Het is alweer vijf jaar geleden dat The Opposites de Popprijs wonnen. Dat was voor hun een prachtig toetje op een even prachtig 2013, het jaar dat hun succesalbum Slapeloze Nachten uitkwam en ze een legendarische show op Lowlands gaven. Het was duidelijk: ze zouden de geschiedenisboeken in gaan als een van de beste Nederlandse live-acts ooit. Maar dat het ook direct het laatste hoofdstuk van ‘The Opposites’ zou zijn, had niemand toen verwacht.
The Opposites werd in de ijskast gezet. Twan trok het supersterrenbestaan en alles wat erbij kwam kijken simpelweg niet meer. Hij nam tijd om zichzelf weer op de rails te krijgen, maakte een eigen album en was onderdeel van Mario Kartel. Terwijl Twan een eigen pad insloeg, was er van Willem al die tijd weinig te bekennen. Af en toe was hij te horen op muziek van anderen, maar nergens was de sloopkogel zoals iedereen Willem kende te bespeuren.
Videos by VICE
Waarom? Daar is één keihard, nietsontziend antwoord te geven: zijn album Man in Nood, dat vorige maand uitkwam. Zonder er doekjes om te winden of pathetisch te worden vertelt hij over de gitzwarte periode na het jarenlange succes. Opeens was hij weer gewoon Willem de Bruin, en niet Willem van The Opposites – voer voor de onzekerheden die altijd al aan hem knaagden, maar die werden gemaskeerd door het snelle leven en de volle zalen.
Vorige week werd bekend dat hij in januari op Noorderslag staat, in hetzelfde gebouw als waar hij vijf jaar geleden de Popprijs won, om helemaal opnieuw te beginnen. Een nieuw geluid en een schone lei.
Noisey: Je hebt op alle grote festivals gestaan, maar je bent nu een van de te bewijzen namen. Dat is gek.
Willem: Ja, best wel. Maar ik zie Noorderslag niet per se als iets voor nieuwe artiesten. Het is ook voor artiesten die iets nieuws zijn gaan doen. Voor mij voelt het nu vooral als erkenning: oké, laat zien dan, doe het maar.
Ben je daar klaar voor?
Ik denk het wel. Voorheen zaten we in een luxepositie. Bij elke show voelden we dezelfde energie waar we makkelijk op konden varen. Nu is er een hele andere, nieuwe energie. Dat vraagt om een andere manier van werken. Het vraagt om varen op stilte. ik moet op zoek gaan naar een manier om de aandacht vast te houden. Ik zing nu ook, dus ik voel zeker meer spanning. Maar op deze manier opnieuw beginnen, en daar ook de kans voor krijgen, komt niet vaak voor. Ik sta er helemaal alleen voor, dat is kwetsbaar.
Kwetsbaar, net als je album.
Ja. Ik denk wel dat iedereen die komt kijken inmiddels het album heeft gehoord. Als je verwacht dat ik na het derde nummer een moshpit wil zien, moet je jezelf misschien achter je oor krabben. Het is het andere uiterste, en dat is leuk om mee te spelen. We gingen altijd voor hoe harder hoe beter, terwijl ik nu het liefst zou zien dat het zo stil is dat ik praktisch zonder microfoon zou kunnen optreden.
Man In Nood is goed ontvangen. Ben je daar nog blij mee, of denk je: ‘been there, done that’?
Ik weet niet zo goed wat ik ermee moet. Ik kreeg verschillende belletjes van mensen die me vertelden hoe goed en bijzonder het was, maar voor mij betekent het niet heel veel. Het is belangrijker dat het me gelukt is om deze muziek te maken.
Belangrijker dan bevestiging dat mensen nog op je zitten te wachten?
Dat is ook erg fijn, zeker omdat ik ervan uitging dat deze muziek niet voor iedereen is, en al helemaal niet voor de charts of voor views.
Omdat je album zo sterk gaat over het opnieuw vinden van eigenwaarde had ik verwacht dat het misschien wel iets voor je zou doen.
Op nummer zes binnenkomen zegt me nog steeds niets. Het laat me niet zien wie de mensen zijn die hiernaar luisteren. Natuurlijk wil ik een hit, natuurlijk wil ik alle streams. Maar ik kan daar niet afhankelijk zijn. Het is geen graadmeter om te zien of het goed gaat.
Wat dan wel?
Mijn eigen gevoel. Het gevoel dat dit de beste muziek is die ik ooit heb gemaakt. Niet alleen de eerlijkste, of de meest oprechte. Nee, echt het beste. Ik ben zo diep gegaan, puur muzikaal. Nog los van het thema. En daar is de eer al.
Het dal was zo diep dat je blij bent dat je in staat was om überhaupt iets te maken.
Ja. Elke dag was klote. Ik ging met lood in m’n schoenen naar de studio. Nog voor ik de deur uitging stond ik al met honderd punten achter.
Hoe zagen je dagen eruit?
Rond zeven uur werd ik wakker, en hoe dat gebeurde lag deels aan de avond ervoor. Ging ik met een slecht gevoel slapen, dan kon ik er eigenlijk van uitgaan dat de dag niet veel beter zou zijn. Ging ik met een goed gevoel slapen, dacht ik nog voor ik m’n ogen open deed: hoe voel ik me? En als dat slecht was, dacht ik gelijk: oké, fuck, daar gaan we weer.
Wat voelde je dan?
Alles schreeuwt: laat maar zitten, het gaat vandaag wéér niet lukken. Een negatieve stem die meteen een stempel drukt, gevolgd door de strijd om toch uit bed te komen. Want ik voelde wel de drive om iets te doen. Als ik het erover had met vrienden, of m’n manager of zelfs een therapeut, was het eerste wat ze vroegen: ‘Willem, je hoeft dit toch niet te doen? Laat die muziek gewoon zitten.’ Maar dat was juist mijn punt. Ik wil zo graag muziek maken. Ik heb een ontembare prestatiedrang.
“Het was zelfs zo erg dat ik op een gegeven moment dacht: als ik dit niet meer kan doen, weet ik niet of ik er nog wel wil zijn.”
Maar is dat niet juist het probleem, als je elke dag met poep in je broek naar de studio ging?
Tja. Het was zelfs zo erg dat ik op een gegeven moment dacht: als ik dit niet meer kan doen, weet ik niet of ik er nog wel wil zijn. Dat is natuurlijke een idiote gedachte, maar ik was er zo erg mee bezig dat het alleen maar moeizamer ging.
Ik kan me voorstellen dat het totale onvermogen om ‘iets’ te maken veel zwaarder is dan iets maken en achteraf vinden dat het mislukt is.
Ik draag een bedeltje van een kickbokser om m’n nek. Dat herinnert me aan mijn karakter, dat ik altijd wil vechten voor alles wat ik doe, maar dat dat tegelijkertijd ook mijn valkuil is. Ik ga zo hard voor mijn doelen dat het me ook beklemt.
Als ik iets heb opgenomen en het is nog niet zoals ik het wil, kan ik niet naar huis gaan en denken: het komt morgen wel goed. Het beïnvloedt gelijk mijn hele leven, tot ik denk dat het goed genoeg is. En zelfs dan ben ik nog niet écht tevreden. Dat maakt mij m’n grootste vijand. Perfectionisme is niet slecht, maar de manier waarop ik ermee omging was rampzalig.
Moest je actief zoeken naar deze verklaring?
Ja, en het is nog steeds niet opgelost. Ik denk niet dat dat ooit gaat gebeuren.
Je moet het nu allemaal alleen doen. Speelt dat ook mee?
Ik zit in de studio met Morien (van der Tang, red.), en live sta ik ook niet alleen, maar er is minder ruimte om te sparren zoals ik dat met Twan deed. Als het even niet ging was de ander het vangnet. Er is geen gezonde competitie, geen klankbord. Dat is ergens ook wel weer goed, want het daagt me uit.
Heb je nooit gedacht: ik ga terug naar het noorden en zoek de anonimiteit op?
Dat is weglopen, niet dealen met dingen waar je mee moet dealen. Daar los je niks mee op. Jezelf afzonderen en de eenzaamheid opzoeken is een vluchtroute.
Vluchten is soms een prima optie toch?
Ja, en ik weet ook dat ik heel goed alleen kan zijn. Het verschil is dat ik nu weet dat ik vaker aan de bel moet trekken als ik hulp nodig heb, en er niet dieper in moet zakken.
Er zijn verhalen over de hectiek tijdens de hoogtijdagen van The Opposites waar ik plaatsvervangende paniekaanvallen van krijg.
Ik vraag mezelf af en toe wel af waar ik de energie vandaan haalde. Ik wou dat ik dat nog had. Ik was jonger, vitaler, kinderloos. Er bestond maar een ding, namelijk knallen met The Opposites. Daar kon ik al m’n energie instoppen.
En als dat wegvalt, kom je in een zwart gat.
Het zwarte gat zit ‘m niet zozeer in het gemis van iets wat er was. Het zwarte gat zit in de realisatie dat ik compleet afhankelijk was van de erkenning die voortkwam uit het ding wat ik deed, en dat ik mijn hele identiteit daaraan verleende.
Zat er te weinig verschil tussen Willem de Bruin en Willem van The Opposites?
Zeker. Ik heb nooit echt het gevoel gehad dat ik naast m’n schoenen liep, maar ik was wel heel erg content met alle aandacht en erkenning die we kregen. Zodra je jezelf daaraan gaat spiegelen en er je identiteit aan ontleent, wordt dat wie je bent. Maar die erkenning en mijn hunkering daarnaar was niets meer dan de opvulling van een leegte die ik jarenlang heb gevoeld.
Wanneer besefte je dat?
Ik begon te praten over mijn jeugd, mijn verleden en alle dingen die vroeger gebeurd zijn. Daar zat veel oud leed, en onverwerkte gevoelens. Als persoon van kleur opgroeien in een witte gemeenschap waar je je nooit erkend of geaccepteerd hebt gevoeld. Vandaag de dag me nooit volwaardig Nederlander voelen. Elke keer dat ik word geconfronteerd met discriminatie wordt het gevoel versterkt dat ik niet van hier ben en er niet toe doe. Maar ik ben ook geen Antiliaan. Ook daar hoor ik er niet bij. Maar wie ben ik dan wel?
Heb je een antwoord op die vraag?
De jongen die hier tegenover je zit is het antwoord. Ik ben Willem. Wie wij zijn en waar we onze identiteit aan verlenen is zo vaag. Ik ben een mens, ik ben het resultaat van evolutie, ik ben sterrenstof. Ik ben zoveel meer dan Nederlander of Antilliaan.
Nu snap ik dat je je zo verloor in de identiteit van ‘superster’, omdat dat de identiteit was die in je schoot werd geworpen.
En dat terwijl ik nog lang niet bezig was met dit vraagstuk. Ik was negentien, de wereld lag aan m’n voeten, het geld stroomde binnen. Waarom de fuck zou je je bezig houden met twijfels? Zeker als het succes voelde als wraak op alle discriminatie die ik ooit gevoeld heb.
Ik werkte ooit als afwasser in een restaurant in het dorp waar ik opgroeide. Elk jaar organiseert dat restaurant het dorpsfeest, en op een editie hadden ze ons geboekt. Om daar op het podium te staan en te zien dat de jongens die altijd wat over mij te zeggen hebben de tekst aan het meezingen waren voelt als wraak. Dat was mijn ‘fuck you’, ik was iemand die erboven stond. En als je opeens niet meer in de positie bent om dat te voelen, betekent het ook dat je niet meer de persoon bent die erboven staat. Daar zit de valkuil.
Inmiddels heb ik geleerd dat je boos kunt zijn, en veel woede kunt voelen naar iedereen, maar dat zegt meer over jou dan over de mensen op wie je boos bent. Het is niet leuk, en er zijn dingen die oneerlijk zijn geweest, maar ik kan niets meer uitwissen. Ik kan maar een ding doen en dat is een manier vinden om ermee om te gaan. Voor mij is dat realiseren dat dit me heeft gemaakt tot de persoon die ik nu ben: iemand die in de spiegel kan kijken en trots op zichzelf kan zijn.
Hoe voel je je nu? Hoe stond je vanochtend op?
Wel goed. Ik heb gewoon nog dagen dat ik me minder voel, en ik denk niet dat dat ooit zal verdwijnen. Maar die strijd is ook erg gelinkt aan een mijn creatieve proces en ik voel me nog steeds verschrikkelijk als dingen niet lukken. Los van dat: mijn leven speelt zich af in een gezin, en dat werpt energieën en situaties op m’n bord die mijn leven enorm beïnvloeden.
Haal je steun uit je gezin in moeilijke tijden?
Dat denk ik wel. M’n kinderen en m’n vriendin gaven me een reden om het gevecht aan te gaan. Iets te verliezen hebben is de beste motivatie voor alles.