De laatste tijd heb ik een hernieuwde pesthekel aan de maandagochtend ontwikkeld, en in dit geval heeft dat niks te maken met het beginnen van mijn werkweek. In plaats daarvan komt deze nieuwe diepgewortelde haat voort uit mijn stomme iPhone, omdat dat stomme ding me iedere maandagochtend een stom weekoverzicht stuurt waarin is berekend hoeveel stomme tijd ik op dat stomme apparaat heb doorgebracht in die stomme week ervoor. Dankjewel iPhone, ik snap het al: ik ben een absolute mislukking.
Dat weekoverzicht is misschien wel de kanslooste functie die m’n telefoon bezit. Het verandert namelijk niks aan mijn gedrag en een beter mens word ik er zeker niet van. Het enige waar het wel goed voor is, is om van een gigantische hekel aan iOS 12 (en ja, ik moest die klotetelefoon pakken om te kijken welke versie van het besturingssysteem ik gebruik). Eigenlijk wisten we natuurlijk allemaal al dat we als mensheid een veel te groot deel van onze tijd naar die helse schermpjes staren, maar uit een nieuw onderzoek in het wetenschappelijke tijdschrift Addictive Behaviours blijkt dat onze smartphone-obsessie nog een stuk triester is dan we al dachten.
Videos by VICE
Laten we bij het begin beginnen: dat dit onderzoek in een tijdschrift staat wat ‘verslavend gedrag’ in het Engels heet, zegt eigenlijk al genoeg. Volgens hoofdauteur Sara O’Donnell is het namelijk zo rampzalig met ons gesteld, dat studenten liever niet eten dan dat ze zonder telefoon zitten. Tijdens het onderzoek mochten studenten tussen de 18 en 22 jaar drie uur lang niet eten en twee uur lang geen gebruikmaken van hun smartphones. In die tijd mochten ze wel gewoon studeren of een krant lezen. Ik kan me goed voorstellen dat alle deelnemers de eerste 20 minuten verward voor zich uitstaarden, terwijl ze het woord ‘krant’ mompelden en zichzelf beloofden dat ze zouden googelen wat ‘krant’ in hemelsnaam betekent als ze hun telefoons weer terugkregen.
Na die periode van absolute verwarring (die door wetenschappers als O’Donnell een “bescheiden periode van onthouding” wordt genoemd) mochten de deelnemers een opdracht op de computer uitvoeren. Met die opdracht konden ze vervolgens wat telefoontijd verdienen, of een portie van 100 calorieën van hun favoriete snack. Hoe vaker ze voor zo’n beloning kozen, des te langer het de keer daarop duurde om extra telefoontijd of eten te verdienen.
Volgens de University of Buffalo bestond het onderzoek uit twee delen. In het eerste deel moesten de deelnemers een vragenlijst beantwoorden, waarin ze werd gevraagd hoeveel minuten op hun telefoon ze voor verschillende prijzen (uiteenlopend van nul tot 1120 dollar per minuut) zouden kopen. In het tweede deel werd gemeten hoe vaak elke student bereid zou zijn om op een muis te klikken om zo wat telefoontijd te verdienen.
O’Donnell legt uit dat het doel hiervan was om erachter te komen of smartphonegebruik dient als een ‘positieve bekrachtiger,’ op dezelfde manier als eten, alcohol en drugs ervoor zorgen dat mensen bereid zijn iets vaker te doen om meer van die substantie te krijgen. En wat blijkt? Ja, N A T U U R L I J K heeft dit hetzelfde effect.
“Met dit onderzoek leveren we als eersten bewijs wat laat zien dat smartphones een bekrachtigende werking hebben,” zegt O’Donnell. “Door de studenten zowel geen eten als geen telefoons te geven, kwamen we er bovendien achter dat ze liever moeite doen om hun telefoon te krijgen dan om eten te krijgen. Daarnaast waren ze in het geval van hun telefoons bereid om een stuk meer hypothetisch geld uit te geven.” Zelfs de onderzoekers geven toe dat ze heel verrast zijn door de resultaten.
O’Donnell vertelt dat onderzoek naar smartphoneverslavingen (echte verslavingen, niet een ‘Omg, ik ben zooo verslaafd’-verslaving) nog in de kinderschoenen staat. Toch laat dit onderzoek duidelijk zien hoe sterk het effect van smartphones op onze psyche is. Misschien is het dus wel tijd dat ik professionele hulp zoek voor die stijgende tijdlijn in dat stomme weekoverzicht. Maar misschien ook niet. Wacht, ik google het even op mijn telefoon.