We zijn misschien ooit jagers en verzamelaars geweest, maar ergens midden in het pleistoceen waren we ook moordenaars. In een recent verschenen artikel in het tijdschrift PLOS One, legt een team van archeologen uit waarom zij denken dat een 430.000 jaar oud skelet dat in het noorden van Spanje is gevonden, voor zover we weten, het oudste slachtoffer van moord is. En daarmee is dit de koudste cold case uit de geschiedenis. Het slachtoffer, met de naam “Cranium 17,” is nauw verwant aan de latere Neanderthalers. Het skelet werd samen met 27 andere stoffelijke overschotten gevonden in een spleet tussen kalksteen die bekend staat als “Sima de los Huesos,” wat “put van botten” betekent. De put ligt in Atapuerca, een enorme gebied voor archeologisch en antropologisch onderzoek. In dat gebied ligt ook de “Sima del Elefante,” de “olifantenput,” waar de vroegste mensen van Europa zijn gevonden.
Cranium 17 is bijzonder omdat er op de schedel twee grote fracturen te zien zijn, die tegelijk lijken te zijn ontstaan. Anders dan bij een niet-dodelijke verwonding, zijn er geen tekenen van genezing te zien. Dit wijst erop dat het slachtoffer aan deze verwonding is overleden. Daarnaast lijken de breuken te zijn ontstaan in levend botweefsel, waardoor kan worden uitgesloten dat de breuken na het overlijden zijn ontstaan. En omdat de breuken zijn veroorzaakt door hetzelfde voorwerp, is het heel onwaarschijnlijk dat dit een ongeluk is geweest. “Aangezien dat één van de twee trauma’s waarschijnlijk dodelijk was,” zo stelt het paper, “is de aanwezigheid van meerdere slagen een implicatie dat het hier om moord gaat. Daarmee is dit het vroegste, duidelijke geval van opzettelijke en dodelijke interpersoonlijke agressie die we ooit bij menselijke fossielen hebben gevonden. Dit bewijst dat dit heel erg oud menselijk gedrag is.”
Videos by VICE
Het artikel verwijst naar andere vroege voorbeelden van “dodelijk interpersoonlijk geweld”: een Neanderthaler die met verwondingen aan de ribben werd gevonden en een Homo sapiens met een puntige verwonding aan de wervels. Maar dit zouden net zo goed respectievelijk een niet-dodelijke verwonding of een ongeluk tijdens het jagen kunnen zijn geweest.
“Overduidelijk is er in de hele geschiedenis een hoop geweld voorgevallen,” zegt Nohemi Sala, de hoofdauteur van de studie. “Helaas is het moeilijk om hiervoor bewijs te vinden in fossielen, omdat we het met alleen botten moeten doen. En interpersoonlijk geweld laat maar zelden duidelijke sporen achter op botten. Dit is het eerste gedocumenteerde geval van moord en voor ons een soort ‘smoking gun’ voor het vermoeden dat we als mensen al heel lang aan het moorden zijn.”
Terwijl ik het onderzoek las, bekroop me de angst dat onze zogenaamde onmenselijkheid eigenlijk even lang bestaat als dat we mens zijn. Ik vroeg Sala of het onderzoeksteam een zelfde soort ontmoediging voelde door deze realisatie.
“Aan de ene kant wel, omdat we ontdekt hadden dat opzettelijk interpersoonlijk geweld op zijn minst al 430.000 jaar bij mensen hoort.” zegt ze, “maar hetzelfde gaat op voor het zorgen voor de zieken of zelfs het zorgen voor de doden.”
Sala legt uit dat de enige manier waarop lichamen in de “Sima de los Huesos” terecht komen, is als ze er door een andere mensachtige ingegooid zijn. Het is een begraafplaats, in dit geval voor iemand die is vermoord. We kunnen alleen speculeren over wat er precies is gebeurd, maar we kunnen er rustig vanuit gaan dat de tijd, de grootste moordenaar van allemaal, ervoor heeft gezorgd dat de moordenaar niet meer vrij rondloopt.