Willem (links) en Arnold (rechts)
Paradiso vroeg dj’s Arnold en Willem om het naprogramma van Moke-voorloper Supersub te verzorgen. Dat was op 21 mei 1997. Over een paar maanden mogen de eerste Noodlanding-baby’s zelf naar de langstlopende clubavond van Amsterdam. Hoog tijd voor een interview in het appartement van Arnold, waar de muren aan het zicht onttrokken worden door duizenden cd’s die schijnbaar willekeurig naast elkaar staan, al verraden briefjes met teksten als ‘redelÿk’, ‘erg goed’ en ‘hipster indie’ dat er toch een soort systeem in zit.
Videos by VICE
In de praktijk betekent ‘interview’ overigens vooral een monoloog van Arnold. Willem beperkt zich tot bijsturen wanneer zijn collega uit de bocht dreigt te vliegen, wat grofweg voortdurend het geval is. De vragen zijn er later bij bedacht, om de boel een beetje leesbaar te houden.
Noisey: Is er veel veranderd in die achttien jaar?
Arnold: We kunnen niet meer zeggen dat Noodlanding een 100% indieavond is. Langzamerhand zijn we een doorgeefluik van de tijd geworden. We hebben altijd alle stromingen die de kop opstaken opgepikt. Toen we gangsterrap omarmden vond er voor het laatst een discussie plaats met personeel en programmeurs: kan dit wel? Er was in die tijd wel eens een vechtpartijtje. Dat had je in de eerste paar jaar nooit.
Willem: Vroeger had je vooral bezoekers die ook naar concerten gingen. Nu is het echt uitgaanspubliek.
Arnold: Het is goed om overal in mee te gaan. Je had een electroclash-tijd, 2step, drum&bass, UK garage, deephouse. Die stromingen moet je oppikken, anders word je een soort classic die kan vergaan.
Hoe bouw je een avond op? Hoe weet je wanneer je wat moet draaien?
Arnold: Ik ben altijd van het opsparen.
Willem: Dat is niet zo, maar ga door.
Arnold: Voor mijn gevoel spaar ik op. Soms draait Willem al wat ik voor later wilde bewaren. Dan zijn we er in het laatste uur al een beetje doorheen. Maar er is niet één waarheid. Als je alles opspaart riskeer je dat iedereen om half vier naar huis gaat.
Willem: Volgens mij is het precies andersom. Ik spaar op omdat ik weet dat we anders om 3:00 uur door de vetste dingen heen zijn. Maar dan draai jij ze toch al. Dat gaat al jaren zo.
Arnold: Je houdt het toch, dat je over en weer denkt: god, waarom nu al? Ik weet nog dat jij I Follow Rivers verplaatste van primetime naar half één of zo. Later dacht ik, hij ís ook passé, dus wat maakt het uit?
Maar in principe komen de grote hits dus na 3:00 uur?
Willem: Tot 1:00 uur probeer ik vooral nieuwe dingen te draaien. Het eerste uur gebruik ik ook om te testen. Hoe klinkt het in de zaal, wat werkt wel, wat niet? Daar ga je wel eens mee de mist in.
Arnold: Willem draait nummers al wanneer ze pas een paar uur uit zijn. Ik ben afwachtender. Wanneer ik denk: dit is er eentje, dan ga ik hem ook echt hameren. Dan moet het een megahit worden. Ik ben arrogant genoeg om te denken: ja, die heb ik gecreëerd.
Noem er eens een paar?
Arnold: De Fat Boy Slim-remix van Brimful Of Asha is de eerste die me te binnen schiet, maar het zijn er veel. Andersom werkt het natuurlijk ook. Waarom is Sterrenstof van De Jeugd van Tegenwoordig een grote hit geworden en Elektrotechniek niet? Een nummer heeft clubairplay nodig om een livehit te kunnen worden. Die nieuwe single, Manon, dat is een piss take. Het is meer een reactie op muziek dan dat het echt muziek is.
Willem: Voor Barkie gold dat ook. Dat werkt niet in de club.
Gaat het er puur om wat werkt, of ook wat je zelf leuk vindt?
Willem: Vroeger kreeg ik vaak het verwijt dat ik alleen maar voor mezelf stond te draaien. Dat kun je echt niet meer zeggen. Thuis luister ik graag John Coffey. Dat draai ik niet op Noodlanding. We draaien ook niet altijd alles wat werkt. Typhoon vind ik te politiek correct.
Terwijl Zandloper het uitstekend zou doen.
Arnold: Maar waarom zou je het draaien? Het is Nick & Simon-hiphop. Appelpophiphop. Subsidiehiphop. Rot op!
Wat is de hit van dit moment?
Willem: Ik zou er zo snel niet een kunnen noemen.
Arnold: Drank & Drugs was het, maar het Beatle-eske gegil als je hem opzet is er alweer vanaf. Twee, drie maanden pieken, dan is het voorbij. Dat zag je ook met CoCo van O.T. Genasis.
Willem: Ik heb het gevoel dat nummers een steeds beperktere houdbaarheidsdatum krijgen. The Ting Tings konden we jaren draaien. Er is nu niets meer wat zo lang mee gaat.
Dat lijkt me goed nieuws, dan heb je meer vrijheid.
Willem: Het luistert juist ontzettend nauw.
Arnold: Er was een periode dat Willem veel electrohouse draaide. Voor mijn gevoel jaagde hij binnen een uur driehonderd man naar buiten. We kregen er ruzie over en toen dacht ik: oké, dan draai ik ook wat ik leuk vind. Deed hij drie van die Teutoonse dingen en ik drie Fidlars en Wavves’ enzo. Binnen een half uur was de zaal leeg. Er stond duizend man en ik wilde ze gewoon binnen drie kwartier weg hebben. Dat kan dus, muziekinhoudelijk.
Dat moet je niet te vaak doen.
Arnold: ik denk dat we veel vrijheid hebben, omdat we al achttien jaar gemiddeld duizend man trekken. Het mag een maand slecht gaan. Het is net als bij voetbal. Heel veel lui hebben een hekel aan Cristiano Ronaldo, maar als hij er elk seizoen genoeg in het mandje legt, zeurt niemand erover. Zolang wij het vol trekken zijn we financieel interessanter dan iemand als Diplo. Die zegt gewoon: de deur is 22,50, er kunnen zoveel man in, dus ik wil zoveel keer 22,50.
Wat maakt een avond goed?
Arnold: Drukte is belangrijk. Als er achthonderd man zijn, dan wordt het vaak Noodlanding by the numbers. Je draait je hits, je stelt iedereen tevreden en meer zit er niet in. Verkloot je het op zo’n moment, dan sta je om 4:00 uur voor een lege zaal te draaien. Dan maken we er liever een degelijke zeven van. Bij 1400 man is veel meer mogelijk, dan kun je bijvoorbeeld wél Fidlar draaien.
Het gaat bij jullie puur om de muziekkeuze, jullie staan niet bekend om jullie knappe mixskills.
Willem: Daar moeten we het niet van hebben en daar worden we ook niet op beoordeeld.
Arnold: We mixen op de break, niet op de beat. Er zijn gek genoeg wel steeds meer kids die met ons op de foto willen. Achttienjarigen komen met grote ogen naar ons toe: dit is mijn favoriete avond ooit. Het verbaast me dat we die jonge lui aanspreken. Vanaf hun drie-, vierentwintigste gaan ze afhaken. Dan gaan ze zich richten op een niche, of ze denken dat het toffer is om in de Chicago Social Club te staan. Of ze haken letterlijk af, omdat ze het niet meer zo volgen.
Willem: Laatst kwam er een glazenhaler die vroeg om dat nummer van Peter, Bjorn & John. Die draaiden jullie een paar jaar geleden altijd. Dat is toch niet helemaal het idee.
Maar superhip zijn jullie ook niet, toch?
Arnold: Als iemand Noodlanding attendt op Facebook, dan schrijft daaronder wel eens iemand: ‘Nee toch?’ Dat heb ik nog nooit gelezen bij een Chicago Social Club-event. Dat heeft toch meer cred. ‘Moehahaha’ staat er ook. Dan reageert die ander: ‘Ben een beetje blut, het kost maar drie euro.’ Alsof ze zich ervoor moeten schamen dat ze naar Noodlanding gaan.
Willem: Als je alternatieve hits draait heb je altijd mensen die het alternatiever willen en mensen die meer hits willen. Je doet het nooit goed.
Arnold: En toch, voor een avond die redelijk verguisd wordt, denk ik dat wij ons meer met kwaliteit bezighouden dan menig goed bekend staande urban- of technoavond.