Meestal ga je naar een festival met een groep vrienden, en daar zit ongetwijfeld iemand bij die altijd een driedubbele tand te ver gaat op festivals. Het soort mens dat het laatste greintje energie uit zijn of haar onwelriekende festivallijf haalt om toch nog volop te kunnen genieten van een last-minute optreden van Extrawelt op maandagochtend, terwijl de rest al naar de tent is gewankeld. De vrouw of man die twee weekenden achter elkaar vierdaagse festivals meepakt, en bijna flauwvalt van de Club Mates waar de keel in razend tempo mee is gesmeerd – onder het mom van rustig aan doen. Die niet slaapt, maar liever buiten de tent op een stoel met een sigaret in de mond – terwijl er in de sleur van het dagelijks leven niet meer wordt gerookt – de ochtendgloren plukt door een rits grappen de wereld in te slingeren. Die, als het niet snoeihard beukt, liever niet naar een optreden wil kijken.
Laat me je vertellen over mijn inspirator Ellie, en deze naam is gefingeerd omdat ik het haar niet aan wil doen om een garde fans achter zich te scharen, met verzoeken of zij samen met haar de festivalervaring tot een hoger plan kunnen tillen volgend jaar.
Videos by VICE

Twee jaar geleden was mijn eerste keer op Fusion Festival. We namen de nachtbus vanaf Amsterdam naar Lärz met een groepje van tien, ongeveer. Ellie is het type mens dat zich het meeste zorgen maakt voorafgaand aan een festival, want als de voorbereidingen, met name als het gaat om drank en drugs, niet tot in de puntjes zijn geregeld, dan kan het nog wel eens voorkomen dat ze de barre middelen van anderen moet gaan regelen – op het festival zelf. En een festival waar men zich zorgen maakt, over wat dan ook, is zeer ongewenst volgens Ellie, want dan had je beter nog een dagje in het duistere hol dat kantoor heet kunnen gaan zitten.
De meeste mensen die naar een festival gaan hebben in hun voorbereiding een iets minder onrustige inborst. Hooguit wordt er geld geïnvesteerd in een flesje wodka, zonnebrandcrème en misschien een pilletje van het een of ander, en is de algemene opvatting dat het allemaal wel goed zal komen. Je kan namelijk immers nog van alles kopen op het festivalterrein, en als je iets mist, dan heeft een ander het vast wel bij zich. Maar in het hoofd van Ellie manifesteert de paniek zich uitsluitend voor aanvang van het festival, zodat na de eerste slok wodka de aandacht kan worden gericht op waar het leven eigenlijk om draait: compleet uit je reet gaan, zonder met iets of iemand rekening te hoeven houden.
Het motto van de onverbiddelijke vlammer is ‘een goede voorbereiding is het halve werk’ maar voornamelijk ‘combineren is domineren’. Dus voorafgaand aan het festival wordt een Whatsapp-groep aangemaakt, en moet het gangmakertje richting een grimmige dealer om vervolgens voor zeshonderd euro een zak te kopen met daarin zoveel mogelijk verschillende opties. Risico wordt er niet genomen, dus het zakje middelen wordt netjes in een condoom gedraaid, die weer verdwijnt in de bodem van een potje nivea. Want daar zal het verdoemde Duitse fuikpersoneel heus niet in lopen graaien.
Terwijl wij vrienden onbezonnen doortikken op ons werk en er vooral gierend veel zin in hebben, zit Ellie haar nagels tot op het bot af te bijten, en haar tas nogmaals drie keer te checken om zichzelf die zorgeloze festivalervaring absoluut te garanderen.

Eenmaal aangekomen op de camping en na het opzetten van de tenten wordt de feeststemming direct ingezet door de grote rode bekers die ze heeft meegenomen en voor tweederde worden gevuld met de wodka, en een bescheiden straaltje sinas. De drijfveer van plezier heeft zelf de meeste koppijn van iedereen door de vermoeiende reis, maar wodka met warme sinas en drie ibuprofen verdooft – ook een van haar motto’s. Weigeren mag niet, dus iedereen zit doodop en met tegenzin hun bekertje wodka weg te slaan. Terwijl het doorsnee mens wellicht eerst even een festivaluiltje wil knappen, het terrein verkent, een goede bodem legt, en een avondplan maakt, is de stuwende kracht van het festivalplezier om een uurtje of zeven al straalbezopen en klaar om er een gloeiend feest van te maken.
We staan voor het podium dat de Seebühne heet, en na een tijdje zie ik mijn lievelingsfeestvriendin al zeker een half uur richting de bosjes dansen bij een klimstellage in plaats van het podium, omdat ze in de onjuiste veronderstelling is dat de DJ vanuit die plek muziek aan het pompen is. Daarna neemt ze zeker tien minuten trekjes van een sigaret die nooit is opgestoken, terwijl ze in haar tanktop met gaten staat, met een kinderpolitiehelm van de action op haar hoofd. Dat inspireert, want dat iemand in staat is om het festival nóg leuker te maken dan het al is door zich dingen voor te stellen die helemaal niet gebeuren terwijl er geen greintje eigenwaarde verloren gaat, daar kan een mens alleen maar bodemloos respect voor hebben.
Terwijl wij vrienden onze vermoeidheid proberen te ontkennen en onze voeten een voor een optillen in de late uurtjes van de eerste dag op een festival, wordt er door Ellie een professionele dansroutine ingezet, want de drijvende kracht achter ieders vertier heeft vroeger aan hiphopdansen gedaan, en deze plek is een prima moment om dat te demonstreren. We hadden eigenlijk allang in onze tent moeten liggen, maar er zijn weinig dingen in de wereld leuker dan vanaf de zijlijn kijken naar een mens dat het voor elkaar krijgt om toeterzat de complete routine van de Hiphopklas ‘DanceGirls 2008’ uit Wormerveer op te voeren tijdens een technoset.

Minuten, drie wodka met Club Mate en een razende hartslag later is ze haar vrienden, haar telefoon en pinpas kwijt, maar een flauw benul van deze feiten die een festival voor reguliere feestgangers zouden kunnen bederven, is er niet. Ondertussen wordt er getongd met mannen die er volgens haar uitzien als Hank Moody van Californication, maar die er in nuchtere toestand meer uit blijken te zien als Django Wagner van het Tros Muziekfeest.
Op een gegeven moment slaat het besef toe dat al haar vrienden bij een podium staan waar weliswaar echte instrumenten worden bespeeld, of er enigszins melodie te bekennen is, en dat zorgt voor de nodige woede en frustratie – want de vuistregel is beuken. Haar kwade dronk en onovertroffen overtuigingskracht komen op dit moment tegelijkertijd met wat onverstaanbaar gebrabbel naar boven en ze sleept iedereen mee naar het oninspirerende gedreun van Marcel Dettman, die op dat moment op de sleepless floor draait. Terwijl de rest de eerste signalen van een kater al in hun hersenen voelen prikken, is Ellie’s piek nog niet bereikt. De laatste restjes energie worden door haar lijf gepompt en het danstempo wordt ook nog even opgevoerd – want de sleepless floor “die is het allermooist, verdomme”. Ellie is een groot contrast met de rest van de mensen die op dat tijdstip bij het podium staan, want daar is meestal alleen nog maar een dreadlock van over.

Het is inmiddels elf uur ‘s ochtends en wel mooi geweest, dus ze wiebelt gedesoriënteerd maar voldaan het festivalterrein af en vindt wonder boven wonder haar blauwe tent terug. De eerste van de vriendengroep is al lekker fris opgestaan en roert met een opperbest humeur door knakworsten – iets dat Ellie nooit zal begrijpen, maar desalniettemin genoeg reden om de dag weer te beginnen, want slapen kan ze toch niet. Na een ontbijtje, het overdenken van haar leven, een frisse duik en een Club Mate wodka, gaat ze met een envelopje en knallende koppijn weer het terrein op, om haar vrienden opnieuw te bekoren met een schitterende veldtocht over het festivalterrein, voordat ze op maandag het echte leven weer mag vieren – op kantoor.
Ik ga binnenkort weer met haar op pad, en er zijn niet veel dingen in het leven die mij gelukkiger maken dan het vrolijke besef dat ik mijn turbofeestvriendin weer kan gadeslaan op een festival.
Als je zin hebt in het lezen van meer stukken over uit je reet gaan en festivals in het algemeen, check dan festivals.vice.com.
Meer
van VICE
-
(Photo by Francesco Castaldo/Pacific Press/LightRocket via Getty Images) -
M Scott Brauer/Bloomberg via Getty Images -
Firefly Aerospace/YouTube -
Justin Paget / Getty Images