De mazelen slaan toe in de Verenigde Staten en andere delen van de westerse wereld. In januari zijn er in de Verenigde Staten bijna 100 gevallen van mazelen gemeld en geregistreerd. Het virus is niet zo bedreigend als in de tijd dat we nog niemand vaccineerden, maar in de geregistreerde gevallen gaat het altijd om ongevaccineerde kinderen. En steeds meer ouders lijken zich over te laten halen door gevoelsargumenten om hun kind niet te vaccineren. Laten we dus even goed kijken waar een kind (en de kinderen van anderen die wél gevaccineerd zijn) aan blootgesteld wordt. Het is namelijk niet prettig. Helemaal niet prettig.
Wat is het mazelenvirus? De ziekte uit zich vooral als een lichaamsbedekkende laag van wondjes en blaren. Niet comfortabel. Maar wat is de strategie van de mazelen om deze nare gevolgen te bewerkstelligen?
Videos by VICE
Het virus stamt af van de familie Paramyxoviridae. Uit deze familie komt ook longontsteking voort en de inmiddels uitgeroeide runderpest, een epidemische (dieren-)ziekte die verantwoordelijk gehouden wordt voor de dood van miljoenen dieren. Niet slecht voor een moleculaire structuur die zo simpel is, dat we het virus nauwelijks als levend kunnen beschouwen. Het lijkt meer op een minimachientje, een biologische landmijn, die in plaats van explosieven genetisch materiaal vervoert.
Het virus verspreidt zich bijzonder makkelijk via vernevelde druppels vocht. Die druppeltjes kunnen in een dichte ruimte wel twee uur blijven hangen, maar het is waarschijnlijker dat je ze oploopt doordat iemand in je directe omgeving op je hoest of niest.
Ongeveer 90 procent van de mensen die blootgesteld worden aan het virus raakt besmet. Om dit in perspectief te zetten, voor de griep geldt tussen de 10 en 20 procent kans op besmetting; ongeveer 3 procent van mensen raakt besmet bij blootstelling aan tuberculose en het risico van HIV-overdracht ligt ongeveer rond de 1 procent per blootstelling. De r_0 waarde – die aangeeft aan hoeveel andere personen een besmet persoon de ziekte gemiddeld doorgeeft – van de mazelen ligt op 18 besmettingen per persoon. HIV telt 4 besmettingen per persoon, en de bof – waar je van die dikke wangen van krijgt – komt het dichtst in de buurt met 10 besmettingen per persoon.
Het virus ‘zoekt’ een gezonde cel en maakt een chemische verbinding door misbruik te maken van glycoproteïne, de eiwitten die interacties tussen cellen mogelijk maken. Het virus versmelt vervolgens met zijn doelcel en begint met het maken van nieuw genetisch materiaal. Dat wordt het virale mRNA dat de doelcel uiteindelijk ‘hackt’ om meer virussen gaan produceren. Dit proces herhaalt zich op razend tempo steeds opnieuw, waardoor een mens zich al snel godsgruwelijk slecht voelt.
Bij mazelen (en de meeste virussen) beginnen de dominostenen pas echt te vallen wanneer het virus het longweefsel bereikt. Daar jaagt het virus op macrofagen en dendritische cellen – de eerste verdedigingslinie van ons immuunsysteem die waarschuwingen over indringers afleveren. Daarna dringen de virussen dieper door in ons immuunsysteem, ze bereiken de lymfeklieren en binden ze zich aan witte bloedcellen die het virus verspreiden door het hele lichaam. “De milt, lymfeklieren , lever, thymus (een kinderorgaan), huid en longen zijn de uiteindelijke bestemmingen voor het virus,” schrijft David Shultz in het tijdschrift Science.
Het is niet de droge hoest, het aanhoudende roze oog, of de extreme koorts die zo kenmerkend is voor de mazelen. Het is de monsterlijke uitslag, de dichte verzameling rode vlekken over het gehele lichaam, die soms opnieuw geïnfecteerd raakt en kan leiden tot een levensgevaarlijke hersenvliesontsteking. Het brein wordt dan ofwel direct door het virus geïnfecteerd of het verzwakte immuunsysteem vergist zich en valt de hersenen aan – hoe het ook gaat, kan dit leiden tot neurologische problemen en zelfs de dood.
De rode uitslag is niet persé uniek voor mazelen, en staat ook wel bekend als maculopapulaire huiduitslag. Een soortgelijke vorm van deze uitslag komt ook voor bij besmetting met Ebola, roodvonk, secundaire syfilis of in sommige gevallen bij blootstelling aan te veel hitte.
De zichtbare uitslag is een verzameling ontstekingen. Terwijl het virus rondtrekt door het lichaam, infecteert het de kleine haarvaten in de huid, waar het immuunsysteem op reageert door stikstofmonoxide en histamine af te geven. Deze stoffen vallen het virus, maar ook het omliggende weefsel aan. Dat gaat weer ontsteken, met als resultaat zwellingen en beschadigingen aan de huid: huiduitslag.
Dit is de normale gang van zaken bij virale infecties: het virus infecteert een lichaam en het lichaam keert zich tegen zichzelf in een poging om zichzelf te beschermen. In het meest extreme geval ontstaat er dan een cytokinestorm, waarbij het immuunsysteem losgaat op een indringer.
Het lichaam vult zich dan met signaalmoleculen, die allemaal aangeven dat er antilichamen, gifstoffen en/of nieuwe signaalmoleculen moeten worden geproduceerd. Bij Ebola kan zo’n storm zo heftig zijn, dat de resulterende ontsteking de bloedvaatjes zelf kapotmaakt. Ondertussen sterven overal cellen en hoopt necrotisch (dood) weefsel zich op, wat geen prettig plaatje oplevert.
Gelukkig gaat het niet zo ver bij de mazelen, maar het is desalniettemin een zeer oncomfortabele ziekte die je niemand toewenst. Vooral niet je kinderen.