Het lijkt logisch dat veel mensen een afkeer hebben van goedkope drank: het is algemeen bekend dat de brouwsels uit het alleronderste supermarktschap zowel smerig smaken als een extra pittige kater opleveren. Je zou dus denken dat de écht kwaliteitsarme troep – zo ongeveer alles dat bij de slijterij in een plastic fles wordt verkocht en obscure merkloze mixdrankjes – gewoon meer vergt van je lichaam dan de nog steeds betaalbare maar redelijk te pruimen drankjes (denk aan een fles wijn van boven de zes euro, of een shotje Gordon’s).
Toch klopt die redenering misschien niet helemaal. Er is verrassend weinig onderzoek gedaan naar hoe de verschillende ingrediënten en productiemethoden van drank het lichaam beïnvloeden. Dat zegt Laura Veach, onderzoeker bij het Wake Forest Baptist Medical Center in de Amerikaanse staat North Carolina. Tot nu toe gaat het meeste onderzoek over hoe alcohol en ethanol het lichaam in het algemeen beïnvloeden. Het lijkt voor de hand liggend om aan te nemen dat de prijs iets kan zeggen over hoe hard het drankje ons de volgende dag parten zal spelen, maar eigenlijk zijn kosten meestal een onbetrouwbare graadmeter voor lichamelijke impact.
Videos by VICE
Toegegeven: op veel plekken ter wereld wordt de goedkoopste drank door mensen zelf thuis gebrouwen – het soort eerbiedwaardig bocht dat in de VS liefkozend moonshine wordt genoemd. Dit soort drank kost soms maar een zevende van de merk-tegenhanger, maar wordt vaak zonder toezicht geproduceerd. De brouwers hebben weinig kennis van zaken, zijn onzorgvuldig of werken in onhygiënische omstandigheden. In dat soort gevallen is er een hoger risico op besmetting met distillatie-bijproducten: het giftige methanol bijvoorbeeld, dat door professionele, meer zorgvuldige alcoholproducenten wordt verwijderd. (Er is trouwens óók een bloeiende, gereguleerde industrie van ambachtelijk geproduceerde alcohol, die niet in de categorie van obscure thuisbrouwsels valt).
Giftige stoffen als lood kunnen ook in drank terechtkomen, door vieze of onjuiste apparatuur. Volgens recent onderzoek is loodverontreiniging een van de meest voorkomende problemen bij onwettig geproduceerde alcohol. Sommige gewetenloze thuisbrouwers geven hun goedje zelfs een extra kick met desinfecterende chemicaliën, verfverdunner en spiritus, zodat de consument denkt dat het extra sterk is. Daardoor riskeer je met zelfgemaakte drank de ergste kater van je leven — of een beschadiging van je oogzenuwen, met daar bovenop nog een beschadigde alvleesklier, waardoor je langdurig ziek kan worden. Je zou er ook gewoon in één nacht aan dood kunnen gaan.
In veel landen loop je het risico thuisgebrouwen drank te drinken zonder dat je het zelf weet. Criminele groepen en malafide verkopers vullen hun merkflessen met drank van niet-gereguleerde productie, om goedkoper te kunnen leveren of een grotere winstmarge te kunnen behalen dan de verkopers die wél het echte spul aanbieden. In 2015 suggereerde whiskeymerk Jack Daniels dat tot 30 procent van alle geëtiketteerde drank in China nep is. Maar terwijl moonshine nog steeds makkelijk verkrijgbaar is in de VS — als de politie ook maar één illegale distilleerder probeert aan te pakken, worden er vaak al honderden liters in beslag genomen — is het bijvullen van merkflessen met moonshine zeldzaam.
In Nederland zijn er geen cijfers over illegale stookpraktijken, maar door behoorlijk strakke wetgeving kun je er vrijwel zeker van zijn dat de drank die je in een kroeg of winkel koopt, vrij is van moonshine-achtige risico’s — tenzij het duidelijk onder de toonbank gebeurt. Volgens de Nederlandse wetgeving mag je alleen sterke drank stoken als je een vergunning hebt. Zo’n vergunning brengt een aantal plichten met zich mee: je moet bijvoorbeeld in je boekhouding precies bijhouden welke grondstoffen je inkoopt en wat voor soort drank je maakt. Stokers die meteen aan de gebruiker leveren, komen niet in aanmerking voor zo’n vergunning.
Nationale wetgeving en federale regulering kunnen natuurlijk niet alle risico’s uitroeien. De Verenigde Staten zijn er bijvoorbeeld om berucht dat ze het gebruik van verf, hormonen en andere productiestoffen toestaan, terwijl die in de Europese Unie als onveilig worden gezien. De Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit ziet er in Nederland op toe dat er geen levensmiddelen worden ingevoerd en verkocht met hormonen of schadelijke chemische stoffen, maar heeft natuurlijk geen volledig zicht op de productie, laat staan op wat er in verstopte stookkelders gebeurt.
Volgens Veach gaan tot nu toe de meeste onderzoeken over de schade van overmatig alcoholgebruik in het algemeen: problemen aan het hart en de lever, een verhoogd risico op kanker, een zwakker immuunsysteem en minder vruchtbaarheid, om er maar een paar te noemen. Deze klachten worden vaak gelinkt aan ethanol, de belangrijkste giftige stof in drank. We weten gewoon niet, zegt Veach, of andere kenmerken van verschillende soorten drank of productieprocessen die risico’s kunnen veranderen, of eigen risico’s met zich meebrengen. “Er is meer onderzoek nodig in dit belangrijke focusgebied,” zegt ze.
Je zou er voor het gemak uit kunnen gaan dat ingrediënten van lagere kwaliteit ernstigere gezondheidsrisico’s hebben. Maar nog altijd is de prijs geen betrouwbare indicator voor de risicofactoren. Vaak is het de marketingstrategie die de hogere prijs van drank bepaalt, en niet zozeer de kwaliteit. Bij wijn zijn de prijzen erg variabel, maar ook die hebben niet altijd iets te maken met de kwaliteit. En zelfs dure speciaalbiertjes kunnen besmet worden door dezelfde onhygiënische omgevingsfactoren als goedkope pils.
Een paar stoffen buiten ethanol waarvan we wél (min of meer) weten dat er gevaren aan kleven, staan redelijk los van de prijs van je drankje. In de afgelopen jaren hebben onderzoekers gesuggereerd dat congeners — onzuiverheden die ontstaan in het distilleerproces — sterkere katers veroorzaken. De manier waarop die congeners werken, is nog steeds niet helemaal onderzocht, evenmin als de maximale potentiële effecten, waarschuwt Veauch. Over het algemeen geldt: hoe donkerder de kleur van het drankje, hoe hoger het congener-gehalte waarschijnlijk is.
“Dure merken kunnen je laten geloven dat ze betere distilleermethodes toepassen, meer congeners weghalen en daardoor een beter product maken,” zegt Veach. Er wordt bijvoorbeeld beweerd dat een duurdere whiskey je een lichtere kater geeft dan een minder dure. Of dat het zelfs beter is dan een goedkope, heldere wodka, vanwege zogenaamd betere productiemethoden en puurdere ingrediënten. Maar voor nu is dat niets meer dan marketing, benadrukt Veach; we weten niet genoeg over congeners en hoe sterk de effecten zijn, om die claim op waarheid te kunnen checken.
Als je nagaat dat de gemiddelde bourbon 37 keer zo veel congeners heeft als de gemiddelde wodka, lijkt het waarschijnlijk dat zelfs de hoogste kwaliteit bourbon je een ergere kater kan geven dat de laagste kwaliteit wodka. En dan nog kan het zo zijn dat de prijs bij zowel bourbon als wodka weinig te maken heeft met de kwaliteit.
De échte risico’s van goedkope alcohol zitten ‘m misschien niet zozeer in de exacte inhoud van die fles: mensen drinken dat spul ook op een andere manier dan de duurdere alternatieven. “Veel onderzoeken tonen aan dat er meer alcohol wordt gedronken als de prijzen lager zijn,” zegt Veach. “Hoe groter de hoeveelheden en hoe sneller de inname, hoe hoger de risico’s voor je gezondheid en welzijn.”
Heel simpel gezegd: hoe duurder de alcohol, hoe waarschijnlijker het is dat je je drinkgedrag een beetje binnen de perken houdt. Uit financiële overwegingen, of om bewust van een drankje te genieten en de luxe ervan te ervaren. Hoe goedkoper de drank, hoe waarschijnlijker het is dat je vooral aan het drinken bent om snel en stevig dronken te worden. Een aantal mensen vergemakkelijkt dat proces nog eens door mixdrankjes te maken, vooral als de goedkope alcohol een viezere smaak heeft. Maar als je de boel aanlengt, vooral bij energiedrankjes of iets anders met veel suiker, maskeer je het alcoholgehalte en de korte-termijneffecten, zegt Veach. Daardoor wordt het makkelijker om er veel van te drinken. En sommige onderzoeken wijzen erop dat koolzuurhoudende of suikerhoudende drankjes ervoor kunnen zorgen dat de alcohol sneller door je spijsverteringskanaal stroomt dan normaal. Dat kan dan weer leiden tot snellere aantasting en een diepere kater.
Te veel drinken is dus waarschijnlijk de échte dader bij de meeste slechte ervaringen met goedkope drank. Het kán zo zijn dat goedkope drankjes, over het algemeen, slechtere ingrediënten bevatten en dat ze op een slechtere manier gemaakt zijn, wat kan leiden tot een hardere klap de dag erna. Maar: “door het gebrek aan onderzoek waarin goedkopere drankjes worden vergeleken met duurdere, is er onvoldoende bewijs om te concluderen dat duurdere alcoholische dranken minder schadelijk zijn voor je lichaam,” zegt Veach. Sommige soorten drank zijn misschien wel beter voor je dan duurdere alternatieven die vooral veel kosten vanwege sterke marketingstrategieën.
Zo ingewikkeld is alcohol dus. En ondanks alle wetenschappelijke aandacht die alcohol krijgt, is er nog steeds meer onderzoek nodig. Zolang je met mate drinkt en met redelijke tussenpozen, zou het goed moeten gaan, wat je ook drinkt. Maar zorg er wél even voor dat je geen verdachte, spiritus-achtige brouwsels naar binnen gooit.