Na tientallen jaren muziekgeschiedenis te hebben onderzocht, heeft Craig A. Monson, voormalig professor Muziek aan Washington University in St. Louis flink wat verhalen gehoord. In 1986 stuitte hij bijkans in een museum op een partituur uit de 17e eeuw dat zijn aandacht trok. Hoewel het door een convent van aristocratische nonnen uit Bologna, Italië werd gemaakt, stond het vol met expliciete en obscene liederen.
Monson wist niet echt veel over monastieke nonnen in het Italië van de Renaissance – of nonnen in het algemeen – maar het manuscript was zeker niet in overeenstemming met zijn verwachtingen. Uit nieuwsgierigheid begon hij allerlei documenten van de Inquisitie en de hoogste lagen van de kerk te doorzoeken. In de archieven vond hij verhalen van nonnen die een rebels leven leefden – liefdesaffaires hebben, politieke ambities navolgen, zingende diva’s worden – vaak zonder dat ze zich ooit buiten het klooster begaven waar ze de rest van hun leven moesten doorbrengen.
Videos by VICE
Monsons onderzoek leverde zoveel anekdotes op dat hij twee boeken over ‘nonnen die zich misdroegen’ heeft uitgegeven, “Nuns Behaving Badly” and “Divas in the Convent”. We spraken hem over hoe het leven van vrouwen in die tijd was, en op welke scherpzinnige manieren 17e-eeuwse nonnen de vele beperkingen van hun wereld omzeilden.
VICE: Hoi Craig. In het boek vecht je veel aannames aan, zoals het idee dat vrouwen om religieuze redenen nonnen werden. Waarom klopt dat niet?
Monson: Hun wereld was natuurlijk niet zoals onze wereld. Persoonlijke vrijheid, “je dromen volgen” – zulke concepten zouden voor mijn kloosterlijke heldinnen absurd hebben geklonken. De levensopties van een 17e-eeuwse vrouw waren het klooster, trouwen, of prostitutie. De bruidsschatten voor kloosters waren veel bescheidener dan die voor een potentiële echtgenoot – vandaar dat kloosters aantrekkelijk waren voor rijke vaders die, zoals een vader uit een van de archiefdocumenten het stelde, “belast waren met meerdere vrouwelijke nakomelingen”.
Als een meisje door een in het klooster wonende tante werd opgevoed, zou het worden van een non zowel “vanzelfsprekend” en aantrekkelijk lijken. Ze zou wellicht wat prestige hebben. Ze zou minstens net zo veel – en waarschijnlijk meer – mogelijkheden tot zelfbeschikking hebben dan bloedzusters die echtgenoten vonden. Amerikaanse echtgenotes en moeders kregen tenslotte pas in 1920 het stemrecht, en Franse vrouwen pas in 1944. Tegen die tijd hadden nonnen al meer dan duizend jaar “het stemrecht gehad in hun eigen, lokale verkiezingen”, om te kiezen welke vrouwen zich bij hun mochten aansluiten, en om zusters voor functies binnen het klooster te benoemen.
Wat is je favoriete verhaal dat uit het onderzoek is gekomen?
Ik moet wel voor de nonnen-brandstichters van Reggio Calabria kiezen. Dit is het enige verhaal waarin de nonnen het kloosterleven daadwerkelijk ontvluchten, wat ons iets interessants vertelt: het leven van een non is zelden zo onverdraaglijk geweest dat ze een vluchtpoging hebben gedaan.
Alle nonnen kwamen uit één familie. Hun mannelijke familieleden transformeerden ze vrijwel van de ene dag op de andere, van ongetrouwde vrouwen in nonnen door een familie-palazzo tot een klooster om te zetten en de vrouwen erin op te sluiten. Maar tegen die tijd wisten ze al wat af van de wijdere wereld. Hun wanhoop is begrijpelijk, en hun stoutmoedigheid om de hele boel in de hens te zetten is ook best admirabel. Maar ze hadden geen enkele kans om zich weer bij hun families aan te sluiten, zoals ze wel gehoopt hadden.
Klinkt zwaar. Hoe zijn andere nonnen omgegaan met de beperkingen van hun klooster?
Het lukte nonnen vaak niet om het klooster fysiek te verlaten en weer te betreden: als je dat deed werd je automatisch geëxcommuniceerd. Maar ze werden experts in manieren vinden om de muren van het klooster te overbruggen zonder daadwerkelijk over die grens te gaan.
Een vindingrijke non uit Santa Cristina in Bologna organiseerde bijvoorbeeld een uitbundig diner, en gebruikte een zeer lange dinertafel die zich door de poort van het klooster uitstrekte. Nonnen zaten aan het uiteinde dat zich binnen het klooster bevond, terwijl hun gasten aan het uiteinde buiten zaten.
Een ander, zeer treffend voorbeeld is toen de kerkelijke patriarchie de nonnen van Ancona verbood om lange verrekijkers te gebruiken. De zusters gingen blijkbaar in de klokkentoren zitten om naar buiten te kijken.
Muziek was ook een buitengewoon effectief middel om de muren van het klooster doordringbaar te maken. De stemmen van nonnen konden publiek aantrekken en tot de wereld spreken. Hoewel ze voor alleen zichzelf zongen, waren hun stemmen voorbij de muren van het klooster te horen, zodat mensen op straat ernaar konden luisteren.
Waarom was muziek zo’n probleem voor de kerk?
In theorie hoorden erkende nonnen “dood voor de wereld” te zijn. Maar de muziek van de nonnen lokte het publiek naar hun kerken, en daarmee werd contact met buitenstaanders aangemoedigd. Nonnen die getalenteerde zangeressen waren zouden kunnen opvallen als klooster-diva’s, in een maatschappij waar alles om gelijkheid en gemeenschap draaide.
Vrouwelijke zang werd überhaupt als problematisch gezien. Muziek maken en de liefde bedrijven werden als sensuele ervaringen als gevaarlijk nauw verbonden beschouwd. Ze waren anatomisch gerelateerd, omdat ze allebei een paar van dezelfde lichaamsdelen gebruikten: de mond, de tong, de keel. Vrouwelijk gezang “kietelde het oor”, en liet mannen hun controle verliezen.
Seks was natuurlijk een ander gebruikelijk ding om door in de problemen te komen. Hoe ging de kerk hier mee om?
Naar mijn indruk kwam convent-seks meer voor in de gedachten van buitenstaanders dan binnen het klooster zelf. Dergelijke praktijken konden natuurlijk nog steeds gebeuren – ik heb meerdere voorbeelden ontdekt – maar “conventionele romantiek” met buitenstaanders was doorgaans niet van een fysieke aard. Het ging om lekkere dingen voor mannelijke bezoekers koken, hun was doen, brieven doorgeven, kleine cadeautjes uitwisselen. De kerk beschouwde deze “misdaden” echter als schandalig.
Een satirisch lied over de vreugdes van het kloosterlijke leven, Monicella mi farei (“Ik zou graag een nonnetje willen worden”) bevat een strofe die als volgt gaat: Sopratutto vorria avere / ’na divota vaga e bella / Che mi dessi ogni piacere / Ed anch’io ne dessi ad ella! (“Wat mij buitengewoon zou plezieren / is een vroom, mooi en sympathiek persoon / die mij elk genot zou gunnen / dat ik haar zou geven, en dan nog wat!”)
De kerkelijke hiërarchie maakte zich vooral druk om het politieke aspect van “bepaalde vriendschappen”. (Nonnen mogen vandaag de dag nog altijd geen vrienden hebben, omdat dat de principes van harmonie en eenheid van het convent zou tegengaan.) Toezichthouders van het klooster vroegen regelmatig of er nonnen waren die dezelfde cel of hetzelfde bed deelden, omdat dat werd gezien als een duidelijk teken van partijdigheid. Maar achter dergelijke zorgen ging ook een bepaalde preutsheid schuil over andere impliciete gevaren van gedeelde bedden. In 1633 kwam kardinaal Colonna, aartsbisschop van Bologna, erachter dat een non van het klooster van San Guglielmo de naam Suor Lesbia Ildebranda had aangenomen (ze moest die later veranderen naar Suor Maria Teresa).
De kerk stelde ook strenge straffen op voor het verbreken van vastgestelde slaapovereenkomsten. In 1591 bedreigden de autoriteiten van Bologna de nonnen van Santa Margarita met een gevangenisstraf van zes maanden, ontneming van de sluier, en ontneming van toegang tot alle bezoekersruimtes (waar ze door een raam met een hek ervoor met buitenstaanders konden praten). Opmerkelijk genoeg zeiden de autoriteiten over het algemeen niks over wat er zich in die gedeelde bedden zou kunnen hebben afgespeeld, gezien er nooit schandelijk bewijs was.
Sommige van deze nonnen hebben behoorlijk dramatische dingen gedaan. Waarom zijn ze zo ver gegaan?
Nou, als kerkelijke handhavers te ver gingen konden dingen echt helemaal uit de hand lopen. De meest spectaculaire uitbarsting is misschien wel die van het Santa Cristina-klooster in Bologna in 1628. Na jaren van conflict met de aartsbisschop stuurde hij zijn politie om de poort van het klooster dicht te bouwen, zodat de nonnen er binnenin gevangen zaten.
De zusters onthaalden deze indringers met een stevige regen van stenen en dakpannen, die ze uit de ramen van het klooster gooiden. Kinderen uit de buurt begonnen de stenen te verzamelen en ze over de muren te gooien. De buren scholden de politie intussen uit en riepen “Viva Santa Cristina!” De politie trok zich wijselijk terug.
In mijn verhalen worden een paar van de meest sensationele voorbeelden van misdragingen door een convent benadrukt. Maar het was veel gebruikelijker dat nonnen stilletjes terug leerden vechten, indirect macht en invloed leerden uitoefenen, en binnen en rondom de structuren waar ze zich aan moesten houden te werk te gaan. Ze cultiveerden vaak machtige en invloedrijke beschermheren in de wereld, die vaak namens hen konden bemiddelen. Ze stuurden ze lekkernijen van het klooster, nodigden ze op feestdagen uit voor toneelstukken en zangvoorstellingen, en moedigden hun dochters natuurlijk aan om zich bij het klooster aan te sluiten.
Wat is je algemene indruk van het leven dat vrouwen in deze kloosters leidden?
De kloostergemeenschap was heus niet monolithisch. Verschillende kloosters trokken verschillende sociale klassen aan, en varieerden ook enorm in hoe rijk ze waren. De meeste van kloosters die ik heb bestudeerd richtten zich op de adelen vroeg om grote bruidsschatten zodat meer gewone vrouwen buitengesloten werden. Sommige kloosters stonden bekend om hun vroomheid, terwijl andere meer een soort heilige studentenverenigingen voor vrouwen waren. Families van adel waren vaak generaties lang nauw verbonden met kloosters, en zorgden ervoor dat ze binnen hun zwaar hiërarchische structuren sociale en politieke controle konden behouden.
Binnen deze gevarieerde gemeenschappen probeerden vrouwen zo goed mogelijk hun eigen levens op te bouwen. De meest competente zusters werden door de kloostercultuur niet alleen aan wat van de beste religieuze literatuur en muziek blootgesteld, maar ze kregen ook functies als priores, econoom of koormeesteres toegewezen. Voor anderen was er misschien alleen maar verveling.
Het klooster bood ze ook enige ruimte, omdat de muur die hen binnen hield hun vaders, ooms en broers ook buiten hield. Als je een paar geleerde vrouwen neemt, ze achter een kloostermuur verstopt, en ze het stemrecht en wat mogelijkheden om verantwoordelijkheden aan te nemen, geeft, is het niet zo raar als als ze een gevoel van onafhankelijkheid ontwikkelen en met hun eigen ideeën beginnen te komen.
Dit artikel verscheen oorspronkelijk op VICE Italy.
Volg VICE België en VICE Nederland ook op Instagram.