Eten

Zo is het om elke dag sufgeblowde toeristen te bedienen in een pannenkoekenhuis

In Restaurantontboezemingen lees je over dingen die zich achter de deuren van restaurantkeukens afspelen. Smakelijke verhalen die je als bezoeker van je favoriete eet- en drinkplekken normaal gesproken niet krijgt voorgeschoteld, worden op deze plek anoniem door koks en horecapersoneel gedeeld. Deze keer spreken we een medewerker van een Amsterdams pannenkoekenhuis, die uit de doeken doet hoe het is om alleen maar toeristen te bedienen.

Als ik aan een pannenkoekenhuis denk, denk ik niet aan iemand die vanaf rechts serveert en mij de wijnkaart laat zien. Ik denk aan een gezellige plek waar de werksfeer zo relaxed is, dat je er meer lol kan hebben dan in andere restaurants. Veel mensen zouden me hierom voor gek verklaren. Ze beelden zich zo’n irritante vreetschuur in waar alleen maar kinderen komen, met plakkerige tafels vol jam en aangekoekte snottebellen, in een bos of ergens bij een speeltuin. Door zo’n baan ga je kinderen haten, maar bij mij is het anders. Ik werk al een jaar fulltime in een pannenkoekenhuis in het centrum van Amsterdam, waar vooral toeristen met rode oogjes komen.

Videos by VICE

Het pannenkoekenhuis waar ik werk is best bekend, waardoor de rij soms lijkt op die bij het Anne Frank Huis. Waarom mensen zo lang in de kou staan voor een pannenkoek is me niet duidelijk, maar dat komt misschien omdat ik een Nederlander ben en het voor mij gewoon deegflappen zijn. Dat we er dingen als spek, kaas, pijnboompitten en zalm op gooien, is voor hen dan misschien ietsje specialer.

Iemand die stoned is, is je ideale horecagast. Ten eerste bestellen ze superveel – soms wel drie, vier, vijf pannenkoeken na elkaar – en ten tweede zijn ze altijd gelukkig.

In het afgelopen jaar heb ik zo’n beetje alle functies gehad: beslag maken, bakken, bar, bediening. Een groot verschil met andere restaurants is dat de koks daar vaak chagrijnig zijn. Hier niet. Dat komt natuurlijk omdat de chefs hier een stuk minder last op hun schouders hebben. Er zijn altijd maar twee mensen aan het koken. Pannenkoeken bakken is niet heel simpel, dus de keuken is geen typisch terrorhok. Dat betekent minder stress en meer lol. Zelfs als er mensen in het restaurant zitten, is er genoeg ruimte om gezellig te kloten, zolang we ons werk maar goed doen. Zo was vechten met eten niet ongewoon toen ik nog bakte. Het begon meestal met iemand die een banaan door de keuken gooide en dan gingen we vaak door totdat de ingrediënten op waren en we er iemand op uit moesten sturen om extra te halen. Helaas mogen we dat nu niet meer doen als er mensen in het restaurant zitten: een man in nette kleren kreeg eens een verse klodder bosbessensaus in zijn nek toen hij binnenkwam, en dat kon hij noch de baas waarderen.

LEES OOK: We doken in de wereld van cannabissnoep in toeristenwinkels

Zo leuk als het is in de keuken, zo leuk is het op de werkvloer in de bediening. Omdat er zoveel mensen bij ons komen eten die drugs op hebben, is het nooit saai. Bekijk het zo: iemand die stoned is, is je ideale horecagast. Ten eerste bestellen ze superveel – soms wel drie, vier, vijf pannenkoeken na elkaar – en ten tweede zijn ze altijd gelukkig.

Eigenlijk zou iedereen die in het centrum van Amsterdam werkt een eerste hulp voor gedrogeerde mensen die slecht gaan moeten krijgen.

Met mensen die zich half in een ander universum bevinden, kun je ook heel gemakkelijk geintjes uithalen zonder dat ze het doorhebben. Bijvoorbeeld: als ze water bestellen, schud ik heel hard met de fles Spa Blauw voordat ik die op tafel zet. Mensen die stoned zijn gaan dan heel para naar die fles kijken, zeker nadat ik bevestigd heb dat het Spa Blauw is. Zo van: waar komen al die bubbeltjes vandaan? Zie jij ze ook? Durven we deze fles wel open te maken, of gaat die dan in ons gezicht sproeien? Soms zitten ze er een half uur naar te kijken. Hun reacties zien is hilarisch.

Natuurlijk gaat het ook weleens fout. Mensen die een paniekaanval hebben omdat ze truffels op hebben bijvoorbeeld. Ik ben er nooit in getraind – eigenlijk zou iedereen die in het centrum van Amsterdam werkt een eerste hulp voor gedrogeerde mensen die slecht gaan moeten krijgen – maar ik heb er ondertussen wel heel wat ervaring mee. Als iemand echt begint te flippen, ga ik ernaast zitten om diegene te sussen, met een glaasje suikerwater erbij. Als het druk is in het restaurant, moet het werk dan maar even wachten. Mensen gaan voor en de andere toeristen snappen dat wel.

Als mensen echt vervelend blijven doen, pakken we ze terug. We geven dan hele slechte koffie aan ze of laten ze opzettelijk lang wachten op hun bestelling. Die dingen kunnen we, omdat we een toeristentent zijn, nog net maken.

De eerste week dat ik hier werkte, kwam er een vrouw binnen die iets op had. Ze viel bijna in slaap op haar pannenkoek. Toen ze betaald had aan de kassa, viel ze om en ik kon haar nog net rechtop houden. Mensen die kotsen omdat ze niet lekker zijn van wiet of andere drugs zijn minder leuk. Dat gebeurt helaas ook vaak genoeg, dus er staan altijd schoonmaakspullen paraat.

Maar goed, toeristen aan de drugs bedienen blijft leuker dan toeristen die niet aan de drugs zijn. Bij hen moet alles snel gaan, ze geven geen fooi – gemiddeld krijgen we anderhalve euro per uur fooi – ze durven nogal eens wild met hun vingers te knippen of hun handen uit te steken als ze bestellen. Erg onbeleefd. Een man uit Azië die zijn eigen instant noedels bij ons wilde opeten, schold me uit voor nazi omdat ik zei dat dat niet kon. What are you, a german soldier?

Daarnaast zijn Italianen vaak luid, Spanjaarden ongeduldig, Britten vaak dronken en Fransen gewoonweg verschrikkelijk. Zij willen niet snappen dat er geen Franse crêpes te koop zijn, en dat het Nederlandse pannenkoeken zijn die we serveren. Als mensen echt vervelend blijven doen, pakken we ze terug. We geven dan hele slechte koffie aan ze of laten ze opzettelijk lang wachten op hun bestelling. Die dingen kunnen we, omdat we een toeristentent zijn, nog net maken.

Het klinkt heel stom, maar in dit pannenkoekenhuis werken voelt als de speeltuin die normaal rond een pannenkoekenhuis ligt. Met alle grapjes en gekloot, heb ik het echt naar mijn zin.

Zoals verteld aan Thieu Custers.