Een experimentele muzikant die een dagje ouder is, kan te maken krijgen met een aantal valkuilen. Touren zuigt alle energie uit je lijf en de verantwoordelijkheden van een volwassen leven maken flink inbreuk op het deel van je inkomen dat je ooit gedachteloos kon uitgeven aan dure synthesizers. Noah Lennox – de muzikant die al twee decennia opereert onder de naam Panda Bear – doet zijn best om te vechten tegen de gevolgen van het ouder worden. Hij zit onderuit gezakt op een luie stoel in de evenementenlocatie van een bedrijf in audioapparatuur, ergens in Manhattan. Hij legt uit waar hij de afgelopen drie jaar na het uitkomen van zijn laatste album zoal gedaan heeft. Het antwoord blijkt, niet bijzonder veel. Tussen het touren door heeft hij voornamelijk zijn best gedaan om een leven op te bouwen met zijn vrouw en kinderen in Lissabon, waar hij sinds een jaar of tien woont.
“Ik denk dat je gelukkig wordt van een consistent leven,” zegt hij, terwijl hij aan de touwtjes van zijn capuchon trekt. “Ik ben mentaal meer in balans sinds ik kinderen heb. Ze moeten naar school en zo, wat een dagelijkse routine oplevert, en dat vind ik erg prettig.”
Videos by VICE
Lennox werd afgelopen jaar veertig, en hij zegt meer dan ooit in balans te zijn. Hij is daar blij mee, ook omdat hij daardoor naar eigen zeggen meer risico durft te nemen in zijn muziek. “Ik denk minder over dingen na dan vroeger,” zegt hij lachend. “Dat voelt geweldig.” Hij zegt dat hij verschil begon te merken tijdens het maken van zijn album Panda Bear Meets the Grim Reaper uit 2015, een album dat hij omschrijft als ‘vrijer’ dan zijn eerdere werk. Hij is beter in staat zijn innerlijke criticus de mond te snoeren en om dingen te maken als Mr. Noah, een zeeziek liedje dat bestaat uit het geluid van jankende honden en wat onzinnige teksten. Dat hij zijn stem zo duidelijk op de voorgrond plaatste was nogal aan stijlbreuk voor de artiest. “Zeven jaar geleden had ik nooit een track als Mr. Noah gemaakt. Er hadden me toen meer dingen in de weg gezeten.”
De opvolger van die plaat, Buoys, werd afgelopen week door platenlabel Domino uitgebracht, en gaat verder in de poppy richting waar Mr. Noah al een voorproefje van was. Hij produceerde het album samen met Rusty Santos, een oude vriend die hem eerder hielp met Person Pitch en recentelijk veel pop en reggaeton geproduceerd heeft. Het album omarmt een helderheid die Lennox nooit eerder liet zien in zijn solomateriaal. Hij heeft afscheid genomen van de gelaagdheid die zijn eerdere werk kenmerkt. Nu zijn er in elk nummer slechts een paar elementen te horen: omhoog gepitchte percussie, zijn stem, een akoestische gitaar en zware sub-bas. Goede speakers zijn dus een vereiste om dit album te luisteren zoals het bedoeld is.
Deze shift is een risico, maar wel een met een duidelijk doel: Lennox is zich er bewust van dat hij ouder wordt, en in het persbericht schreef hij dat hij een album wilde maken dat herkenbaar klinkt voor jonge mensen. Hij koos alle elementen bewust, om zo de manier waarop trap gemaakt wordt na te bootsen – een stem met een effect er overheen op de voorgrond, vergezeld door een hi-hat en een bas die je in je onderbuik voelt, en die voor de meeste emotionele respons moet zorgen. Dit deed Lennox deels omdat hij muziek wilde maken die zijn eigen kinderen begrijpen; zijn 13-jarige dochter Nadja schaamde zich eerder nogal voor haar vaders muziek. Of dat nu niet meer het geval is valt nog te bezien.
Noisey: Volgens het persbericht heb je geprobeerd om muziek te maken voor “de oren van jonge mensen.” Wat betekent dat eigenlijk precies?
Noah Lennox: Er zitten alsnog genoeg gekke dingen in de liedjes, waardoor ik me ook gerechtvaardigd voelde om er iets van te maken dat mijn dochter normaal zou vinden klinken. Daarnaast hou ik van producers als Mike WiLL, Zaytoven en Metro Boomin. Ik weet wel dat mijn album niet als trapmuziek klinkt, maar er zijn wel wat overeenkomsten. Je hebt een duidelijke hi-hat, erg aanwezige vocalen en een sub-bas. Mijn stem klinkt bijna plastic. Alleen de gitaar is nog een vreemde eend in de bijt; Rusty was geobsedeerd met de gitaar heel gefabriceerd te doen klinken. Hij wilde niet dat het klonk alsof er echt iemand op een gitaar had gespeeld. Ik vind het trouwens ook fascinerend om met mijn kinderen te praten over wat zij ‘normaal’ vinden klinken.
Je kinderen vinden jouw muziek niet normaal?
Nee, ze snappen er niks van.
Wat vinden ze er nog meer van?
Mijn dochter schaamt zich. Mijn zoon vind alles leuk. Hij zegt dat-ie het mooi vindt omdat hij me wil steunen, maar Nadja’s reactie is vaak ‘ugh.’ Als je een tiener bent en je vader vindt iets leuk, dan vind je dat automatisch stom. Niet omdat je gemeen wil zijn, maar omdat dat normaal is op die leeftijd. Dus ik vat het niet op als een belediging.
Je hebt eerder weleens gezegd dat je oké bent met ouder worden. Afgezien van je kinderen, wat zorgt ervoor dat je je focust op een jongere generatie luisteraars?
Ik denk vooral dat ik altijd iets anders wil doen. Zelfs als dat nieuwe ding niet zoveel impact maakt. Ik blijf liever onbekend terrein verkennen, gewoon voor mezelf. Oude mensen zijn vaak vastgeroest. Jongeren staan veel meer open voor dingen.
Hielp het dan om met Rusty samen te werken?
Ja, dat was wel de bedoeling. Ik had hem al zes jaar niet gezien, maar ik waardeerde altijd alles waar hij mee bezig was. We hadden wel mailcontact, gewoon om hoi te zeggen. Toevallig was hij op een dag in Lissabon, en vertelde hij over de dingen waar hij aan werkte. Ik wilde weten hoe de dingen waar ik mee bezig was zouden klinken als hij ermee aan de haal ging.
En vonden je kinderen het nu wel vet?
Ik heb ze alleen Dolphin laten horen. De reacties waren niet geweldig. Misschien dat ze het in de toekomst begrijpen. Ik ga ze in elk geval niet dwingen om ernaar te luisteren, dat komt vanzelf wel een keer.
Water speelt een grote rol op het album. Het heet Buoys, de eerste track heet Dolphin en de eerste zin is “ To the sea … ” Wat heb jij met water?
Het is niet alleen op dit album, het gaat veel verder terug. Ik kan er twee dingen over zeggen: elke stad waar ik heb gewoond lag aan zee, dus ik voel me automatisch thuis in de buurt van water. Verder zou ik kunnen zeggen dat de zee symbool staat voor het onbekende, een fantasieplek die ik wil bereiken en begrijpen.
Je woont nu ook dichtbij de zee, toch?
Ja, de kust is denk ik tien minuutjes rijden. Lissabon ligt aan een rivier en op sommige ochtenden kun je de zee ruiken. Verder ligt Baltimore in een baai. Daarna woonde ik in Boston, wat ook vlakbij het water is. Ook New York ligt aan het water.
Ben je een strandmens?
Oké, het klinkt controversieel, maar ik zou willen zeggen dat het strand overgewaardeerd is. Stranden en winkelcentra vind ik alleen leuk als er verder niemand is. ’s Nachts is het strand vet. Maar grote groepen mensen trek ik niet.
Het is moeilijk om nog aan de zee te denken zonder plastic soep voor je te zien, of te denken aan de stijgende zeespiegel. Komen dat soort dingen terug in je muziek?
Misschien niet expliciet, maar ik heb het wel veel over nederigheid. Ik denk dat als we allemaal wat nederiger waren, dit soort problemen makkelijk op te lossen zouden zijn. Laatst zette ik het vuilnis buiten en ik zei tegen mijn vrouw: ‘Ik denk dat over dertig jaar het idee dat we vuilnis opstapelen en ergens in de grond proppen totaal krankzinnig zal lijken.’ Maar ik geloof niet dat ik dat soort dingen heel direct in mijn muziek stop.
Wat bedoel je met nederigheid?
Ik bedoel dat je andere mensen respecteert, maar ook dat ik mezelf minder belangrijk wil voelen. Ik wil liever deel uitmaken van een geheel dan alles vanuit een individualistisch oogpunt bekijken. Ouder worden en kinderen krijgen was daar belangrijk voor. Het eerste deel van mijn leven moesten anderen voor me zorgen. De beslissingen die ik maakte, maakte ik voor mezelf. Als je kinderen krijgt, gaat opeens alles om je kinderen draaien. Toen dat gebeurde, ging ik over dingen nadenken. Maar ik stop dat niet in mijn muziek, in elk geval niet op een manier dat ik zeg ‘je moet zo denken.’ Ik zou het meer willen zien als een suggestie, voor hoe je zou kunnen denken.
Je wil niet onderwijzen.
Juist. Sommige mensen zijn daar heel goed in. Misschien is het een gebrek aan zelfvertrouwen, maar ik heb niet de intentie dingen te maken vanuit dat perspectief. Dat zie ik trouwens in meer dingen terug dan alleen in wat ik maak; ik heb gemerkt dat ik als ouder soms te zwak ben. Soms hebben mijn kinderen het nodig dat ik zeg: ‘Dat mag niet,’ in plaats van ‘doe dit alsjeblieft niet’, gevolgd door een hele redenatie.
Hoe werkt dat als je ergens onrecht ziet? Of iets wat objectief verkeerd is? Ben je dan wel stellig?
Ik hoop het. Ik geloof niet dat ik zoiets heb meegemaakt. Wat er politiek gezien nu gebeurt in Amerika is de eerste keer dat ik geïnspireerd raakte om me bezig te houden met politiek in mijn muziek. Maar zelfs dan doe ik dat op een indirecte manier. Zo zit ik nou eenmaal in elkaar. Niet van: ‘Dit is verkeerd’, maar ‘misschien moeten we wat meer bescheiden zijn, dan krijgen we betere resultaten.’ Ik bewonder mijn vrouw omdat ze veel directer is. Zij zegt gewoon: ‘nee, dit mag je niet doen.’ Ik ben veel passiever. Ik ben blij dat mijn kinderen allebei die perspectieven meekrijgen. Als ze twee ouders zoals ik hadden, had ik me meer zorgen gemaakt.
Je zegt dat je het gevoel hebt dat je je bezig moet houden met politiek…
Ik denk dat we gedwongen worden. Of je nou wil of niet. Ik heb het idee dat ik meer op de hoogte ben van wat er politiek gezien gebeurt in Amerika dan in Portugal. Het is gewoon moeilijk om te negeren. Ik hoop iets te maken wat helend werkt. Het voelt gek om in deze tijd een plaat te maken die overkomt als een liefdesbrief aan de mensheid, maar dat was wel wat ik hoopte te maken.