenkoers is sindsdien met 30 procent gekelderd.

Waar WeWork geldinjecties kreeg van SoftBank, stak het op zijn beurt ook geld in andere kleinere projecten. In aanloop naar de beursgang heeft het twintig andere bedrijven gekocht, waaronder Meetup, het kantoorbeheerplatform Managed By Q en een marketingbedrijf, Prolific Interactive. Destijds was WeWork eigenlijk een onroerendgoedbedrijf, dat deed alsof het in de tech-sector actief was; het is nog steeds onduidelijk of WeWork eigenlijk wel veel meer is dan een ineffectieve verhuurder die zwaar in de schulden zit.

Advertentie

“Vanaf welk punt wordt een misdrijf fraude?” vroeg Scott Galloway zich af, een hoogleraar aan de New York University Business School die het bedrijf ‘WeWTF’ noemde nadat hij naar de financiën had gekeken van de beursaanvraag. Omdat WeWork de grootste huurder is in het centrum van Chicago, New York en Londen, is het onduidelijk wat er met het commerciële onroerend goed gaat gebeuren. WeWork is gestopt met het ondertekenen van nieuwe huurcontracten, en tenzij het op de een of andere wonderbaarlijke wijze ineens geld gaat verdienen, zal het op een gegeven moment een groot deel van de ruim vijfhonderd kantoren wereldwijd moeten sluiten.

Maar hoe kon het gebeuren dat WeWork van een waardering van 47 miljard dollar binnen dertig dagen in een investeerderscoup belandde? Mensen realiseerden zich dat WeWork eigenlijk alleen maar zoveel geld ‘waard’ was omdat SoftBank zei dat het zoveel waard was.

Matthew Stoller verheldert dit in een mooie ontleding van WeWork, en eigenlijk ook van de economie in zijn geheel:

“WeWork had meerdere ‘investeringsronden’ waarbij SoftBank meer aandelen kocht voor hogere waarderingen,” zegt Stoller. “WeWork leek waardevoller te worden doordat Son zei dat het waardevoller was, en meer aandelen voor een hogere prijs kocht. Aangezien er geen openbare markt was voor deze aandelen, was de prijsstelling van deze aandelen volkomen willekeurig. WeWork gebruikte dit geld om onder de prijs van concurrenten te zitten in de markt voor gedeelde kantoorruimtes, in de hoop dat het winstgevend zou worden als ze eenmaal een sterke marktpositie zouden hebben in de huur van onroerend goed of nevenbedrijven.”

Advertentie

“Het doel van Son, en ook van steeds meer grote financierders in privaat vermogen en durfkapitaal, is om grote markten te vinden en dan in één partij kapitaal te stoppen zodat die de rest kan wegconcurreren, en vervolgens de dominante speler kan worden. Op die manier helpen financierders om de concurrentie kapot te maken, met het idee om later geld te verdienen aan de enige die het overleeft heeft.”

Bedrijven als Uber en WeWork bestaan niet omdat ze zo efficiënt of innovatief zijn, of omdat we er zoveel behoefte aan hebben; ze bestaan omdat ze gesubsidieerd worden via durfkapitaal. De gevolgen zijn een economie vol tijdelijke arbeidskrachten, meer files en vervuiling, een wereldwijde onderdrukking van arbeidsnormen en verwaarlozing van openbaar vervoer en taxibedrijven. En ook: de instabiliteit die dreigt als Uber en WeWork in elkaar storten zodra SoftBank en andere investeerders het zat zijn om hun geld aan ze te verkwisten.

Het is niet moeilijk om naar dit soort cijfers te kijken en vervolgens weer over te gaan tot de orde van de dag. Een paar investeerders worden rijk, wat miljardairs raken wat miljarden kwijt; we lachen erover of besteden er verder geen aandacht aan. Ze doen gewoon wat ze doen en blijven toch wel andere bedrijven vinden die ze als geldmachine kunnen gebruiken.

Dat durfkapitalisten niet zomaar bedrijven groter, maar de allergrootste wil maken kan er echter toe leiden dat ook overheden en politici proberen ze over te nemen. Het heeft al een wereld gecreëerd waarin onze persoonlijke gegevens in bezit zijn van grote bedrijven als Google en Facebook. Een wereld waarin we overspoeld raken met goederen en diensten die op korte termijn gratis of goedkoop zijn (zoekmachines, sociale netwerken, maaltijdpakketten, bezorgdiensten, streamingdiensten, deelauto’s), maar waar we op een gegeven moment toch voor gaan betalen. Met onze gegevens, onze banen, onze autonomie, onze aandacht of gewoon met ons geld, want zodra de monopoliepositie is bereikt kan er worden uitbetaald.

De techbubbel is niet zomaar een probleem van de markt. We hebben toegestaan dat durfkapitaal de macht heeft gekregen om de bepalen hoe samenlevingen in elkaar zitten, hoe technologie en arbeid zich ontwikkelen en hoe we ons ten opzichte van elkaar verhouden. Dat we onze goederen en diensten laten beheren door spookbedrijven is geen natuurlijke ontwikkeling – en ook niet bepaald een vooruitgang.

De kern is dat deze techbubbel erger is dan de internetbubbel, juist omdat het zo lang heeft kunnen groeien. Het heeft genormaliseerd hoe makkelijk we ons leven weggeven aan de technologie, waar uiteindelijk alleen een klein groepje mensen profijt van heeft. Om uit de bubbel te komen moeten we onszelf een paar vragen stellen die eigenlijk heel eenvoudig zijn, maar dat misschien niet lijken omdat we zoveel bullshit hebben geabsorbeerd. Is het echt nodig dat we computers en sensoren in ieder oppervlak verwerken? Zijn er geen sociale en politieke problemen die simpelweg niet binnen de markt opgelost kunnen worden? En hoe gaan we de samenleving in ere herstellen als de antwoorden op die vragen blijkbaar zo ingewikkeld zijn?

Dit artikel verscheen oorspronkelijk bij VICE US.