Toen iedereen nog verplicht thuis moest zitten vanwege corona-lockdowns leek het een volstrekt logisch toekomstscenario dat mensen veel tijd zouden gaan doorbrengen in virtuele werelden, en dus digitale kleding met digitale eigendomscertificaten (NFT’s) nodig zouden hebben. Maar tegen de achtergrond van echte fashion weeks, geopende nachtclubs en een oorlog in Europa voelt de allereerste Fashion Week in de Metaverse, die dit weekend plaatsvond, toch een beetje triviaal. Wie gelooft er nog in dit universum? En hebben NFT-liefhebbers een beetje smaak, of gaat het ze alleen maar om eventuele rijkdom in de toekomst? Om daarachter te komen, bracht ik een bezoek aan de digitale modeweek.
De virtuele wereld waarin deze modeweek plaatsvindt, Decentraland, werkt met blockchain-technologie en is “decentraal”. Dat betekent in theorie dat de virtuele wereld niet in handen is van één multinational, zoals Meta’s (Facebook’s) Horizon, maar van de gebruikers, die stukjes virtueel NFT-land kunnen kopen voor cryptocurrencies. In de praktijk zijn veel gebruikers alsnog multinationals, want die stukjes land kosten miljoenen. De Fashion Week wordt voornamelijk gehouden in het modedistrict, dat in handen is van de beursgenoteerde crypto-website Tokens.com. De shows worden georganiseerd door UNXD, een marktplaats voor NFT-kleren, en modetijdschrift Vogue. Hoewel het dus niet direct een feest van antikapitalisme en democratie is, mag iedereen gratis naar binnen. Je hoeft dus niet, zoals bij een echte Fashion Week, een uitnodiging te hebben of jezelf naar binnen te lullen.
Videos by VICE
Toch is het ook weer niet héél makkelijk om binnen te komen. Zelfs met mijn werklaptop (een vrij nieuwe Macbook Pro) duurt het lang om de wereld te laden, en soms lukt het überhaupt niet. Daardoor mis ik op donderdag bijna de complete show van Dolce & Gabbana. Gelukkig kijkt geen van de rondhangende poppetjes ervan op als mijn virtuele ik fashionably veel te laat binnen komt lopen.
Op zondag is er een show van het merk The Fabricant, van de Nederlandse ontwerper Amber Jae Slooten. The Fabricant is een wereldwijd toonaangevend merk van NFT-kleding, die je, als je het koopt, niet alleen in Decentraland, maar ook op andere digitale platformen kan dragen. Je kunt hun futuristische outfits bijvoorbeeld als insta-filter aantrekken. Het merk is ontstaan uit onvrede over de fysieke modewereld, waarin veel grondstoffen verspild worden aan wegwerpbare nietsigheden. Voor de meeste NFT’s moeten er flink veel energievretende servers loeien, maar The Fabricant heeft gekozen voor een zuinige technologie. Het maken van hun NFT-outfits kost daardoor net zoveel energie als het sturen van een tweet, zo is me verzekerd door Michaela Larosse, hun woordvoerder. Ik zorg dit keer dat ik ruim op tijd achter de computer zit, om te kunnen laden, en om virtueel te borrelen tijdens de bijeenkomst voorafgaand aan de show.
Ik heb afgesproken met Aynouk Tan, die me hopelijk kan helpen dit fenomeen een beetje te duiden. Aynouk is een Nederlands mode-icoon, journalist, curator en iemand die op vrijwel elk mode-evenement aanwezig is. In het echte leven zijn haar outfits kleurrijke sculpturen en is ze het stralend middelpunt van elke ruimte waar ze binnenschrijdt. In de metaverse beweegt ze zich nog wat onwennig, en heeft ze het moeten doen met de standaard kleding-opties. Ze heeft een gezellig oranje/groen ensemble aan, met een rokje, een snor en een snelle bril. Voor haar doen is dat underdressed, maar toch heeft ze ondanks de beperkingen plezier gehad met het maken van de avatar. “Toen ik dat poppetje aan het maken was, moest ik kiezen of ik een jongetje of een meisje wilde zijn. Wat ouderwets. Gelukkig kun je met styling van alles doen,” vertelt ze aan de telefoon terwijl we op ons scherm langs de catwalk struinen.
Ook de setting van de Metaverse Fashion Week vindt Aynouk iets te conventioneel. “Het echte leven wordt gekopieerd, er is een Fashion Week en er wordt geshowd. Volgens mij heeft zo’n digitale wereld veel meer mogelijkheden om mode te tonen.” Als de show begint, blijkt dat het inderdaad niet optimaal is. De modellen in de show van The Fabricant zijn mensen die op een speciale website gratis hun eigen NFT-kleding konden customizen. Pas als ze het doorverkopen, krijgt het modehuis een percentage. Dat is sympathiek, maar voor de toeschouwer is het moeilijk te zien wat er wordt gedragen. De modellen zijn best wel ver weg, en de wild rondwervelende spotlights zijn eerder afleidend dan behulpzaam.
Het spektakel op de catwalk is al snel voorbij, waarna onze aandacht naar de andere showgangers gaat. De beste outfit wordt mijns inziens gedragen door DJ T-Rax, die gekleed is als een robotdino, en een metaverse-dj-duo vormt met zijn zoon. Ook Aynouk wijst zo nu en dan wat goede looks aan: mensen met vleugels in sexy pakjes, iemand met een groen hoofd. “Net als bij een echte modeshow ben ik geïntrigeerd door de andere bezoekers: wie ben je, waar kom je vandaan? Er zijn hier volgens mij heel andere mensen dan in de fysieke modewereld,” zegt Aynouk. “Van die types die veel van computers weten. Je moet echt een beetje nerderig zijn om hier terecht te kunnen komen.” Die nerderigheid kent ook een keerzijde, zo blijkt als we gesprekken proberen aan te knopen met de bezoekers. Aynouk complimenteert een bezoeker met zijn outfit, maar die zegt niets terug. Wel vraagt een andere bezoeker: “Vind je mijn look ook leuk?” Terwijl Aynouk tegen mij vertelt dat ze het eigenlijk niks vindt, typt het poppetje: “Answer plz”, waarna het verdwijnt. Andere poppetjes in dure kleren staan maar een beetje te staan, alsof degene die ze bestuurt überhaupt niet achter de computer zit. Zo blasé als deze lege hulzen kom je ze in het echt zelden tegen.
Naast sociaal onhandige avatars struikel je in Decentraland over de influencers en mensen die je proberen wat aan te smeren. Waar het echte modeweek-netwerken een geraffineerd spel is van verleiding en alcoholische bedwelming, is de marketing hier rechttoe-rechtaan. Zo hang ik een tijdje met The Holy Ones, een prominent aanwezige sekte van avatars met baarden en gewaden, die gelieerd zijn aan een producent van gokspelletjes. Als ik vraag waar hun outfit vandaan komt verwijzen ze me door naar hun Twitter, waar ik voor een kleine tweehonderd dollar ook een gewaad kan kopen en zo lid kan worden van hun club. Nee dank u. Ook de Italiaanse NFT-kleding-ontwerper met wie ik later in gesprek raakt lijkt hier vooral te flaneren om reclame te maken voor zijn eigen creaties, al heb ik een vrij gezellig gesprek met hem.
Er zijn ook bezoekers die zich in goedkopere, maar niet minder spectaculaire digitale outfits hebben gehuld. Er is bijvoorbeeld iemand die voor zo’n 21 euro een paar lichtgevende vleugels op de kop heeft getikt. Naast pronken met hun NFT-kleren houden mensen zich veel bezig met het praten over digitaal vastgoed en het prijzen van de virtuele wereld. Er worden dingen gezegd als “Architecture is getting crazy!” en “The potential is endless”. Dat zou oprechte verwondering kunnen zijn omdat dit hun eerste keer is, of kunnen samenhangen met bepaalde belangen: de Metaverse wordt immers alleen een succes als genoeg mensen erin geloven.
Als een vrouw met een Balenciaga-achtige lampenkaphoed ons uitnodigt voor een afterparty, verplaatsen we ons naar een gebouw ergens verderop in Decentraland. Het is er in gezellig druk en mijn avatar blijkt prima te kunnen shuffelen op de digitale italo. Er is weer een lid van de goksekte bij. Verder komen de bezoekers uit alle windstreken, zo blijkt als er in de chat gevraagd wordt waar iedereen vandaan komt. Brazilië, Mumbai, Oostenrijk, California, Canada, Casablanca. Toch is dit geen spontaan feestje voor wie toevallig de juiste mensen is tegengekomen tijdens de show, maar een promo-evenement voor StyleXchange, een platform dat onder andere digitale NFT-sneakers (500 dollar) en exclusieve jurken (1500 dollar) verkoopt. Over de audio is één van hun medewerkers te horen, die ons welkom heet en een wachtwoord geeft voor een gratis cape.
Aynouk is ondertussen nog volop bezig met haar queeste om de mensen in de Metaverse beter te leren kennen. Ze complimenteert een avatar die in een hoekje staat met zijn outfit (een tuinbroek), maar wordt weer straal genegeerd. “Hi everyone, I’m trying to make some contact,” typt ze dan maar in de chat. Ene Beto Arruda, gekleed in lichtgevende gratis merch van de Metaverse Fashion Week, wil wel met haar praten. “Do you come here more often?” vraagt Aynouk. Maar ook Beto (die volgens zijn Instagram een vegan is en zwarte band heeft in jiu-jitsu) is nieuw en het gesprek loopt al vrij snel dood. Aynouk taait ten slotte af om wat te gaan drinken met vrienden. “Buiten, in de echte wereld.”
“Ik zie de potentie van dit soort universa wel,” concludeert Aynouk voor ze weggaat. “Je kunt veel meer zijn dan in het echte leven. Dat doen we eigenlijk nu al: op insta ben je ook een soort fantasiefiguur. Wat je aanhebt op de foto wordt door meer mensen gezien dan wat je in het echt draagt. Dat vind ik echt bevrijdend: een pluriforme identiteit. En je kunt hier ook nog praten met mensen die je normaal niet spreekt: je verbreedt je kring. Het is alleen frustrerend dat de gesprekken niet op gang komen, dus de technologie mag nog wel wat beter.”
Ik blijf nog even en vermaak me met de italo en de dansknop, en mijn geduld wordt beloond. Even later heb ik namelijk mijn eerste langere metaverse-gesprek met een onbekende, via de audio. Mijn gesprekspartner lijkt ook nogal gefrustreerd over de houterige manier van chatten die hier de norm is. “Why is nobody talking?” schreeuwt hij met een Engels, Schots of Iers, maar vooral beneveld accent. Hij draagt een zwembroek en loafers, alsof hij regelrecht uit één of andere uitgaansstraat aan de Spaanse Costa komt gelopen.
Ik vermoed dat hij er in het echt ook zo uitziet, want hij lijkt niet zo’n fan van experimenteren met je identiteit. “I want to know why you are dressed like a woman but sound like a man,” is het eerste wat hij me vraagt als ik een praatje met hem aanknoop. Vervolgens toont hij vooral interesse in mijn eventuele digitale vastgoed, mijn eventuele crypto’s en de weg naar een eventueel metaverse-bordeel. Het eerst zo levendige feest loopt tijdens onze conversatie langzaam leeg. “Living in Amsterdam and not going to the Bulldog is like living in Thailand and not going to the ladyboys,” is de wijsheid die mijn gesprekspartner nog uitkraamt voordat ook ik het voor gezien houd en mezelf naar de centrale catwalk transporteer. Helaas komt de toerist op hetzelfde idee. “What’s going on everyone!” klinkt het over de audio.
Het democratische ideaal van Decentraland is sympathiek, maar voor de exclusiviteit van een echte Fashion Week valt ook wat te zeggen, denk ik terwijl ik mijn laptop dichtklap. Ik ga later nog even terug voor het concert van Grimes, de enige onmiskenbare celeb die ik hier tegenkom. Ze is een reuzin die vijf keer zo groot is als de andere poppetjes, en staat onaantastbaar op een wolk van glitters. Terwijl de avatar van Grimes een zeer eclectische set zingt (met samples van Britney. Bowie en Vivaldi) waarbij haar stem voortdurend verandert, beklimt het publiek de trappen om haar heen. Ze speculeren over wat de echte Grimes op dit moment aan het doen is. “Feeding her baby, probably”.
Het Grimes-concert was een belevenis en ik heb, ondanks de vele frustrerende laadsessies, op sommige momenten een soort feestgevoel gehad in Decentraland. Toch vraag ik me af of mensen hier in de toekomst echt heen zullen gaan voor hun plezier, en niet alleen maar om hun eigen crypto- en NFT-projecten te promoten. Hoewel een goede VR-functie een boel zou kunnen verhelpen (daar wordt aan gewerkt), stemt het niet hoopvol dat er hier nu al toeristen rondlopendie zich ongestraft willen misdragen vanachter de facade van een avatar. Mijn persoonlijke trendvoorspelling is dan ook dat de Metaverse erg snel Chatroulette, Clubhouse en Habbo Hotel achterna zal gaan.