De eerste echte lentedag is aangebroken in een van de oudste straten van Rotterdam: de Hoogstraat. Het is een straat in ontwikkeling, waar voornamelijk jonge ondernemers zich hebben gevestigd vanwege de relatief lage huurprijzen. Ook het label Rotterdam Airlines houdt hier kantoor en dat hoor je zodra je de straat inloopt. Pal voor nummer 20 staat een auto geparkeerd. Het portier staat een stukje open, de muziek uit de speakers is te horen door de straat. Het zijn de tracks van Kevin, afkomstig van zijn debuutalbum Lente, zijn belangrijkste soloproject tot nu toe.
Rondom de auto staat een groepje jongens te roken. Kevin staat er ook bij, hij valt op. Toch dat haar, en die eeuwige joggingbroek met matching sportjack. Terwijl ik op het groepje afloop ben ik me ineens hyperbewust van mijn eigen kleding. Ik twijfel of ik niet te overdressed ben in mijn hysterische stippeltjesjurk, die ik heb aangetrokken voor onze afspraak.
“Ga je vaker wat drinken in deze straat?” vraag ik als we een paar minuten later samen verder de Hoogstraat inwandelen. Het is een slechte openingsvraag, ik kon zo snel even niks anders bedenken. “Nee, nooit eigenlijk,” antwoordt Kevin. Het valt stil, en we lopen naar een koffietentje. Kevin is er nog nooit geweest. Zorgvuldig observeert hij de ruimte.
Noisey: Vind je dit een goede plek voor een date? Kevin:
Hm, ik zou zelf eerder voor een sushirestaurant gaan.
Kevin kijkt nog steeds rond.
Je zit trouwens middenin een verhuizing.
Ja, we zijn vorig weekend overgegaan.
Stilte.
Wie is we?
Ik en mijn vriendin.
Je hebt hiervoor altijd bij je moeder gewoond toch?
Ja, klopt.
Kevin is niet lang van stof.
Nou, leuk! Samenwonen met iemand waar je verliefd op bent is het leukste wat er is, toch?
Kevin kijkt wat langs me heen, hij lijkt afgeleid. Zijn voeten bewegen rusteloos onder de tafel.
Ben je verliefd?
Ja, verliefd, verliefd… Ik ken haar al heel lang, weet je. Zes jaar, zeven jaar. In ieder geval ver voordat het rappen serieus werd. Ze was toen al een mattie van me, nu zijn we acht maanden samen.
Is ze de liefde van je leven?
Ja, toch. Tuurlijk. Sowieso.
Trouwen? Kinderen?
Trouwen vind ik cliché, maar in de liefde gaat het goed, ja.
Dit is een date, mijn idee was om met je te praten over de liefde, maar heb je daar eigenlijk wel zin in?
Om heel eerlijk te zijn praat ik daar niet veel over, ook niet met mijn vrienden. Soms wel in mijn muziek, maar dat voelt anders.
Laten we het gewoon over het album hebben, en dan komen we vanzelf wel bij liefde en dat soort dingen. De eerste track op Lente is deels gericht aan je moeder.
Mijn moeder is mijn beste vriendin, voor haar heb ik nooit geheimen gehad. Mijn ouders gingen uit elkaar toen ik zes was, vanaf dat moment deden wij het met z’n tweeën. “Wil je voetballen? Stap achter op mijn fiets en we gaan, ik breng je.” Week in week uit stond zij langs de zijlijn, soms een hele wedstrijd in de stromende regen. En ze houdt niet eens van voetbal, hè? Ze was er altijd, ook op de momenten dat ik niet goed in mijn vel zat.
Afgelopen winter was zo’n periode waarin je niet helemaal lekker ging.
De winter was fokt op. Ik denk weleens: misschien ben ik wel echt dat lentekind. Je hebt een zomer gehad vol aandacht, shows, festivals, adrenaline. Als dat ineens wegvalt, dan ben je alleen. Toen ik dit jaar een beetje geld begon te verdienen begon ik me ook af te vragen: is dit het nou? Het maakt niet per se gelukkig. Money pakken is nog steeds het doel, maar het verandert ook dingen.
Videos by VICE
Wat dan?
Je doet niets meer zomaar. Iedereen is met geld bezig, iedereen wil de buurt uit. Ik kom uit Crooswijk, niet de beste wijk van Rotterdam. Toch verlang ik terug naar de tijd waarin we niks hadden en we tot diep in de avond op het pleintje chillden en voetbalden. We waren tevreden met een zakje zonnepitten. Maar ik wil niet te veel stilstaan bij vroeger. Als je daar te veel in blijft hangen dan slaat zo’n herinnering om in depressiviteit.
Heb je wel mensen om je heen om daarover te praten?
Ik kan mijn gevoelens kwijt in mijn muziek, maar toen ik me zo down voelde heb ik ook met vrienden gepraat. Ze zeiden me dat ik positief moest blijven.
Is dat niet een beetje een dooddoener?
Wat bedoel je?
Nou, ik vraag me gewoon af of je op zo’n moment echt iets hebt aan het advies: “Blijf positief.”
Wél als de juiste mensen dit tegen je zeggen. Ik heb vrienden die vastzitten, ze hebben straffen oplopend tot wel tien jaar. Als ik ze opzoek in de gevangenis hebben we diepe gesprekken, ik leer daar veel van. Als ik daarna naar buiten loop dan realiseer ik me extra: shit, ik ben vrij en ik heb talent. Ik moet er iets van maken en ik moet inderdaad positief blijven. Gisteren nog werd ik gebeld vanuit de gevangenis. “Kev! Beetje Moe staat op nummer 1!” Ze houden de streamaantallen beter in de gaten dan ikzelf. Juist die jongens die vastzitten houden mij op het rechte pad, hoe gek dat ook klinkt. Eigenlijk zijn al mijn vrienden belangrijk voor me. We gaan way back.
Hoe vind je het eigenlijk om die bekende rapper te zijn?
In het begin ging ik daar lekker op en toen heb ik ook wel even als een ‘rapper’ geleefd. Het is dan nog nieuw en onbekend. Ik bleef hangen na shows om te profiteren van mijn nieuwe leven met geld, drank, vip-tafels en meisjes backstage: ineens ligt het allemaal voor het oprapen. Toch merkte ik al snel dat dat me niet gelukkig maakt, die uitspattingen.
Jij bent niet het type rapper dat flessen bestelt in clubs?
Ik ga bijna nooit meer uit. De laatste keer was de verjaardag van Hef, twee weken geleden in Club Vie. Een fles kopen vind ik nog tot daaraan toe, maar dat dat dan met vuurwerk moet vind ik echt belachelijk. In een van mijn eerste nummers rapte ik al: “Geef me twee goede flessen zonder firework.” Waarom moet de hele club meegenieten als je een fles hebt gekocht? Dat is echt niks voor mij. Ik kan al heel lang niet meer genieten van succes en alles wat daar omheen hangt.
Is dat niet jammer?
Soms, maar het houdt me ook scherp. Ik wil niet over vijf jaar terugkijken en denken: shit, ik ben niet gegroeid. Ik wil beter worden als artiest, elke dag. Over zeven jaar ben ik dertig: dan wil ik een legend zijn en niet zo’n type oude rapper die er eigenlijk niet meer toe doet. Ik moest weg van al die bijzaken en het plezier weer terug vinden in rappen. Terug naar de reden waarom ik ooit ben begonnen met muziek, met volle focus in de studio staan.
Vind je optreden eigenlijk wel leuk? In een track rap je dat je wel eens hebt moeten kotsen voor een show.
“Moest overgeven voordat ik opkwam, dat is een kleine confession,” zeg ik op de track Money. Dat gaat over het Bevrijdingsfestival in Groningen, daar waren zesduizend mensen. Weet je hoeveel dat is? Ik had die dag weinig gegeten, ik kocht net voordat ik op moest bij een verlaten tankstation een broodje bal. Vanuit de backstage zag ik de mensenmassa op het plein. Ik voelde wat spanning en tikte een paar shotjes Hennessy achterover. Dat doe ik eigenlijk altijd voor een show. Die keer ging het mis. Ik kotste de gehaktbal eruit, vijf minuten voordat ik het podium op moest. Het had wel iets, eigenlijk, en de show ging supergoed.
Het koffiemeisje staat weer aan onze tafel. Ze kijkt giechelend naar Kevin. “Ik weet niet of je van cappuccino houdt, maar ik heb een koffie gemaakt met jouw hoofd erop.” Ze zet het kopje neer, we staren ongelovig naar een één op één cacao-afbeelding van Kevins gezicht op een laagje opgeschuimde melk. “Het is een selfieccino,” zegt het meisje vol trots. Kevin pakt meteen zijn telefoon, die al het hele gesprek op roodgloeiend staat. Hij maakt een foto en drukt het zoveelste inkomende gesprek weg.
Je wordt niet bepaald met rust gelaten.
Ik word echt gek van dit ding, eigenlijk. Ik heb nu bijna een jaar mijn WhatsApp verwijderd, dat geeft me rust. De mensen die dichtbij me staan weten dat ze gewoon moeten bellen.
Zijn telefoon gaat opnieuw. ‘Mo Fouradi’ staat op het beeldscherm. De Fouradi-broers Brahim en Mo doen sinds kort Kevins management.
Bellen jullie vaak?
Ja, elke dag. Brahim en Mo houden me bij de les en leren me nieuwe dingen. Ik ben zelf geen social media-mannetje, Brahim helpt me met Instagram. Ook denken zij na over de volgorde van tracks, hoe het album gepromoot moet worden: dat soort dingen.
Ben je niet bang dat je met van die doorgewinterde managers authenticiteit verliest?
Nee. Als je wil groeien moet je ook serieuzer worden. Ik wil het niet meer half doen.
Jij wil gewoon dat je album op nummer 1 komt.
Ik doe het niet voor minder.
Weet je trouwens nog wel hoe ik heet?
Eh… Dominique, toch?
Bijna. Eva.
Shit. Het lijkt er niet eens op. Sorry, Eva.
We staan op, lopen richting de kassa. Kevin zet een kleine versnelling in. Hij is vastberaden: hij betaalt de muntthee, niet ik. “Maar ik interview jou toch?” probeer ik nog. Kevin luistert niet meer. Twee barista’s hangen al om zijn nek. Of ze met hem op de foto mogen. Eén apart, één samen, en dan ook nog een selfie. Kevin ondergaat het. Hij haalt alvast een sigaret uit zijn pakje en kijkt nog een keer rond.
“Ik was hier nog nooit geweest, maar ik kom zeker nog eens terug.”
Luister hieronder naar het debuutalbum van Kevin.
De koffiemeisjes kijken tevreden hoe Kevin de zaak verlaat. Was die selfieccino toch ergens goed voor.