Als je smartspeakers die je altijd afluisteren eigenlijk eng vindt, maar toch een Google Home-speaker thuis hebt staan, dan ben je niet de enige.
In een recent onderzoek van de Universiteit van Michigan, is vastgesteld dat mensen die een smartspeaker op de vensterbank hebben staan, zoals die van Google, Amazons Alexa en de HomePod van Apple, heel goed op de hoogte zijn van de privacyrisico’s. De reden dat ze toch voor die afluisterapparaten kiezen is naar eigen zeggen, omdat privacy-erosie nu eenmaal onderdeel is van het leven.
Videos by VICE
“Wat ik vooral zorgwekkend vind is het idee dat ‘Google en Amazon toch al alles van je weten,’” zegt Florian Schaub, universitair docent aan de Universiteit van Michigan. “Het illustreert de constante erosie van privacy, en hoe de meeste mensen daarmee omgaan.”
IoT-apparaten als speakers, tv’s en magnetron worden in verband gebracht met talloze privacyschandalen. Dit jaar werd een privégesprek van een getrouwd stel opgenomen en naar een willekeurig contactpersoon gestuurd. In 2015 ontdekten mensen ergens diep in het privacybeleid van de smart-tv’s van Samsung dat alles wat ze thuis tegen elkaar zeiden, door Samsung gedeeld kon worden met derden.
En daar komt ook nog bij dat alle IoT-apparaten ontzettend hackgevoelig zijn, omdat niemand zin heeft om het besturingsprogramma van zijn broodrooster te updaten – inclusief de producenten zelf.
Maar ondanks de publieke kennis over de privacyrisico’s, hebben de meeste eigenaren van slimme apparaten het idee dat ze worden bespied en afgeluisterd in hun eigen huiskamer al lang en breed geaccepteerd.
In plaats van de afluistermogelijkheden te begrenzen, gebruikten mensen het apparaat zelf om de babysitter of schoonmaker af te luisteren.
Dit soort privacy-nihilisme is niet nieuw. We weten al lang dat mensen wel zeggen dat ze privacy belangrijk vinden, maar dat ze zich vaak gedragen alsof het ze niets uitmaakt. Maar weinig mensen gebruiken bijvoorbeeld een passwordmanager om hun wachtwoorden te beheren en veilig te houden. Daarom wilde Schaub weten of eigenaren van smartspeakers als de Amazon Echo een zelfde soort nihilisme ervaren.
De onderzoekers spraken zeventien eigenaren van een slimme speaker, en zeventien mensen die doelbewust geen slimme speaker in huis hebben. Aan de smartspeaker-mensen vroegen ze hun activiteiten bij te houden in een logboek. Na afloop van de studie bleek dat – verrassing, verrassing – dat de meeste baasjes van die slimme speakers vrij weinig fucks om hun privacy geven.
Vrijwel niemand gebruikte de muteknop waarmee ze de afluistermicrofoon konden uitzetten. Sterker nog: in plaats van de afluistermogelijkheden te begrenzen, gebruikten mensen het apparaat zelf om de babysitter of schoonmaker af te luisteren.
Producenten zoals Amazon zeggen dat de apparaten alleen maar opnemen als ze zogenoemde ‘triggerwoorden’ horen (“Alexa” of “Hey, Google” ). Volgens veel gebruikers stelt dat ze gerust. Maar volgens Schaub is het een probleem dat we die bedrijven hierin maar moeten vertrouwen.
“Het is nog steeds een feit dat je een livemicrofoon in je huis neerzet. En dat software er verantwoordelijk voor is om te bepalen dat wanneer dat gebeurt – alleen na een triggerwoord of de hele tijd.”
Softwarefuncties kunnen veranderen als een bedrijf zijn voorwaarden aanpast, en daar weten gebruikers meestal niks van. Maar Schaub maakt zich vooral zorgen over dat het mensen gewoon niet zoveel lijkt te schelen. Privacy is een waardevol goed, en op een dag zou het zomaar ineens weg kunnen zijn.
Als gebruikers zich wat kritischer zouden opstellen, dan zou het risico op een totale privacyhel een stuk kleiner zijn. Met een paar kleine aanpassing zouden dit soort speakers een stuk veiliger zijn, zonder dat het ook maar ten koste hoeft te gaan van gebruiksgemak. “Het is nu bijvoorbeeld niet mogelijk om Alexa met een spraakcomando de opdracht te geven om tien minuten niet te luisteren of alles te wissen wat je het laatste halfuur hebt gezegd,” zegt Schaub. “Ik denk niet dat het heel moeilijk is voor deze bedrijven om dit soort functies te implementeren, maar dan moeten we er wel om vragen.”