Dit artikel verscheen eerder in onze Festival Guide.
Vanaf jongs af aan heb ik een fascinatie voor wat wij in mijn band Death Alley ‘rockpakken’ noemen: outfits die bands en hun fans creëren om uit te dragen hoe rock ze zijn.
Videos by VICE
Rockpakken worden niet voorgekauwd door een stylist of aangedragen door een sponsor – goede rockpakken ontstaan. Ze worden langzaam gevormd door de gemaakte kilometers on the road, eindeloze reeksen concerten, en, niet onbelangrijk, door het pikken van vrouwenkleren tijdens de kortstondige amoureuze aanvaringen die men pleegt te hebben op de highway to hell.
Zo hadden onze tourmaatjes Dirty Fences aan het einde van de laatste tour alleen nog maar vrouwenkleding aan, die ze droegen als trotse pauwen, pronkend met hun jachttrofeeen.
Ik heb de afgelopen jaren veel fotoseries voorbij zien komen van spijkervestjes en leren jassen met studs, buttons en patches, voornamelijk gedragen door een beetje sukkelige metalheads op festivals als Hellfest in Frankrijk. Mensen voor wie muziek is opgehouden na de eerste plaat van Iron Maiden.
Daarom wilde ik de rockpakken graag schieten op Roadburn, omdat dat festival een uniek samenraapsel is van heel uiteenlopende muziekstromingen en stijlen. Er loopt een gekke mix van rockers: alles van doomcrusten, stonerrockers, hanenkammen en verwijfde overjarige glamrockers, tot pseudo-intellectuelen met dikgehoornde brillen die van laptopgepriegel houden. Ik vroeg de bezoekers naar de verhalen achter hun jasjes, patches en buttons. Dit is waar ze mee kwamen.
Allereerst mijn eigen vestje, onstaan tijdens onze eerste echte tour met Dirty Fences en The Shrine. Ik besloot dat ik er na de tour niks meer op mocht spelden of naaien, en ook dat ik hem nooit mocht wassen. De rest van de band is dan ook blij dat er een nieuwe tour, en dus ook een nieuw vestje, aan de horizon wacht.
Dit is het jasje van Douwe, die ooit als Punker Douwe een vragenrubriek hier op VICE bestierde en nu frontman en geweten van Death Alley is. Hij was net als ik te blut om een kaartje te kopen en te laks geweest om een gastenlijstplek te regelen, en dus stond hij als mijn assistent op Roadburn.
Ondanks dat Death Alley voor de diehards geen echte punk is, blijft Douwe zijn roots trouw met een simpele backpatch van de allerbeste punkband aller tijden, Bad Brains.
Sleep is bekend van hun hit Dopesmoker: een zeventig minuten durend lied met als doel de luisteraar ertoe te zetten met een waterpijp in de hand naar het heilige Jeruzalem te wandelen. Jonas uit Zweden had in zijn stadje Hudiksvall een kleermakertje gevonden die voor hem een patch wilde borduren van zijn favoriete band. Hij verscheen er trots mee in de lokale krant, maar had de tekst wel beter eerst even door Google Translate kunnen halen.
Ik was eigenlijk van plan om deze serie uitsluitend bij spijkervestjes te houden, maar toen Hendrik uit België met dit monster van een jack voorbij kwam schuifelen kon ik het niet laten om er toch een kiekje van te maken. Het is de hoes van Electric Wizards meesterwerk Dopethrone, handgeschilderd door een maat.
Als je line-ups van Roadburn van de afgelopen tien jaar onder de loep neemt, zijn er nogal wat bands met ‘Dope’ of ‘Bong’ in hun naam of plaattitels. Als je als muzikant begint met blowen doe je dat om diep gelaagde teksten te kunnen schrijven die je al gravend in je onderbewustzijn ingegevenworden door de kosmos. Helaas blijk je na verloop van tijd alleen nog teksten te schrijven die over blowen gaan.
Op het vestje van Jan uit Berlijn zit een backpatch van Vol 4, de vierde plaat van Sabbath. Een onmiskenbare schakel in het DNA van Roadburn, hoewel ik Roadburn niet direct met cocaïne associeer en deze plaat wel. Ozzy fluistert een plaat lang zijn liefde voor het poeder bij je in, terwijl gitarist Tony Iommi zo high was dat hij z’n gitaar dacht te kunnen stemmen met alleen zijn mindpower. We kunnen rustig concluderen dat dat geen succes is gebleken.
Vriend Paul uit Berlijn heeft een backpatch van Pallbearer, een zeer serieuze emodoomband uit de VS. Dit was de eerste (maar zeker niet de laatste) geit die ik die dag op Roadburn voorbij heb zien komen. Wel de enige met googly eyes, trouwens.
Op het jasje van Tommy uit Koblenz vind je een stukje chauvinisme in de vorm van een patch van de Duitse band Kadavar, waar wij bij Death Alley altijd een beetje gniffelig over deden ( check hun persfoto’s, dan snap je waarom). Dat wil zeggen: tot we met ze speelden op Speedfest in Eindhoven, waar ze alles en iedereen compleet omverbliezen met een overrompelende set gespierde seventiesrock. Deze patch ligt dus bij mij inmiddels ook klaar thuis voor het volgende vestje.
Deze patch is eigenlijk te groot voor een normale patch, maar te klein voor een backpatch. Toch paste hij bij Masha, een heel klein meisje uit Helinki, precies. Afgelopen zomer had ze hem op vakantie in Barcelona in een kraakpand laten liggen. Bang dat een crustenkind een rafelige patch van een of ander Catalaans crustenorkest over haar Pentagram-geit zou stikken, is ze meteen teruggevlogen om haar vestje te redden.
Afgaande op de hoeveelheid patches die ik van ze voorbij zag komen, was de band Bongripper uit Chicago een van de populairste bands op Roadburn. Volgens hun eigen bio vallen ze binnen het genre ‘Miserable Doom’.
Marte uit Porto wist het niet meer zo zeker: ze vond de laatste plaat zo kut dat ze van plan was de patch eraf te halen zodra ze terug was in Portugal. Ze schoot me na het optreden van Bongripper aan en vertrouwde me toe dat de show zo goed was dat de patch toch mocht blijven.
Paco uit Alicante had ook een klassieker op zijn vestje: de patch van de Amerikaanse doomband Saint Vitus. Saint Vitus was in de hardcoretijd in de Verenigde Staten een vreemde eend in de bijt op het label van Black Flag, SST – vreemde eend, want langharigen met bandana’s kon men maar moeilijk verkroppen in die tijd. Gelukkig zijn we gegroeid, als samenleving.
Weer een geit, deze keer van de Zweedse proto-blackmetal-eenmansband Bathory, op het vest van Job. Hoewel ik het eigenlijk niet meer vind kunnen omdat het zo’n uitgemolken concept is, kom ik toch iedere keer weer in de verleiding om zo’n Baphomet-geit op een nieuw bandshirt te borduren, omdat het er toch altijd wel heel geil uitziet. Gelukkig zitten er in mijn band drie andere mensen met een sterke mening, dus hebben we nu een aap op ons bandshirt.
Dit keer geen plaatje van een geit, maar een band die Goatsnake heet, uit Los Angeles. Toen ik mijn camera erop richtte bedacht ik dat ik dit eigenlijk een foeilelijk vestje vond, maar het meisje dat het aanhad, Lyndsey uit Groot-Brittannië, was des te leuker. Die zou volgend jaar gewoon in een vuilniszak kunnen komen en dan zou ik het alsnog uitroepen tot de sickste outfit van Roadburn 2016.
Zonder Oeds, gitarist van Death Alley en voormalig lid van The Devil’s Blood (de beste Nederlandse band van het afgelopen decennium) had ik deze patchcombinatie nooit kunnen ontcijferen. Hij vertelde dat elke patch een rang binnen de fanclub van The Devil’s Blood symboliseert, en verdiend moet worden door een opdracht te volbrengen. De band had iedere show vier liter varkensbloed nodig en dan kwam het goed uit als je fans dat kwamen brengen, in ruil voor een patch.
We zijn overgestapt op een andere facebookpagina. Like VICE Nederland voor je dagelijkse partij prachtverhalen, want anders mis je dingen: