“En nu: zuipen!”, roept de uitbater van het NRC-café in Rotterdam om 12.00. De camera’s van de vele nieuwsfotografen flitsen terwijl de bediening groene fakkels afsteekt. Hopelijk verdrijft deze explosieve opening van het terrasseizoen de boze pandemiegeesten een beetje, want het is maar de vraag hoe lang dat seizoen gaat duren. Het coronavirus dat de maandenlange verplichte sluiting van de horeca veroorzaakte waart namelijk nog steeds flink rond, en gisteren tijdens koningsdag heeft iedereen weer lekker extra bacillen lopen verspreiden. In verschillende steden liepen de onofficiële festiviteiten nogal uit de hand, tot ongenoegen van de horecabazen en IC-artsen.
Wij van VICE wilden ons de mogelijkheid om op het terras te zitten dan ook niet laten ontnemen en hielden een bescheiden kroegentochtje door Rotterdam op het moment dat de terrassen open gingen. Fotograaf Martine Kamara maakte foto’s van onze opgeluchte, uitgelaten en soms al lichtelijk beschonken mede-terrasgangers.
Videos by VICE
Op het terras zitten is meer dan zomaar op het terras zitten. Het geeft het leven ritme, als een bijna heilig lente- en zomerritueel, een meditatief moment in de hectiek van het moderne bestaan én een belangrijke aanjager van de economie. Ik geef me over aan de roes die mij gebracht wordt door een glas cava en voel me één met de natuur: de zon op mijn huid, de ruisende bomen op het plein. Tegelijkertijd heb ik me al tijdenlang niet zo enorm mens gevoeld. Tijdens de lange, gure coronawinter was ik niet veel meer dan een entiteit in een trainingsbroek achter een laptop. Nu zijn mijn schoenen gepoetst en hang ik in mijn volle lengte ontrold op een rieten stoeltje. Mijn bestaan wordt bevestigd door de blikken van de passanten, die op hun beurt niet simpelweg wandelaar meer zijn, maar flâneur. Ik tik voor twee cava’s het bedrag af waarvan ik thuis twee flessen zou kunnen leegdrinken, en dat is het ontzettend waard.

Ook Miep en Marianne, twee vriendinnen die verderop aan de Aperol Spritz of iets dergelijks zitten, hebben het naar hun zin op het terras. “Het maakt het allemaal net wat leuker,” zegt Miep. “Zo hoef je toch helemaal niet naar Spanje.” Zolang er maar wijn is heeft ze het naar haar zin, zegt ze. Daarna begint ze uitgebreid te vertellen over haar caravan in Zeeland, en over hoe een glas glühwein je als het gesneeuwd heeft ook in het Kralingse bos het echte wintersportgevoel geeft. Als we verder gaan heb ik het idee Miep écht een beetje te kennen, ook dat is de magie van het terras.

Wat later, bij een buurtcafeetje, voel ik me zelfs bijna onderdeel van de familie van stamgasten, zonder ze überhaupt gesproken te hebben (misschien ook omdat er zo hard gelachen wordt dat ik van elke grap mee kan genieten). Het juist ook dat stilzwijgende gevoel van verbondenheid dat het terras zo prachtig maakt. Misschien is dit wel de essentie van het Zijn, concludeer ik terwijl ik mijn laatste slok bier naar binnen giet.


