Errol Zimmerman (33) geeft me een blikje cola. We lopen door het eetcafé heen, via de grote rokersruimte. Er lurken wat gasten aan een shisha. Twee jongens spelen FIFA tegen elkaar op een grote flatscreen. Aan de achterkant van de rokersruimte trekt Zimmerman een deur open, naar een rustige ruimte. Hij komt duidelijk vaker bij Deli, een restaurantje om de hoek bij Hemmers Gym in Breda.
“Ik zeg je eerlijk: eerst wilde ik geen interview doen. Ik had ik er geen zin in,” zegt Zimmerman als we gaan zitten. “Maar ik waardeer het dat je langskomt. De meeste mensen vragen alleen iets als het goed gaat.” Het gaat de laatste tijd inderdaad wat minder met de carrière van Zimmerman. Tot 2015 was hij een van de beste zwaargewichten bij Glory, de grootste kickboksbond ter wereld. Hij was de laatste die het lukte om Rico Verhoeven keihard knockout te slaan. Maar sinds hij geblesseerd raakte, gaat het minder soepel.
Videos by VICE
De afgelopen jaren verloor hij vaker dan dat hij won. Ik ben benieuwd hoe het nu met hem gaat, en of we hem binnenkort weer terug in de ring kunnen verwachten. Daarom zitten we nu op een rustig plekje achterin Deli.
VICE: Ha Errol, hoe ziet jouw leven er nu uit?
Errol Zimmerman: Met mij gaat alles goed man, ik mag niet klagen. Ik denk dat 2020 een mooi jaar gaat worden. Ik ben weer veel met de sport bezig – dat heeft lang geduurd.
Hoe komt dat?
Een jaar of vijf geleden raakte ik geblesseerd tegen Rico. In de tussentijd ben ik met mijn herstel bezig geweest. Ik heb geprobeerd om rustig aan te vechten, om er weer een beetje in te komen. Ik moest over mijn angst heen komen, weer vertrouwen in mijn lichaam krijgen. Na die blessure dacht ik eerst dat ik nooit meer zou kunnen lopen of kickboksen.
Wat was dat voor blessure?
Ik had mijn patellapees afgescheurd, dat is een dikke pees onder je knie. Ik gaf Rico een achterwaartse trap, maar ik miste, en toen scheurde die pees af.
Dat moet zwaar zijn geweest, zowel mentaal als fysiek.
Vanaf dat moment viel alles een beetje in stukken. Ik was altijd bezig met kickboksen, maar in een klap kon ik niet meer lopen. Op mijn hoogtepunt lag ik er ineens uit. Ik moest een tweede keer geopereerd worden, omdat er na de eerste operatie littekenweefsel in mijn knie zat, dat hard werd. Daardoor kon ik mijn been nog geen millimeter bewegen. Het was een heel lang proces. Ik hou van vechten. Vroeger buiten de ring, maar gelukkig nu alleen maar erbinnen.
Hoe was het om daarna voor het eerst weer in de ring te staan?
Ze vroegen me eind 2015 te vechten in de Arena. Ik hou niet van nee zeggen, dus ik ging. Maar ik kon toen niet eens goed lopen, dat kun je zien op de beelden van het gevecht tegen Thomas Vanneste. Ik dacht: als ik moet vechten, zet ik mezelf misschien over de angst heen. Maar ik was niet alleen met mijn tegenstander bezig. Ik was ook met die blessure bezig. Dan ga je vijf stappen achteruit, dus ik verloor die partij op jurybeslissing.
Daarna heb je niet meer bij Glory gevochten. Waarom niet?
Dat was de laatste partij op mijn contract bij Glory, met dat resultaat. Daarna kreeg ik geen nieuw contract. Ik werd in de tussentijd ook weer vader. Ik kreeg een zoontje en was een tijdje niet veel bezig met trainen. Nu ben ik weer volle bak bezig. Veel fans sturen me trouwens berichtjes om te vragen wanneer ik weer ga vechten. Dat vind ik echt leuk.
Dat snap ik wel. Er is een tekort aan zwaargewichten zoals jij, echte knockout-artists.
Er zijn genoeg vechters, maar dan kom ik toch weer terug op Rico. Het lijkt alsof iedereen bang is, omdat hij zo’n conditiebeest is. Rico is een hele technische vechter, maar als het aankomt op echt knokken, dan kan hij dat niet. De meesten durven dat risico niet te nemen.
Jouw teamgenoot Jamal Ben Saddik nam dat risico wel tegen Rico. Hoe vond je dat gevecht ?
Jamal deed dat zeker, maar hij gaf Rico net te veel rustmomentjes, waardoor Rico zich weer kon herstellen. Hij had het een tandje bij moeten zetten, dan had het niet lang meer geduurd. Weet je wat het is? Negen van de tien vechters die met Rico in de ring stappen, denken: ik moet rustig doen, want ik moet het vijf rondes volhouden. Maar dat is een hele verkeerde instelling. Je moet daar staan van: ik ga zijn hoofd eraf beuken, hij moet het maar met mij vol zien te houden. Snap je? Dat is de truc om hem te verslaan. Als hij met je mee moet vechten, maakt hij heel veel foutjes. Het is geen knokker. Als je hem combinaties geeft, kan hij die heel mooi uitvoeren. Maar in het heetst van de strijd, als het oorlog is, zal hij die oorlog nooit winnen.
Je hebt hem weleens een ‘poesje ’ genoemd in interviews.
Echt, hij kan beter gaan acteren. Als hij teksten krijgt, zegt hij die als de beste. Dus ik denk dat hij beter in films kan gaan spelen dan dit blijven doen.
Hoe denk je dat Badr tegen Rico dit keer gaat eindigen?
Voor hun eerste partij trainde Rico al tien jaar aan een stuk door. Badr heeft denk ik geen twee maanden voor die wedstrijd getraind, en hij had rechtszaken en dat soort hoofdpijn. Badr stond alsnog voor op punten toen hij geblesseerd raakte. Heel jammer. Deze keer pakt Badr hem gegarandeerd. Kijk wat hij met Sem Schilt deed. Badr sloopte hem. Ik heb ook twee keer tegen Sem gevochten, dus ik weet wat voor kracht hij heeft. Als Badr het tegen hem kan, wie is Rico dan? Ik ben voor Badr, man. Ook al had Jamal die kans nu eigenlijk moeten krijgen.
Jij won jouw eerste partij tegen Rico op knockout . Wat was het verhaal van die partij?
Toen hebben ze Rico voor de leeuwen gegooid. Al Rico’s partijen zijn vroeger uitgekozen, ze hebben die jongen een beetje moed gegeven, zodat hij vertrouwen op kon bouwen. Met die eerste wedstrijd tegen mij gingen ze kijken of hij het aankon. Mijn toenmalige trainer, Cor Hemmers, gaf me een combinatie. Hij zei: ‘Als je deze doet, gaat hij gegarandeerd liggen.’ Het was een serie met zes stoten. Ik had goed getraind voor die wedstrijd. In de partij wilde Rico met me meevechten. Ik gaf hem die combinatie met zes stoten. Bij de vierde stoot viel hij weg. Toen kreeg hij er nog twee. Dat had Cor goed gezien.
In jullie tweede partij won Rico op punten, waardoor het 1-1 stond. Daarna scheurde jij je patellapees af. Hoe kijk je nu terug op jullie trilogie?
Unfinished business, zeggen ze dan. Maar het komt nog wel. Volgend jaar ga ik weer vechten. Twee, drie mooie partijtjes, en ze gaan nergens anders over praten. Weet je wat het is? Ik heb het altijd in mijn handen gehad. Maar ik ben ook een jongen geweest die van het leven houdt. Ik ging veel op stap, laat naar bed. Je kon me overal vinden: in de shop een jointje roken, alcohol drinken, alles. Ik ben als jonge jongen in de sport gedoken, ik ben altijd voor de leeuwen gegooid en heb altijd mijn mannetje gestaan. Dus zodra ik Rico wil hebben, heb ik hem. Maar goed, ik ben nu niet zozeer met hem bezig. Ik ben gewoon lekker met mezelf bezig.
Geniet je nu nog wel van het leven?
Zeker, maar met mate. Voor mij was elke dag een feest. Je kon mij op de gekste dagen in de club vinden. Dinsdag zat ik in de club België, woensdag in Rotterdam. Elke dag was er wel wat. Dat vond ik leuk. Maar ik had daarnaast ook een dik team, Golden Glory. Daar zaten Sem Schilt, Gökhan Saki, Alistair Overeem, al die grote namen. Als ik om 7 uur ‘s ochtends thuiskwam van het uitgaan, zorgde ik wel dat ik om 12 uur op de gym was. Dan moest ik met die gasten aan de bak.
Dat lijkt me pittig. Ik lig voor pampus na een avondje doorhalen.
Het was fucking zwaar, maar ik zocht altijd mijn max op. Ik was een jongetje van achttien en moest met die gozers gaan sparren. In het begin kreeg ik gewoon klappen. Maar omdat ik bleef komen, werd ik ook beter. Ik vond het ook gewoon lekker, ik was niet vies van een klap. Dat motiveerde me. Als ik er eentje krijg, moet ik er drie teruggeven.
Je liet wat eerder in het gesprek vallen dat je vroeger veel buiten de ring vocht. Hoe zat dat precies?
Ik zeg je eerlijk, ik heb ook een paar keer vastgezeten. Ik kwam toen bij de officier van justitie, die wilde me schorsen als kickbokser als ik nog een keer werd gepakt. ‘Als jij iemand slaat, is dat hetzelfde als iemand anders met een honkbalknuppel slaat’, zei hij. Ik heb wapens als handen, ik weet hoe ik iemand snel kan uitschakelen. Dat heeft me toen wakker geschud. Als ik de sport niet had gevonden, weet ik niet wat er met me was gebeurd. Ik heb een moeilijke jeugd gehad.
In welke zin?
Veel criminaliteit man, ik heb veel slechte dingen gedaan. In en uit de gevangenis voor kattenkwaad, diefstallen, van alles. Verkeerde dingen. Dingen waar ik veel spijt van heb. Ik schaam me ervoor.
Hoe ben jij eigenlijk begonnen met kickboksen?
Dat is wel een grappig verhaal. Twee vriendjes van mij hadden hier in Breda ruzie op een schoolplein en kwamen me halen. De jongens waar we ruzie mee hadden, daagden ons uit om te vechten in de ring van hun sportschool. Dat vonden we wel leuk, dus we pakten onze spullen en gingen naar die sportschool. Daar was Cees Besems de trainer. Hij zei dat we eerst een les mee moesten doen, daarna mochten we vechten in de ring. Wij dachten: we zijn geen flikkers, we gaan geen nee zeggen. Dus we deden de les mee. Daarna gingen we sparren. Die jongens waar we ruzie mee hadden waren daar de kampioenen van de jeugd. We sloegen ze alledrie de sportschool door. We werden gelijk verliefd op de sport. Een paar weken later vocht ik mijn eerste echte wedstrijd, Cees werd mijn eerste trainer. Daarna ben ik op mijn achttiende naar Ramon [Dekkers, red.] gegaan.
Hoe was het om training van Ramon Dekkers te krijgen?
Wreed man. Er is geen betere trainer dan hij. Luister, Ramon was echt een klein mannetje. Maar hoe klein hij ook was, ik heb grote mensen kleine kinderen zien worden als hij wat zei. Soms hoefde hij me maar een blik te geven en ik werd klein. Als hij een hand gaf… zoveel kracht. Niet normaal man. Hij was echt een krachtig persoon. En ook heel lief hoor, echt geweldig.
In 2013 overleed hij. Hoe kwam dat aan bij jou?
Op de dag dat hij stierf, zouden we gaan trainen. Hij zat in die tijd in mijn nek te hijgen omdat ik niet veel in de sportschool zat. Hij wilde me weer één op één gaan trainen. Die dag zouden we beginnen. Mijn stiefbroertje belde me en vroeg of het klopte dat Ramon was overleden. Ik wilde het niet geloven toen ik het hoorde. Ik zei: ‘Nee man, ik moet straks met hem naar de sportschool. Volgens mij heb je iets verkeerds gehoord.’ Maar ik belde toch even rond. Ik stortte in, man. Het doet me nog steeds veel. Ik heb mijn zoontje naar hem vernoemd. Ik heb daar toestemming voor gevraagd bij de moeder van Ramon en zijn broertje Nick [Hemmers, red.]. Nick is ook een soort broer voor mij. Ik heb me kapot gehuild toen zijn moeder zei dat ze het goed vond.
Hoeveel kinderen heb je nog meer, naast Ramon?
Ik heb nog een dochter van veertien en een dochter van zeven. Mijn oudste dochter kickbokst nu ook. Zij is gewoon mijn spiegelbeeld, man. Als ik zelf moet vechten, doet dat me niks, totdat ik op moet komen. Maar toen ik met mijn dochter mee ging naar haar eerste partij, werd ik zenuwachtig man. Ik zag haar op de padsen bezig, ik kon niet stilzitten. Op een gegeven moment gaf ik mijn dochter een knuffel. Haar hoofd kwam tegen mijn hart. ‘Papa, waarom gaat je hart zo snel?’, vroeg ze. Ik kon wel door de grond zakken. Ik was gewoon zenuwachtig voor haar, veel meer dan voor mijn eigen partijen.
Jouw laatste partij ging niet goed, die verloor je van Nidal Bchiri. Wat ging daar mis?
Voor die partij hadden ze me maar twee weken van tevoren gebeld. Ik zei: is goed. Ik had heel weinig getraind, misschien maar vijf keer. Dat risico heb ik zelf genomen. Ik kan geen nee zeggen. Als ik nu buiten iemand tegenkom die me aanvalt, dan loop ik ook niet weg. Maar het was echt een lelijke wedstrijd. Ik kwam bij de touwen, hield mijn handen een beetje laag, kreeg een serie stoten erover, en ging naar de grond. Nick gooide de handdoek in de ring. Dat vond ik echt kut. Ik was liever gewoon helemaal plat gegaan. Nicky wilde mij redden. Maar ik zeg je eerlijk: dan word ik liever uitgeteld of ga ik knockout. Ik ben geen opgever.
Als je nu naar jouw record gaat, zie je de afgelopen jaren veel verliespartijen. Er is werk aan de winkel.
Klopt, dat heeft met mijn blessure te maken. Maar ik ben hard bezig nu. Wat gisteren rood was, wordt morgen weer groen. Ik vind het leuk dat je hier bent geweest. De meeste mensen zoeken je alleen op als het goed gaat. Straks, als het weer goed gaat, gaan we nog een keertje praten. Het enige wat ik nu moet doen is naar de sportschool komen, verder hoef ik nergens aan te denken. In 2020 ga ik weer knallen.