Vorige week wilde ik een kaartje kopen voor de WK-kwalificatiewedstrijd van de Oranjevrouwen tegen Zwitserland, op 9 november aanstaande. Ik zat om twaalf uur klaar, maar helaas: alle 23.000 kaarten van de Galgenwaard waren binnen een half uur uitverkocht en ik viste achter het net. Het leek wel de wachtrij voor een concert van Drake in de Ziggo Dome.
Geen ticket kunnen bemachtigen voor de Oranjevrouwen is op zich niet vreemd, want na het Europees Kampioenschap van vorig jaar is het team vreselijk populair geworden. Begin deze maand keken 1,2 miljoen mensen naar de wedstrijd tegen Denemarken, en er is bijna geen enkele thuiswedstrijd niet helemaal uitverkocht sinds de winst op het EK vorig jaar. Vrouwenvoetbal is de snelst groeiende sport van Nederland, en er zijn inmiddels meer dan 150.000 vrouwelijke amateurvoetballers in ons land, waarvan er een hoop hun idolen live willen zien spelen.
Videos by VICE
Maar ondanks de populariteit van de vrouwen en de wedstrijden die ze spelen, blijven de Kuip en de ArenA voor de Oranjevrouwen geen optie. En dat is eigenlijk best gek.
Precies een jaar geleden liet Daan Schippers van de KNVB in het AD weten dat het nog “te vroeg” zou zijn om de Oranjevrouwen in de grotere stadions te laten spelen. “Logistiek” zou het lastig kunnen worden, en ook het “vol krijgen van de stadions” noemde Schippers als probleem. Maar de prestaties van de Leeuwinnen tijdens de kwalificatierondes zouden meewegen in het besluit om in de toekomst wél grotere stadions te boeken. Het zou “hartstikke mooi zijn om de Oranjevrouwen te laten spelen in de Kuip of de ArenA,” aldus Schippers.
De oersaaie conclusie: vrouwen moeten nog altijd plaatsmaken voor mannen!
Inmiddels is het een jaar later en de Oranjevrouwen wonnen tot nu toe bijna alle WK-kwalificatiewedstrijden; ze speelden één keer gelijk tegen Ierland en verloren één keer van Noorwegen. Dus met die prestaties gaat het zoals we kunnen verwachten van dit elftal: uitstekend. Daar had ook de KNVB best een wedje op kunnen leggen, want veel van de teams uit de wedstrijdpoule hebben de Leeuwinnen al eerder verslagen, tijdens het EK of de Algarve Cup. Waarom staan onze Oranje heldinnen dan nog niet op de middenstip van de Kuip?
In april speelden de vrouwen een kwalificatiewedstrijd tegen Ierland in het Philipsstadion, met zo’n 35.000 plekken. Het was de eerste keer in zo’n groot stadion en het was bijna helemaal uitverkocht. Een stap vooruit! Een gekke keuze dus om nu, voor de finalewedstrijd van de play-offs, terug te schroeven naar de Galgenwaard, waar bijna een derde minder plekken beschikbaar zijn.
Toen vorige week de kaarten voor de finalewedstrijd van de play-offs binnen een half uur waren uitverkocht, waren er flink wat mensen kwaad en teleurgesteld omdat ze geen kaartje hadden. Op de eventpagina werden direct tientallen oproepjes geplaatst waarin mensen kaarten zochten, en de KNVB werd meermaals aangesproken op de keuze om de wedstrijd wederom niet in een groter stadion te boeken.
Op de website van OnsOranje verklaarde de KNVB vervolgens: “We hebben met Stadion Galgenwaard gekozen voor een middelgroot stadion om zo de toegangsprijzen schappelijk en toegankelijk te houden, zodat ook gezinnen en groepen de wedstrijden kunnen bezoeken.” Ook zou de keuze te maken hebben gehad met “de beschikbaarheid van het stadion, de spreiding van het land, en de capaciteit.” Wel stond er in de verklaring dat “de mogelijkheid werd onderzocht om de Oranjevrouwen te laten spelen in grotere stadions”.
Dat hebben we al eerder gehoord, namelijk precies een jaar geleden.
Voor het argument om “toegangsprijzen toegankelijk te houden” is natuurlijk wel wat te zeggen, vooral voor mensen en fans die niet veel te besteden hebben. Maar ontzeg je ook niet een hele hoop mensen toegang door letterlijk te weinig plekken aan te bieden? Het mannenelftal, dat sinds 2014 geen kwalificatieronde meer door is gekomen maar wel bijna altijd uitverkoopt, speelt als vanzelfsprekend wel in de grootste stadions. Natuurlijk kennen de Leeuwinnen die vanzelfsprekendheid nog niet, en tot voor kort was dat ook logisch. Maar als er één partij is die hier het voortouw in kan nemen, al is het maar om het statement te maken dat de Leeuwinnen inmiddels dik hebben verdiend, is het de KNVB.
Als ik de KNVB vraag om een reactie, laten ze per mail weten dat er weinig keus is voor stadions omdat “bvo’s (Beroeps Voetbal Organisaties) hun eredivisiewedstrijden verkiezen boven wedstrijden van de Oranjevrouwen”. Het Nederlands vrouwenelftal kan dus zomaar spelen op een dag waarop er ook eredivisiewedstrijden bezig zijn – en die gaan voor. De interlands van het Nederlands mannenelftal worden wel afgestemd op de competitie, laat de KNVB in dezelfde mail weten, maar dat geldt niet voor de Leeuwinnen. Ook voert de KNVB in de mail het argument aan dat stadions meestal kort van tevoren geboekt moeten worden, waardoor ze vaak al niet meer beschikbaar zijn.
In de Kuip en de ArenA worden geen wedstrijden gespeeld op 9 november en als ik het Philips-stadion bel, weet een medewerker van de communicatieafdeling me te vertellen dat er ook daar niks gepland staat. Bovendien heeft de KNVB, voor zover zij weet, het stadion niet benaderd. Maar volgens de voetbalbond heeft het niet boeken van deze stadions voor de Oranjevrouwen te maken met “allerlei factoren, bijvoorbeeld de kosten van de beveiliging bij zo’n stadion, en de conditie van het gras”. Opnieuw benadrukt de KNVB in de mail “de mogelijkheid te onderzoeken om de Oranjevrouwen in de grotere stadions te laten spelen”. Wanneer, daar kunnen ze “op dit moment nog geen uitspraak over doen.”
De oersaaie conclusie: vrouwen moeten nog altijd plaatsmaken voor mannen!
Het zou natuurlijk jammer zijn als een echt groot stadion zoals de ArenA of de Kuip nog niet uitverkoopt – daar hebben de Leeuwinnen ook geen baat bij. Maar als je uitgaat van de groeiende populariteit van de Oranjevrouwen is dat niet waarschijnlijk. Een volgende belangrijke wedstrijd van de Leeuwinnen in een (echt) groot en vol stadion zou niet alleen drie punten betekenen voor het team zelf, maar ook voor de emancipatie van het vrouwenvoetbal én de KNVB.